Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards
1
Q
Persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster A
A
- Paranoide (angstig, op de hoede)
- Schizoide (weinig relaties, vlak, alleen)
- Schizotypische (vreemd, achterdochtig, ansgtig)
2
Q
Persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster B
A
- Borderline (verschillend, instabiel, onvoorspelbaar)
- Antisociale (agressief, prikkelbaar, slecht geweten)
- Theatrale (aandacht, overdrijven, drama)
- Narcistische (zelfbelang, onzekerheid, minderwaardigheid)
3
Q
Persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster C
A
- Ontwijkende (bang voor afwijzing en vernedering, verlegen)
- Afhankelijke (weinig zelfvertrouwen, onzeker)
- OCD (orde, regelmaat, zwart-wit)