PJS her 4 Flashcards
1
Q
公私
A
こうし、Publiek vs prive
2
Q
開き直る
A
ひらきなおる、Terugvechten
3
Q
正面
A
しょうめん・まとも、De voorkant/eerlijkheid
4
Q
おどおど
A
Nerveus
5
Q
心づもり
A
こころづもり、Plan, anticipatie
6
Q
事例
A
じれい、Casus, voorbeeld
7
Q
断言
A
だんげん、Assertatie, verklaring
8
Q
堂々と
A
どうどうと、Waardig, grandioos
9
Q
言動
A
げんどう、Woorden en daden
10
Q
案外
A
あんがい、Verassend
11
Q
差す
A
さす、Zichtbaar zijn
12
Q
保身
A
ほしん、Zelf verdediging
13
Q
虚偽
A
きょぎ、Onwaarheid
14
Q
形態
A
けいたい、Vorm
15
Q
存在感
A
そんざいかん、Aanwezigheid
16
Q
意味不明
A
いみふめい、Ambigue, onbedenkelijk, cryptisch
17
Q
更迭
A
こうてつ、Verandering, verplaatsing (van personeel)
18
Q
役割
A
やくわり、Deel, rol, taak
19
Q
分担
A
ぶんたん、Opdracht, opdelen van het werk
20
Q
視点
A
してん、Standpunt, mening
21
Q
無神経
A
むしんけい、Ongevoelig, onattent
22
Q
人権
A
じんけん、Mensenrechten
23
Q
予定調和
A
よていちょうわ、Harmonie
24
Q
厳守
A
げんしゅ、Nauwgezette naleving
25
Q
柔軟
A
じゅうなん、Flexibel, zacht
26
Q
同意
A
どうい、Overeenkomst, goedkeuring
27
Q
共感
A
きょうかん、Sympathie, empathie