Pg. 56-71 Flashcards
Curve
Hockeystick
Bevolkingsexplotie
Snelle groei
Great Acceleration
Na de tweede wereldoorlog nam de groei steeds sneller toe (1950)
Geboorte- sterftecijfer
Het aantal geboorten of sterfgevallen per 1 000 inwoners.
Natuurlijke aangroei/aanwas
Het geboorteoverschot is het verschil tussen het geboorte-en het sterftecijfer.
Factoren die de bevolkingsgroei bepalen
Demografische indicatoren
Hoe bereken je het geboortecijfer?
(Geboorten : inwoners ) x 1 000
Hoe bereken je het sterftecijfer?
(Sterfgevallen : totaal) x 1 000
Promille
‰
Migranten
Mensen die van het ene land naar het andere land verhuizen.
Immigranten
Inwijkelingen
Emigranten
Uitwijkelingen
Vruchtbaarheidscijfer
Het vruchtbaarheidscijfer van de bevolkingsgroep is het aantal kinderen dat een vrouw tijdens haar vruchtbare periode krijgt.
Analfabetisme
Niet kunnen lezen
Niet kunnen schrijven
Niet kunnen rekenen
Levensverwachting
De levensverwachting bij de geboorte is de te verwachte gemiddelde levensduur van een persoon.
Waardoor worden de levensverwachting en de vruchtbaarheidsgraad bepaald?
Welvaart en scholingsgraad
Hoeveel kinderen moet iedere vrouw hebben om een bevolking in stand te houden?
2,1
De daling van het vruchtbaarheidscijfer is het gevolg van:
Een lager kindersterftecijfer
Een beter toegang tot voorbehoedsmiddelen
Een vrouwelijke bevolking die hoger is opgeleid en werkt
Demografische transitie
Daarbij evolueert de wereldbevolking, net zoals de Belgische bevolking, van een situatie met hoge geboorte- en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte- en sterftecijfers.