Piraatenzoon woorden Flashcards

1
Q

Huisvesten

A

een plek geven om te wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bulderen

A

een dreunend geluid geven; heel hard brullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opperen

A

als idee inbrengen; met een idee komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Smalen

A

beledigen; zonder respect tegen/over iemand praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gonzen

A

lawaai maken; suizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afweren

A

zorgen dat iets of iemand niet dichterbij komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

opbiechten

A

een geheim vertellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De prooi

A

datgene waar je op jaagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het logboek

A

het boek waarin je je reis bijhoudt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De koers

A

de route die je kiest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het beleg

A

het omsingelen van een stad om de stad te veroveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De uitverkorene

A

iemand die uitgekozen is/een mooie kans krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De strooptocht

A

een tocht die je maakt om dingen te verzamelen die je vindt (en soms steelt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De onraad

A

de onveilige situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nauwlettend

A

precies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Agressief

A

met veel woede die je op een gevaarlijke manier laat merken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Argwanend

A

zonder/met weinig vertrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ranzig

A

vies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Moeizaam

A

ingewikkeld, met moeite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Beschut

A

beschermd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Verbijsterd

A

vol verbazing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Rampzalig

A

verschrikkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Achteloos

A

zonder op te letten

24
Q

Eervol

A

met veel eer/respect

24
Q

Bedrukt

A

niet vrolijk; verdrietig

25
Q

Zelfverzekerd

A

met veel zelfvertrouwen

25
Q

Bitter

A

een van de vijf basissmaken

26
Q

van samen

A

moeilijk te verdragen

27
Q

een plek geven om te wonen

A

Huisvesten

28
Q

een dreunend geluid geven; heel hard brullen

29
Q

als idee inbrengen; met een idee komen

30
Q

beledigen; zonder respect tegen/over iemand praten

31
Q

lawaai maken; suizen

32
Q

zorgen dat iets of iemand niet dichterbij komt

33
Q

een geheim vertellen

A

opbiechten

34
Q

datgene waar je op jaagt

35
Q

het boek waarin je je reis bijhoudt

A

Het logboek

36
Q

de route die je kiest

37
Q

het omsingelen van een stad om de stad te veroveren

38
Q

iemand die uitgekozen is/een mooie kans krijgt

A

De uitverkorene

39
Q

een tocht die je maakt om dingen te verzamelen die je vindt (en soms steelt)

A

De strooptocht

40
Q

de onveilige situatie

41
Q

precies

A

Nauwlettend

42
Q

met veel woede die je op een gevaarlijke manier laat merken

43
Q

zonder/met weinig vertrouwen

44
Q

vies

45
Q

ingewikkeld, met moeite

46
Q

beschermd

47
Q

vol verbazing

A

Verbijsterd

48
Q

verschrikkelijk

49
Q

zonder op te letten

50
Q

met veel eer/respect

51
Q

niet vrolijk; verdrietig

52
Q

met veel zelfvertrouwen

A

Zelfverzekerd

53
Q

een van de vijf basissmaken

54
Q

moeilijk te verdragen