periode 1 Flashcards

1
Q

brandstof

A

een stof die kan verbranden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

energie

A

komt vrij bij verbranding in de vorm van beweging, licht of warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

indicator

A

stof waarmee je een andere stof aantoont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verbrandingsformule

A

brandstof + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

glucose

A

belangrijke brandstof voor je lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Middenrif

A

spier tussen de borstholte en de buikholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

neusslijmvlies

A

slijmvlies in de neus dat slijm maakt, waaraan ziekteverwekkers en stofdeeltjes blijven plakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

trilharen

A

deeltjes op het neusslijmvlies die het slijm naar de keelholte verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

huig

A

een soort klepje dat bij het slikken de neusholte afsluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

strotklepje

A

een soort klepje dat bij het slikken de luchtpijp afsluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

luchtpijp

A

holle buis die buigzaam en stevig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

strottenhoofd

A

deel aan het begin van de luchtpijp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

longblaasjes

A

delen aan het uiteinde van de vertakkingen van de bronchiën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

longhaarvaten

A

kleine bloedvaten die om de longblaasjes heen liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ademhalingsspieren

A

spieren die worden gebruikt bij de ademhaling: de tussenribspieren, het middenrif en de buikspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

borstademhaling

A

ademhaling waarbij de ribben en het borstbeen bewegen

17
Q

buikademhaling

A

ademhaling waarbij het middenrif en de buikwand bewegen

18
Q

darmkanaal

A

kanaal van de mond tot de anus

19
Q

verteringsstelsel

A

alle delen van het lichaam die voedsel verteren of opnemen

20
Q

mondholte

A

deel waarin voedsel het lichaam binnenkomt

21
Q

slokdarm

A

deel waarin voedsel van de mondholte naar de maag wordt vervoerd

22
Q

maag

A

opslagplaats van voedsel

23
Q

twaalfvingerige darm

A

kort stuk darm

24
Q

dunne darm

A

lange darm die voedingstoffen opneemt in het bloed

25
dikke darm
darm die water uit het voedsel haalt
26
endeldarm
opslagplaats van onverteerde resten
27
anus
deel dat poep naar buiten laat
28
snijtanden
tanden waarmee stukken van voedsel worden afgebeten
29
hoektanden
tanden waarmee stukken van voedsel worden afgebeten