Part 3 Flashcards
TOETS
1
Q
de astronoom
A
een wetenschapper die onderzoek doet naar sterren en planeten
2
Q
de ruimtesonde
A
voertuig dat zonder mensen de ruimte in gaat voor onderzoek
3
Q
het universum
A
de ruimte of het heelal
4
Q
beargumenteren
A
met redenen aangeven waarom je iets vindt
5
Q
een argument aanvoeren
A
de reden geven waarom je zegt dat het zo is
6
Q
onderhandelen
A
proberen het samen eens te worden
7
Q
aanvangen
A
beginnen
8
Q
plannen
A
bedenken wat je wanneer gaat doen
9
Q
sporadisch
A
zelden