Perfectum Verbum Flashcards
Accepteren - To accept
(hebben) Geaccepteerd
Afwijzen - To reject
(hebben) Afgewezen
Annuleren - To cancel
(hebben) Geannuleerd
Antwoorden - To answer
(hebben) Geantwoord
Arriveren - To Arrive
(zijn) Gearriveerd
Bakken - To bake
(hebben) Gebakken
Bedenken - To consider
(hebben) Bedacht
Beginnen - To start
(zijn) Begonnen
Begrijpen - To understand
(hebben) Begrepen
Beledigen - To insult
(hebben) Beledigd
Bellen - To call
(hebben) Gebeld
Bepalen - To define
(hebben) Bepaald
Bestaan - To exist
(heeft) bestaan
Betalen - To pay
(hebben) Betaald
Betekenen - To mean
(hebben) Betekend
Bezoeken - To visit
(hebben) bezocht
Bezoeken - To visit
(hebben) Beperkt
Bieden - To offer
(hebben) Geboden
Bijten - To bite
(hebben) Gebeten
Blazen - To blow
(hebben) Geblazen
Blijken - To prove/ To appear
(zijn) Gebleken
Blijven - To stay
(zijn) Gebleven
Bouwen - To build
(hebben) Gebouwd
Brengen - To bring
(hebben) Gebracht