PB pubergedrag Flashcards
Puberteit
proces geslachtsrijpheid
Adolescentie
Overgang tussen kindertijd en volwassenheid met als doel vinden van identiteit
Leeftijdsaanduidingen adolescentie
Vroege = 10 - 13j
Midden = 14 - 18j
Late = 19 - 22j
Aard en karakter adolescentie
Individueel kijken naar hoe ver iemand is in de ontwikkeling
Leeftijdsduidingen VS Aard en karakter
Niet iedereen zit op het zelfde moment in de zelfde ontwikkelingsfases dus… leeftijdsduidingen is lastig
Begin/eind puberteit
Veel invloed door verschillende aspecten: hormonale / erfelijk / sociale / psychische
Dus… moeilijk te bepalen
kenmerken puberteitsontwikkelingen
- Lengte
- '’Volwassen gedrag’’
- Zoekend naar identiteit
- Risicovol gedrag (soms)
vroege puberontwikkelingen
- interesse ander geslacht
- toename impulsieve keuzes (status)
- losmaken gezin (autonomie)
Jongens: 9-13j
Meiden: 8-12j
Moeilijke periode VS gevoelige periode
Puberteit hoeft niet per se moeilijke periode te zijn (storm, stress), maar er veranderd veel dus een gevoelige periode door veel veranderingen/ontwikkelingen
Ontwikkelingstaken
- vormen van eigen identiteit en streven naar autonomie
- vormgeven aan veranderde relaties binnen het gezin
- zorgdragen voor de gezondheid en het uiterlijk
- zinvol invullen van vrije tijd
- vormgeven aan intimiteit en seksualiteit
- participeren in onderwijs of werk
- vriendschappen en sociale contacten onderhouden
- omgaan met autoriteit
Continue ontwikeling
gaat uit van een vaste volgorde in ontwikkeling die globaal vaak het zelfde zijn
Discontinue ontwikkeling
Kijkt juist naar de onverwachte koerswijzigingen in de ontwikkeling door bijv. life events (verhuizing, scheiding) en hoe je als persoon verschillend bent
Voorbeelden storm en stress
- ruzie ouders
- stemmingswisselingen
- risicovol gedrag
Overactief brein
adolescentie -> veel afwisselende emoties -> emotiegedeelte in hersenen overactief
Primaire emoties
- aangeboren
- directe reactie op iets in omgeving
Secundaire emoties
- aangeleerd
- vanuit belevingen (emotiegeheugen)
- schaamte
Directe verwerkingsroute (leDoux)
via amygdale: verwerken informatie door emotionele belangrijkheid (fight or flight)
Indirecte verwerkingsroute (leDoux)
Via cortex -> amygdale: lerende informatie, meer rationeel, voor de langere termijn (ervaringen)
Amygdala doet?
basale emotieverwerking door eigen emotionele reactie aan gezichtsuitdrukkingen van de ander koppelen / reageerd op emtioneel belangrijke info (vierkantje)
Basale emoties
- blijdschap
- verdrietig
- angstig
- boosheid
- verbazing
- minachting/walging
Basale ganglia doet?
emotioneel beladen beslissingen nemen -> eigen emotionele reactie moet tot passende vervolgactie leiden
Frontale cortex doet?
Risico’s inschatten
Fusiforme face area
- specialiseerd in gezichtsuitdrukking
- ontwikkeld adolescentie
- overgevoelig
Striatum
pleziergebied in hersenen
Insula
pijngebied in hersenen
Lichaamshouding
lichaamhouding als bron om emoties te herkennen
Vrouwen en herkennen van emoties
Zijn er beter in
Lachende gezichten stimuleert?
striatum = beloning
Sociaal perspecitef nemen
eerst meer gericht op jezelf
daarna meer gericht op anderen
Positief sociaal contact als beschermende factor
vrienden hebben een beschermende functie bij ervaren van afwijzing en buitensluiting (positief sociaal contact = belangrijk)
Sociaal emotioneel gedrag adolescentie 10-14j
Leven in het hier en nu
- handelen impulsief
- willen vooral niet buiten de groep vallen
Sociaal emotioneel gedrag adolescentie 14-16j
Het expiriment ‘‘ik’’
- expirimentern met van alles
- nemen veel risico’s
Paradox van adolescentie
toename van cognitieve en fysieke ontwikkeling maar…. wel ondoordacht risicovol gedrag
(door gevoelig meningen van anderen)
2 belangrijke hersen gebieden
- emotiebrein
- denkbrein
Emotiebrein
- Subcorticale gebieden
- Extra gevoelig voor spanning en het nemen van risico en afwijzing
- primaire emoties
Denkbrein (ontwikkeling)
- Corticale gebieden (langzame ontwikkeling)
- Cognitieve ontwikkeling
- reguleren van emoties
- sociaal perspectief nemen
- remmen ongewenst gedrag
Corticale gebieden
- witte stofbanen gaan over hoeveelheid toename van kennis
- grijze stofbanen gaan over verwerking van kennis
Subcoricale gebieden (limbisch stysteem)
- basale ganglia (beslissingen)
- amygdala (emotieverwerking/gezichtherkening)
- thalamus (beweging, gezicht lezen en emoties)
- hippocampus (herinneringen)
- striatum (plezier)
- insula (pijn)
Disbalans tussen rationele - en emotionele hersengebieden
Rationele hersengebieden lopen achter
Executieve functies
functies die het brein mogelijk maken om rationele beslissingen te maken
Werkgeheugen
het opslaan en toepassen van informatie in verschillende situaties
Responsinhibitie
vermogen om impulsief gedrag te beheersen en niet meteen te reageren op stimuli
Risicovol gedrag begrijpen
- puberteitshormonen stimuleren striatum
- Overactiviteit striatum (gevoelig voor risico’s en belonen)
- Zoeken naar spanning -> risicovolgedrag
Zelfconcept =
dimensies of categorieën waarin we onszelf zien: kenmerken van zelf
Zelfwaardering =
Evaluaties van onszelf op verschillende dimensies of categorieën
Identiteit =
hoe we onszelf zien, wie we zijn