pg 53 Flashcards
1
Q
fructus
A
fructus-de vrucht
2
Q
res
A
res-de zaak
3
Q
domus
A
domus V.-het huis
4
Q
manus
A
manus V.-de hand, de groep
5
Q
casus
A
casus-de val, het voorval, het toeval
6
Q
eventus
A
eventus-de afloop
7
Q
exercitus
A
exercitus-het leger
8
Q
magistratus
A
magistratus-het ambt, het magistraat
9
Q
passus
A
passus-de pas
10
Q
senatus
A
senatus-de senaat
11
Q
tumultus
A
tumultus-het tumult
12
Q
vultus
A
vultus-het gezicht
13
Q
dies
A
dies-de dag
14
Q
facies
A
facies-het gezicht, het uitzicht
15
Q
alienus
A
~a, ~um-van een ander, vreemd