parameters Flashcards

1
Q

parameter voor anemie

A

hb en ht (hoeveel rode bloedcellen per liter bloed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

parameters nierfalen

A

ureum (een afvalproduct van eiwit) en kreatine (een afvalproduct van de spieren) bij nierschade; laag ureum en verhoogd kreatine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

parameters infectie

A

CRP en BSE, beide meten op infectie. bij een verhoogde waarde is er een infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

parameters uitdroging

A

natrium, kalium, ureum, kreatine, hematocriet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doen rode bloedcellen

A

ze vervoeren koolstofdioxide en zuurstof. ze kunnen zuurstof naar de longen en weefsels brengen en koolstofdioxide naar de longen sturen waarna we het uitademen. erytrocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doen witte bloedcellen

A

de leukocyten, ze beschermen het lichaam tegen bacteriën, virussen en schimmels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doen de bloedplaatjes

A

deze zorgen voor de stolling in het lichaam. (trombocyten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly