Paragraaf 3 Flashcards

1
Q

Hoe begon de industriële revolutie in Engeland?

A

Doordat handarbeid werd vervangen door machines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was de belangrijkste uitvinding in de industriële revolutie?

A

De stoommachine van James watt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren nog meer belangrijke uitvindingen in de industriële revolutie?

A

Spinning jenny, een spin machine waar ipv 1 draad 16 draden tegelijk werden gespannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kwam het dat de bevolking groei zo sterk steeg?

A

Door betere landbouw en en medische ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was een van de gevolgen van de Britse economie?

A

Ze hadden kapitaal om te investeren door kolonie. En grondstoffen en de vele winst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat veranderd door de industrialisatie

A

Het handelskapitalisme veranderde in industrieel kapitalisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn industriël kapitalisten

A

Bazen van fabrieken en machines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De rol van de overheid veranderd, hoe?

A

Er ontstond een liberale markt economie en er kwam een kleine rol voor de overheid .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de sociale klasse,

A

Groepen die op basis van bezit en inkomen en vergelijkbare positie in de samenleving hebben .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit wie bestaat de sociale klassen

A

Arbeiders en rijke industriële ondernemetd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren de omstandigheden waarin de arbeiders leefden?

A

Slechte werk en leef omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat deden de arbeiders om in opstand te komen tegen hun omstandigheden

A

Vakbonden oprichten en later politieke partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In 1833 ontstond de factory act wat was het gevolg daarvan?

A

Betere kinderarbeid en veiligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat deed Robert Owen,

A

Fabriekseigenaar die opkwam voor arbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wilde industriële ondernemer

A

Vrijmarkt economie en weinig bemoeienis overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In 1832 kwam de reform Bill waar leidde dit tot?

A

Herverdeling districten waardoor fabriekssteden belangrijker werden

17
Q

Wat was het Britse rijk

A

Werkplaats van de wereld

18
Q

Door wat waren zij het rijkste land

A

Door koloniaal rijk

19
Q

Van wie kregen de Britten meer concurrentie in 1870?

A

VS en Duitsland

20
Q

Hoeveel van de wereldbevolking bezit Britse rijk

A

Een kwart

21
Q

Factory act

A

Wetten die arbeidszaken regelden

22
Q

Reform bill

A

Wet die het kiesrecht hervormde