Pathologie Endocrinologicus Flashcards

1
Q

Hashimoto

A

Te traag werkende schildklier = hypofunctie = auto imuunziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Morbus Graves

A

Te snel werkende schildklier = hyperfunctie = auto imuunziekte, uitpuilende ogen. Snel warm en zweten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Struma

A

Een zichtbare of voelbare zwelling van de schildklier. Komt bij te snel en te traag werkende voor. Kan voorkomen bij een jodium tekort. Graven of ontsteking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hyperfunctie bijschildklier

A

Hoge uitscheiding van PTH, en dus veel calcium in het bloed, maar weinig in de botten. Wat zorgt voor osteoporose

Secundair is door chronische nierinsufficientie waardoor calciumgehalte in het bloed constant te laagste.
Hierbij zie je op een RX calcificatie vanuit de weke delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hypofunctie bijschildklier

A

Te weinig PTH. Secundair vaak door trauma of slecht uitgevoerde thyroidectomie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is osteomalacie?

A

Verwerking van het bot door tekort aan vitamine D, wat leidt tot zachte en buigzame botten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is osteoporose?

A

Afname van botdichtheid, door tekort aan vitamine D en daardoor tekort aan fosfaat en calcium, met als gevolg botontkalking. Sneller botbreuken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hyperfunctie bijnieren

A

M.cushing
Te hoge hoeveelheid clucocorticoiden in het lichaam zoals cortisol, volle maansgezicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hypofunctie bijnieren

A

M. Addison, een tekort aan aldosteron en cortisol door chronische insufficiencie,.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pancreatitus

A

Alvleesklier ontsteking. Deze maakt enzymen aan die helpen bij de spijsvertering. Ze worden pas actief als zien de dunne darm aankomen. Als deze echter al actief worden in de alvleesklier dan eten zij het weefsel van de alvleesklier op, waardoor deze gaat ontsteken. Kan ook door galstenen alcohol of medicijngebruik ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Diabetes mellitus

A

Niet voldoende insuline aangemaakt . Normale waarde in bloed is tussen de 4 en 7,5 mmol. Een nuchtere meting moet onder de 6 mmol zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarin de alvleesklier wordt insuline gemaakt?

A

In de eilandjes van langerhans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Type1 insuline

A

Vooral bij jonge mensen, probleem is dat de pancreas niet voldoende is suline aanmaakt. Is een auto-imuunziekte tegen de beta cellen in de eilandjes van langerhans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Type 2 insuline

A

Vooral bij oudere mensen, vaak met overgewicht. Er treedtinsuline resistentie op. De vetcellen maken een stofje waardoor de receptoren niet meergevoelig zijn voor insuline. Insuline spuiten is dan ook lastiger vanwege mogelijke resistentie. Veel bewegen en gezond eten isbelangrijk en kan de situatie omkeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Insulinoom

A

Een adenoom van de bèta cellen. Diegaan dan heel veel insuline produceren. Daardoor ontstaat een hypoglykemie, ( verlaagde glucose concentratie in het bloed ) 2,5mmol of lager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gigantisme

A

Is reuzengroei, bij kinderen zorgt dit voor hele lange lengte groei, meestal door een hypofyseadenoom. En die produceert dan het groeihormoon GH.

17
Q

Acromegalie

A

Is hetzelfde als gigantisme alleen uit het zich anders. De groei is in de extremiteiten en niet in de lengtegroei. Men krijgt vaak een grote onderkaak. De dikte groei is niet verstoord, maar de groeischijven wel al afgesloten.

18
Q

Diabetes insipidus

A

= hypofunctie van de neurohypofyse en dus hypothalamus. De nieren houden vocht niet goed genoeg vast door een tekort aan ADH. Deze mensen moeten vaak veel plassen en hebben veel dorst.

Het geld ook zo als de nieren ongevoelig zijn geworden voor ADH, er is dan wel voldoende maar de nieren reageren er niet op.