Piste 3: Voc actif Flashcards
het toestel
l’appareil
de bak
le bac
de richtingaanwijzer
le clignotant
het deksel
le couvercle
de oven
le four
het stuur (van een fiets)
le guidon
de uitvinder
l’inventeur
de plakband
le papier collant
de straal
le rayon
het systeem
le système
het alarm
l’alarme
de warmte
la chaleur
de verbeelding
l’imagination
de uitvinding
l’invention
het voedsel
la nourriture
het wiel
la roue
het leven
la vie
de ruit
la vitre
ingewikkeld
compliqué
verstrooid
distrait
plat
plat
praktisch
pratique
zonne-
solaire
verbergen
cacher
ontwerpen, maken
créer
ontdekken
découvrir
maken, fabriceren
fabriquer
bedenken
imaginer
uitvinden
inventer
(op)heffen
lever
mengen
mélanger
zijn plan trekken
se débroullier
beginnen te
se mettre à
spotten met
se moquer de
dienen om te / voor
servir à
(elkaar) (aan)raken
(se) toucher
(om)draaien
tourner
door middel van
à l’aide de
binnen(in)
à l’intérieur (de)
dankzij
grâce à
de magneet
l’aimant
de aan- en uit knop
le bouton marche-arrêt
de drukknoop
le bouton-pression
het elektrisch circuit
le circuit électrique
de stroom
le courant
de elektrische draad
le fil électrique
de schakelaar
l’interrupteur
de motor
le moteur
de riem
la bande
de batterij
la batterie
de batterij
la pile
de plaat
la plaque
het handvat
la poignée
het stopcontact
la prise de courant
de toets
la touche
drukken (op)
appuyer (sur)
knipperen
clignoter
uitrusten met
équiper de
vastmaken
fixer
werken, functioneren
fonctionner
werken
marcher
aanzetten
mettre en marche
plaatsen
placer
verbinden (met)
relier (à)
omvormen
transformer
in hout
en bois
in leder
en cuir
in ijzer
en fer
in metaal
en métal
in plastic
en plastique
in glas
en verre