Paragraaf 4: De Chinese Revolutie Flashcards
In welk jaar stortte de dynastie in en waarom?
1911 -> Doordat ze de Boksers niet konden tegenhouden zakte hun reputatie naar een dieptepunt. Er kwam chaos en ze verloren de controle over China.
Puyi (kind keizer) had Cixi overgenomen nadat ze overleed, maar hij trad ook af als laatste keizer.
Hoe kon er een einde komen aan de chaos in de dynastie?
De dynastie heel geheel afzetten en een republiek te stichten -> Sun Yatsen (leider van de nationalistische beweging) schrijft 3 volksbeginselen uit.
Wat zijn de 3 volksbeginselen die Sun Yatsen opstelde?
1) Nationalisme: tegen vreemde overheersing.
2) Volkswelzijn: sociaaleconomische verbeteringen.
3) Democratie: een parlementair stelsel volgens westers model.
In welk jaar werd de Chinese Republiek uitgeroepen en wie was de president maar niet voor lang en waarom?
In 1912: Sun Yatsen bleef niet lang staatshoofd, want hij beloofde het presidentschap aan Yuan Shikai als hij zijn kant zou kiezen.
Wat deed Yuan Shikai toen hij het staatshoofd werd?
Hij voerde geen democratie in, greep de macht en wilde en nieuwe dynastie stichten, maar hij overleed voordat dat kon.
Wat gebeurde er nadat Yuan Shikai overleed?
Er was een chaotische periode met veel krijgsheren en de president had geen controle over het land. De westerse invloed was nog steeds veel invloed. Voor de gewone Chinees verbeterde er niets.
Wat gebeurde er na de eerste wereldoorlog?
Er kwam weer een golf van nationalistisch verzet waarbij Duitsland zijn koloniale bezittingen moest opgeven. Het zou logisch zijn geweest om de Duitse bezittingen in China over te dragen aan de Chinese regering (want die kolonie was eigenlijk van China), maar die werden toegekend aan Japan.
Wat was het gevolg toen de Duitse koloniale bezittingen aan Japan werden gegeven?
Er waren in 1919 demonstraties en opstanden waarin studenten en intellectuelen een groot aandeel hadden. Hun mening was dat China van de oude confucianistische tradities af moest om goed tegenspel te kunnen bieden aan het Westen.
Wie was van de demonstraties in 1919 een van de protesteerders en wat deed hij?
Mao Zedong. Hij organiseerde studentenstakingen en gaf elke week een tijdschrift uit (in een taal die iedereen begreep). Hij bepleitte daarin een ‘grote vereniging van volksmassas’ . Hij sloot zich aan bij de Chinese Communistische Partij en kreeg een leidende rol.