Parodontologie Flashcards

1
Q

alveole

A

de tandkas waarin de wortel van het gebitselement bevestigd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

diastemen

A

ruimtes tussen de gebitselementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

diastemen

A

ruimtes tussen de gebitselementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gingiva

A

het tandvlees rond de gebitselementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gingivitis

A

ontsteking van het tandvlees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

interdentale papil

A

het deel van de gingiva dat tussen gebitselementen in de approximale ruimtes zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

juveniele parodontitis

A

speciale vorm van parodontitis waarbij al op zeer jonge leeftijd veel kaakbot verloren gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ligamentum parodontale

A

het wortelvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mucosa

A

het (beweegelijke) slijmvlies dat de mondholte aan de binnenzijde bedekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

necrose

A

het afsterven van weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

parodontale aandoeningen

A

ziektes van steunweefsels van het gebit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

parodontitis

A

ontsteking van de steunweefsels waarbij kaakbot verloren is gegaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pocketsonde

A

meetinstrument waarmee de diepte van de sulcus kan worden bepaald, wordt ook wel parosonde genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

processus alveolaris

A

het kaakbot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

spongieus bot

A

bot met structuur van een honingraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sulcus

A

de ruimte tussen de tandvleesrand en het gebitselement

17
Q

ulcereren

A

zweren