Pathologie Flashcards

1
Q

Stemnoduli

A

Knobbeltjes,
Goedaardige verdikking op stembanden.
Door: Stemmisbruik of zwakke larynx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stemplooiparalyse in abductie

A

Ontstaat door ingreep in hoofd-hals gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stemplooiparalyse in adductie

A

Ontstaat door een neurologisch probleem, trauma of intubatie. Geeft piepgeluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stemplooipoliep

A

Gladde zwelling door ontsteking in luchtwegen of stemmisbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Odeem van Reinke

A

Zwelling aan bovenzijde van de stembanden + Vochtophoping in de ruimte van reinke.

Ookwel een rokersstem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sulcus Glottidis

A

Ontstaat bij de geboorte. Verhoogde jitter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Laryngitis

A

Ontsteking van de larynx door stemmisbruik of infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Littekens op stemplooien

A

Stemplooien zijn stijf en trillen niet goed meer. Dit komt door meerdere herhaalde stembeschadigingen, operatie of bijvoorbeeld het inademen van schadelijke stoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Presbyfonie

A

Verminderde spanning in de stembanden. Vooral door neurologische problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

MTD

A

Muscle Tension Dysphonia,

Stoornis als gevolg van afwijkende spierspanningspatronen / Verkeerd stemgebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly