Paro bp 4&5 Flashcards

1
Q

wat houdt de 30% regel in?

A

Pas vanaf 30 % botafbraak is het waar te nemen op rontgenfoto’s, dus het is belangrijk metingen altijd naast rontgenfotos te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Basisvaardigheden die nodig zijn om de röntgenfoto’s op de juiste manier te analyseren:

A
  • Röntgen opname technieken
  • Anatomie kennis
  • Kwaliteit röntgenopname
  • Tweedimensionale/driedimensionale inzicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor is een horizontale bitewing geschikt?

A
  • Geschikt voor cariësdiagnostiek
  • Beoordelen botniveau
  • Premolaren en molaren zijn zichtbaar
  • Bij te veel botafbraak kan het zijn dat het botniveau niet zichtbaar is op de horizontale bite-wing. Dan kan je de foto een kwartslag draaien  verticale bite-wing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor is een verticale bite-wing geschikt?

A
  • Vaak kan de botafbraak dan wel zichtbaar worden gemaakt.
  • Vaak zal er een opname van de premolaren streek worden gemaakt en een van de molaar streek. Keuze hangt van de gebitssituatie.
  • Cariësdiagnostiek
  • Botniveau beoordelen
  • Apex is niet zichtbaar  drm minder geschikt als foto voor binnen de endodontologische diagnostiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

“Peri-apicale opname (solo)

A
  • Bij endodontologie
  • Mate van botverlies rondom een element kan worden bepaald  moet dan wel goed recht ingeschoten zijn en juiste inschietrichting hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke foto gebruik je bij pockets tot 5 mm?

A

horizontale bitewing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke foto’s gebruik je bij pockets meer dan 6 mm?

A

verticale bitwing opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke foto gebruik je bij aanvullend diagnostiek?3

A

solo, periapicale opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Met welke opname kun je de wortelstamhoogte bepalen?

A

solo’s (periapicale) en bitewings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat hebben we nodig om de juiste diagnose te stellen ?

A
  • Anamnese gegevens van de patiënten
  • Klinisch onderzoek (klinische bevindingen en gegevens pocket- of parodontium status)
  • Röntgenfoto’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

prognose bepaling heeft 5 classificaties, noem ze op en leg ze uit.

A

goed: parodontale status van element kan stabiliseren.
dubieus: parodontale status wordt beinvloedt door locale of systemische factoren. Kan gestabiliseerd worden, zo niet –> verdere afbraak
slecht: parodontale status wordt beinvloedt door locale of systemische factoren en kan niet gestabiliseerd worden.–> optreding van verdere afbraak

hopeloos: extractie van element
ALS:
1. sprake van terminaal botverlies rondom element
2. element toont verticale breuk
3. element kan niet meer restauratief behandeld worden( caries profunda).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke stappen moet je ondergaan om een prognose te bepalen?

A
  • Inventariseer eerst de parodontale complicerende factoren (furcatie problemen 2a/2b, 3? Mobiliteit? hoe diep zijn pocket etc. )
  • Inventariseer daarna de cariologische-, endodontische- en restauratieve aspecten van het element
  • Ook patiënt factoren spelen een niet te onderschatten rol in de prognose bepaling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

complicerende factoren die een negatieve rol hebben op de prognose van het gebitselement:

A
  • hvlheid en type parodontale afbraak
  • furcatie graad 2 & 3
  • leeftijd patient
  • rookgedrag
  • medische problematiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet een zorgplan?

A

het geeft voor de individuele patient een overzicht van de diagnostsiche en ondersteunede, preventie en of curatieve behandelingen die moeten leiden tot het behalen van de zorgdoel.
Doel: uitgangssituatie, risicoanalyse, prognose, behndelplan, nazorgfase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandelingplanning voor parodontitis patient :

A

• Eerst:
Pijn wegnemen, endodontische behandelingen uitvoeren/extracties

• Initiële fase (actieve behandeling):
Meestal 3-6 behandelingen door mh

• Tussentijdse controle:
Meestal 6 weken na de laatste initieel

• 2-3 maanden na de laatste initeel vind de herbeoordeling/evaluatie plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het doel van een initiele behandeling?

A

elimineren/ stabiliseren van het ontstekingsproces in de parodontale weefsels, zodat de afbraak stopt

17
Q

Welke methode gebruik je tijdens een initiele behandeling?

A
  • bevorderen plaquebeheersing
  • elimineren plaqueretentie plaatsen
  • voorkomen hernieuwde plaque accumulatie
  • uitgebreid geinstrueerd hoe PT zelf het pardontium gezond kan houden
  • worteloppervlakken rondon elementen reinigen
  • sosm wordt er bacteriologisch onderzoek verricht
18
Q

Wanneer vindt een tussenbeoordeling plaats?

en de evaluatie?

A

6 weken na afronding van de laatste zitting

Na 3 maanden

19
Q

Waarom zijn röntgenfoto’s onmisbaar voor parodontaal diagnostiek?

A
  • Dienen om een vermoeden van een pathologische situatie aannemelijker te maken of te bevestigen
  • Monitoren: volgen progressie van de laesie in de tijd
  • Röntgenfoto’s en klinische metingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden
  • Klinische gemeten parameters dienen min of meer in overeenstemming te zijn met de op de röntgenfoto
    geconstateerde gegeven
20
Q

Aantal nadelen van röntgenfoto’s :

A
  • geven geen beeld over de mate ontstoken tandvlees
  • geven geen beeld van relatie tussen harde en zachte weefsels
  • laten door overprojectie geen structuren zien op de vestibulaire en linguale vlakken van het element
21
Q

Welke bitewings kun je het beste gebruiken bij verdiepte pockets? >6mm

A

Verticale bitewing

22
Q

Wat kun je als referentiepunten gebruiken bij röntgenfoto’s

A

Glazuurcementgrens
Apices
Furcatiedak

23
Q

Hoe kan je het diepste punt van botafbraak meten op een röntgenfoto?

A

Je volgt de lamina dure en waar het van kleur veranderd is het diepste punt waar het botafbraak heeft plaatsgevonden. Kijk afb sv stuvia blz 20

24
Q

Hoe bepaal je prognose van elementen?

A

de mate van wortelspreiding en locatie van het furcatiedak bepalen de hoge mate van de prognose van elementen

25
Q

Een patiënt heeft een initiële parodontale behandeling bij je, hoe kun je moeilijkheidsgraad bepalen?

A

de mate van wortelspreiding en locatie van het furcatiedak bepaald de moeilijkheidsgraad van de subgingivale gebitsreiniging en beïnvloedt de mondhygiëne instructie

26
Q

Waarom is de wortellengte belangrijk?

A

Wortellengte is nodig om de ernst van het element te bepalen. Totale wortellengte- parodontale afbraak bepaalt medeprognose bv dubieus slecht goed

27
Q

Als je voor een initiële behandeling op basis van röntgenfoto’s een beeld kan vormen over de buitencontour van de wortelstam en de radices, ben je beter in staat om:

A
  1. Moeilijkheidsgraad van de reiniging in te schatten
  2. Een juiste keuze te maken over de te gebruiken interdentale hulpmiddelen (mondhygiëne en instructie)
28
Q

Wat is nodig voor de juiste diagnose?

A

Anamneses vd pt
Klinisch onderzoek
Röntgenfoto’s

29
Q

Volgorde molaar/incisief paro classificatie :

A

Leeftijd- geslacht- molaar/incisief- parodontitis- stadium- graad- risicofactor

30
Q

Wat zijn de 3 goude regels bij prognose: hopeloos bij een element?

A
  • Er is sprake van terminaal botverlies rondom element
  • Het element toont verticale breuk
  • Het is niet meer restauratief te behandelen
31
Q

Prognose van een element wordt door verschillende factoren bepaald
- Parodontale factoren
- Cariologische-, endodontische factoren
- Restauratieve factoren
- Patiënt factoren (medische situatie)

Wat valt onder patiënt factoren?

A
  • Systemische aandoeningen (HIV, hepatitis, ect)
  • Life-style (omgevings-) factoren (roken, dieet, mondhygiëne)
  • Financiële status
  • Motivatie
32
Q

De differentiatie tussen de prognose dubieus en slecht wordt tegenwoordig bepaald door de …… van de patiënt

A

Afweer. Een element met complicerende problemen krijgt een negatieve prognose wanneer blijkt dat de afweer van de patiënt blijvend is verlaagd. Op basis van het aantal factoren die invloed hebben op de prognose van het element, maar ook op basis van de wensen patiënt, financiële status patiënt en het totale behandelplan, wordt bepaald of een element wordt behouden of vroegtijdig of later in het plan wordt geëxtraheerd

33
Q

Welke 3 vormen van parodontitis zijn er?

A
  1. Parodontitis
  2. Necrotiserende parodontitis
  3. Parodontitis als een directe manifestatie van systemische ziekten
34
Q

Paro classificatie.
Patiënt met graad B, wat houdt dit in?

A

uitkomst 0,5-1,0 matigeprogressief