Part 1 - Level 5 Flashcards
aandachtspunt, het 1b
point of attention
aangezien 1
since
aarzelen 1b
to hesitate
aarzeling, de 1b
hesitation
adem, de 1b
breath
aanmaken 2b
to create
afleiden uit 2a
deduce
afwijken, 2a
deviate, diverge
afwijking, de 2a
deviation
aandeel, het 3a
part
begeleiden 1b
accompany
begeleiding, de 1b
accompaniment
beledigen 1a
to offend
belediging, de 1a
offence
bewaren 1b
to keep
beweren 1a
to claim
bewering, de 1a
a claim
beheersen, (zich) 2b
control themselves
beheersing, de 2b
control
beslist 2b
certain
boeien 2b
fascinate
boeiend 2b
fascinating
benadrukken 3b
emphasize
blad, geen – voor de mond nemen 3b
do not mince words
braaf 3a
brave, good
coulant 2a
accommodating
daardoor 1
therefore
doordringen tot 2b
get through to
ervan
of it
elders 2b
elsewhere
ergeren aan, zich 2a
get annoyed
ergernis, de 2a
annoyance
excessief 2b
excessive
fel 2b
intense
fulmineren 2b
to make loud noises
gaaf 1a
cool
gebeurtenis, de 1b
event
geest halen, zich iets voor de 1b
to have something on top of your mind