paragraaf 1.1 Flashcards
Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika -> landen die na 2000 een snelle economische ontwikkeling doormaken.
BRICS-landen
De schakels waaruit een productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot eindproduct.
Productieketen
Principe dat goederen precies of tijd worden aangeleverd. Voorraadvorming en dure opslag van goederen wordt hierdoor opgewekt.
Just-in-time
Wereldhandelsorganisatie die pleit voor vrijhandel (World Trade Organisation).
WTO
Een situatie waarbij landen over en weer door het heffen vab importtarieveb de binnenlandse markt afschermen tegen buitenlandse concurrentie.
Handelsoorlog
De verschuiving op aarde van het economisch kerngebied.
Global shift
Een economie waarbij op meerdere plaatsen in de wereld belangrijke economische kerngebieden ontstaan.
Multipolaire wereldeconomie
Vestiging van Europese handelsmaatschappijen in de nieuw ontdekte gebieden van Afrika, Amerika en Azië met het doel hand te drijven.
Handelskolonialisme (1500-1800)
Fase waarin Europese moederlanden koloniën stichten die ze zelf besturen, met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen.
Industrieel kolonialisme (1800-1945)
Periode vooral tussen 1945 en 1970 waarin de vroegere koloniën onafhankelijk worden.
dekolonisatie
Periode waarin de twee wereldmachten Verenigde Staten en Sovjet-Unie vijandig tegenover elkaar staan.
Koude Oorlog
Economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere ondernemers.
Vrijemarksteconomie
Handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zo veel mogelijk worden weggenomen.
Vrijhandel
Landen die opgesloten liggen tussen andere landen en dus geen vrije toegang tot de zee hebben.
Landlocked
De wijze waarop een land wordt bestuurd.
Politieke systeem