Paragraaf 2.3 En 2.4 Flashcards
Aanslibbingskust
Kust waarbij de afzettting van materiaal overheerst.
Afbraakkust
kust waarbij het wegslaan van materiaal overheerst.
Benedenloop
Het laatste stuk van een rivier dichtbij de zee.
Branding
Het breken van golven in ondiep water (aan de kust)
Delta
Een gebied vlak voor de monding waar de rivier zich vertakt in vele rivierlopen
Erosie
Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen ijs, water of wind.
Golf
Rimpel in het water die meestal wordt veroorzaakt door de wind die over het wateroppervlak waait.
Horst
Een langs een breukvlak liggend deel van het aardoppervlak dat minder naar beneden is gezakt dan de slenk
Klifkust
Steile kust die is ontstaan doordat de zee de onderkant heeft afgebrokkeld en afgekalfd
Kustduin
Heuvel die is ontstaan doordat de wind zand op een hoop heeft geblazen.
Meander
Natuurlijke bocht in een rivier
Middelgebergte
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1500 meter hoog zijn
Sediment
Meegevoerd zand en klei Dee ltjes die bezinken, heten ook wel afzettingsmateriaal.
Sedimentatie
Afzetting van materiaal dat is meegenomen door ijs, water of wind
Slenk
Een langs een breukvlak omlaag gezakt deel van de aardkorst