Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards

1
Q

Persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster A

A
  • Paranoide (angstig, op de hoede)
  • Schizoide (weinig relaties, vlak, alleen)
  • Schizotypische (vreemd, achterdochtig, ansgtig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster B

A
  • Borderline (verschillend, instabiel, onvoorspelbaar)
  • Antisociale (agressief, prikkelbaar, slecht geweten)
  • Theatrale (aandacht, overdrijven, drama)
  • Narcistische (zelfbelang, onzekerheid, minderwaardigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster C

A
  • Ontwijkende (bang voor afwijzing en vernedering, verlegen)
  • Afhankelijke (weinig zelfvertrouwen, onzeker)
  • OCD (orde, regelmaat, zwart-wit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly