Planten practicum Flashcards
1
Q
nootje
A
Echte vrucht Droge vrucht Niet-uiteenvallend Niet-openend Meerdere vergroeide carpellen
2
Q
Gevleugeld nootje
A
Echte vrucht Droge vrucht Niet-uiteenvallend Niet-openend Vleugels, uitgroei van de vruchtwand
3
Q
Doosvrucht
A
Echte vrucht Droge vrucht Niet-uiteenvallend openend Meerdere carpellen, meerdere zaden
4
Q
Peul
A
Echte vrucht Droge vrucht Niet-uiteenvallend openend 1 carpel, 2 naden
5
Q
Kokervrucht
A
Echte vrucht Droge vrucht Niet-uiteenvallend openend 1 carpel, 1 naad
6
Q
Hauw
A
Echte vrucht Droge vrucht Niet-uiteenvallend openend 2 carpellen + vals tussenschot
7
Q
Splitvrucht
A
Echte vrucht
Droge vrucht
Uiteenvallend in éénzadige deelvruchten (mericarpen)
Deelvruchten niet openend
8
Q
Kluisvruchten
A
Echte vrucht
Droge vrucht
Uiteenvallend in éénzadige deelvruchten
Deelvruchten wél openend
9
Q
Bes
A
Echte vrucht
Vlezig mesocarp
Vlezig endocarp
10
Q
Steenvrucht
A
Echte vrucht
Vlezig mesocarp
Hard endocarp
11
Q
Tracheïde
A
Dode cellen
12
Q
Functie floëem
A
opwaartse transport (van de wortel naar de bladeren)
13
Q
Functie xyleem
A
nerwaartse transport (van de bladeren naar de wortel)
14
Q
fellogeen
A
steeds éénlagig want het is een deelweefsel, zoals cambium
15
Q
vorming secundaire mergstralen
A
worden gevormd door het fasciculair cambium