Papier en Plastic tentamen - Notebook LM versie Flashcards

1
Q
  1. Welke rol speelden materiaal en techniek in de ontwikkeling van de schilderkunst?
A

Materiaal en techniek zijn onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de schilderkunst. De beschikbaarheid van bepaalde materialen, zoals pigmenten en dragers, beïnvloedde de stijl en techniek van kunstenaars.

Bijvoorbeeld:

Olieverf: De uitvinding van olieverf in de 15e eeuw, leidde tot nieuwe technieken zoals ‘nat-in-nat’ schilderen, wat diepere, rijkere kleuren en glacerende effecten mogelijk maakte. Kunstenaars konden hierdoor gedetailleerder werken en realistischere afbeeldingen creëren.
Doek: De introductie van doek als drager in de 16e eeuw maakte schilderijen lichter en gemakkelijker te transporteren. Dit vergemakkelijkte het maken van grotere werken en bevorderde de ontwikkeling van lossere, expressievere schilderstijlen, zoals te zien bij Rembrandt en Frans Hals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Hoe werd de kennis over materialen en technieken overgedragen door de eeuwen heen?
A

De overdracht van kennis over materialen en technieken gebeurde op verschillende manieren:

Meester-gezel systeem: Jonge kunstenaars leerden het vak door te werken in het atelier van een ervaren meester. Ze observeerden en imiteerden de technieken van hun leermeester en kregen zo de kennis mondeling en door praktijkervaring doorgegeven.
Handboeken: Vanaf de late middeleeuwen verschenen er geschriften die de gebruikte materialen en technieken beschreven. Een bekend voorbeeld is Il Libro dell’Arte van Cennino Cennini uit de 14e eeuw. Deze handleidingen gaven gedetailleerde instructies over de bereiding van pigmenten, de opbouw van schilderijen en de verschillende schildertechnieken.
Recepten en aantekeningen: Kunstenaars hielden vaak hun eigen recepten en aantekeningen bij over de gebruikte materialen en technieken. Deze documenten geven waardevolle inzichten in de individuele werkwijze van kunstenaars en de ontwikkeling van specifieke technieken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Wat is het verschil tussen fresco schilderen en schilderen op paneel?
A

Fresco schilderen is een techniek waarbij pigmenten worden aangebracht op natte kalkpleister. De pigmenten binden met de pleister terwijl deze droogt, waardoor een duurzame muurschildering ontstaat. Fresco’s zijn te vinden in de oudheid, zoals in de Minoïsche cultuur (Frescoes Akrotiri) en de Romeinse tijd (muurschilderingen in Villa Arianna).

Schilderen op paneel werd populair vanaf de middeleeuwen. Hierbij wordt een houten paneel geprepareerd met verschillende lagen gesso (een mengsel van krijt en dierlijke lijm). Op deze gladde ondergrond worden vervolgens de pigmenten aangebracht, gebonden met een medium zoals eigeel (tempera) of lijnolie (olieverf).

De keuze voor fresco of paneel hing af van factoren zoals de locatie van het schilderij, de gewenste duurzaamheid en de artistieke stijl. Fresco’s waren geschikt voor grote muurschilderingen, terwijl panelen meer flexibiliteit boden in formaat en detail.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Hoe heeft de uitvinding van de verftube de kunst beïnvloed?
A

De uitvinding van de verftube in de 19e eeuw door John Goffe Rand had een grote impact op de schilderkunst. Kunstenaars konden voortaan kant-en-klare verf kopen in tubes, waardoor ze niet langer zelf hun pigmenten hoefden te mengen en te bewaren.

Dit had verschillende gevolgen:

Meer vrijheid: Kunstenaars konden gemakkelijker experimenteren met kleur en verftechnieken.
Pleinair schilderen: De draagbare verftube maakte het mogelijk om buiten te schilderen, wat leidde tot de opkomst van het impressionisme.
Vervreemding van materialen: Doordat kunstenaars hun verf kant-en-klaar kochten, nam hun kennis over de eigenschappen van pigmenten en bindmiddelen af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Welke rol speelt technisch onderzoek in de kunstgeschiedenis?
A

Technisch onderzoek, zoals röntgenfoto’s, infraroodreflectografie en pigmentanalyse, is een belangrijk instrument in de kunstgeschiedenis. Het geeft inzicht in de gebruikte materialen, de opbouw van een kunstwerk en de werkwijze van de kunstenaar.

Dit kan helpen om:

Authenticiteit te bepalen: Technisch onderzoek kan helpen om vervalsingen te identificeren en de echtheid van een kunstwerk te bevestigen.
Restauratie te begeleiden: Kennis over de gebruikte materialen en technieken is essentieel voor het behoud en de restauratie van kunstwerken.
Kunst beter te begrijpen: Technisch onderzoek kan ons meer vertellen over de artistieke keuzes van de kunstenaar en de context waarin het kunstwerk is ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat is het belang van de geschriften van Cennino Cennini en Karel van Mander voor de technische kunstgeschiedenis?
A

De geschriften van Cennino Cennini (Il Libro dell’Arte, 14e eeuw) en Karel van Mander (Het Schilder-boeck, 17e eeuw) zijn belangrijke bronnen voor de technische kunstgeschiedenis. Beide auteurs beschrijven gedetailleerd de materialen en technieken die in hun tijd door kunstenaars werden gebruikt.

Hun werken geven ons:

Inzicht in historische werkwijzen: We leren hoe kunstenaars vroeger te werk gingen, welke pigmenten ze gebruikten en hoe ze hun schilderijen opbouwden.
Vergelijkingspunten voor technisch onderzoek: De beschrijvingen van Cennini en Van Mander kunnen worden gebruikt als referentiekader bij het analyseren van historische kunstwerken.
Kennis over de ontwikkeling van materialen en technieken: Door de geschriften van Cennini en Van Mander te bestuderen, kunnen we de evolutie van de schilderkunst en de gebruikte technieken door de eeuwen heen volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Hoe heeft fotografie de kunstwereld beïnvloed?
A

De uitvinding van de fotografie in de 19e eeuw had een grote impact op de kunstwereld. Het bracht een nieuwe manier van kijken met zich mee en stelde de traditionele rol van de schilderkunst ter discussie.

Enkele belangrijke effecten van de fotografie:

Realisme: Fotografie maakte het mogelijk om de werkelijkheid op een objectieve manier vast te leggen. Dit leidde tot een grotere nadruk op realisme in de schilderkunst, maar stimuleerde ook de ontwikkeling van nieuwe, meer subjectieve en abstracte stijlen.
Nieuwe onderwerpen: Fotografie opende de deur naar nieuwe onderwerpen, zoals het vastleggen van alledaagse scènes, portretten van ‘gewone’ mensen en landschappen.
Invloed op de compositie: De kadrering en perspectieven die in de fotografie werden gebruikt, beïnvloedden ook de compositie in de schilderkunst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Wat zijn de uitdagingen bij het conserveren en restaureren van hedendaagse kunst met nieuwe materialen?
A

Hedendaagse kunst maakt gebruik van een breed scala aan nieuwe materialen, zoals plastics, polymeren en digitale technologie. Dit stelt conservatoren en restauratoren voor nieuwe uitdagingen.

Enkele belangrijke vraagstukken zijn:

Kennis van de materialen: Veel van deze nieuwe materialen zijn nog relatief onbekend. Het is belangrijk om hun eigenschappen en verouderingsprocessen te begrijpen om te kunnen bepalen hoe ze het beste kunnen worden bewaard.
Ethische dilemma’s: Bij het restaureren van hedendaagse kunst rijzen ethische vragen over de originaliteit en de intentie van de kunstenaar.
Samenwerking met kunstenaars: In sommige gevallen is het nodig om te overleggen met de kunstenaar over de manier waarop een kunstwerk moet worden geconserveerd of gerestaureerd.
Documentatie: Het is essentieel om de gebruikte materialen en technieken nauwkeurig te documenteren om toekomstige generaties te helpen bij het behoud van hedendaagse kunst.
De technische kunstgeschiedenis speelt een cruciale rol bij het beantwoorden van deze vragen en het waarborgen van het behoud van ons cultureel erfgoed, zowel van historische als van hedendaagse kunstwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Timed - Based Media?

A

Time-Based Media omvat alle kunst die verandert in de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de belangrijkste stappen in de Daguerreotypie?

A

De basisstappen van de Daguerreotypie zijn: 1) een verzilverde koperen plaat polijsten, 2) de plaat gevoelig maken met jodiumdamp, 3) ontwikkelen met kwikdamp en 4) fixeren met een zoutoplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke rol speelde plastic in de ontwikkeling van synthetische lakverf?

A

Plastic speelde een grote rol in de ontwikkeling van synthetische lakverf, aangezien bijna alle synthetische verven op basis van plastic worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het belang van het Rembrandt Research Project binnen de technische kunstgeschiedenis?

A

Het project combineerde kunsthistorisch onderzoek met natuurwetenschappelijke technieken, zoals röntgenstraling en dendrochronologie, om Rembrandts werken beter te begrijpen en authentificeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de rol van de isolatielaag in schilderijen en welke materialen werden hiervoor gebruikt?

A

De isolatielaag beschermt de ondertekening en zorgt ervoor dat pigmenten niet door de onderliggende lagen worden opgezogen. Vaak werden lijm, lijnolie of pigmenten gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van het gebruik van zilverstift in tekenkunst?

A

Voordelen: geschikt voor delicate, gedetailleerde studies. Nadelen: het materiaal is kwetsbaar, moeilijk aan te passen en vereist geprepareerd papier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van de kunstenaar in het maakproces volgens Simon Leach en Marlene Dumas?

A

Simon Leach legt de nadruk op het materiaal en het werk zelf, terwijl bij Marlene Dumas de nadruk ligt op de kunstenaar en de directe, ongecontroleerde interactie met het materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom zou een kunstenaar zoals Michelangelo kiezen voor rood krijt in plaats van houtskool bij het maken van voorbereidende tekeningen?

A

Michelangelo gebruikte rood krijt omdat het subtielere lijnen mogelijk maakte en beter hechtte aan het papier. Rood krijt gaf ook een natuurlijke en warme toon, wat nuttig was voor het benadrukken van menselijke vormen. Houtskool zou meer geschikt zijn voor snelle schetsen en grote werken, maar was minder fijnzinnig.

17
Q

Hoe kan het gebruik van bladgoud in een schilderij zoals middeleeuwse altaarstukken niet alleen een esthetische, maar ook een symbolische betekenis hebben?

A

Bladgoud werd vaak gebruikt in religieuze kunst om heilige figuren te benadrukken, zoals de Maagd Maria of Christus. Het symboliseert de hemelse glans en de spirituele rijkdom van de figuren. Bovendien kan het bladgoud het licht reflecteren, wat bijdroeg aan het verheven karakter van de voorstelling.

18
Q

Waarom zou een kunstenaar in de 19e eeuw een voorkeur kunnen hebben voor de nieuwe acrylverf boven olieverf?

A

Acrylverf droogt veel sneller dan olieverf, wat kunstenaars de mogelijkheid geeft om sneller te werken en meerdere lagen in korte tijd toe te voegen. Dit zou nuttig kunnen zijn voor kunstenaars die geïnteresseerd zijn in experimentele technieken of die in een snelle, expressieve stijl werken. Bovendien is acrylverf flexibeler en minder vatbaar voor barsten dan olieverf.

19
Q

In welke situaties zou een schilder eerder kiezen voor het schilderen op paneel dan op doek, en wat zijn de voordelen en nadelen van beide dragers?

A

Een schilder zou een paneel kiezen voor meer stabiliteit en de mogelijkheid om fijnere details aan te brengen, omdat een paneel een gladder oppervlak biedt. Paneel is echter zwaarder en moeilijker te transporteren. Doek, daarentegen, is licht, gemakkelijk te spannen en op te rollen, maar biedt een minder glad oppervlak en kan minder geschikt zijn voor gedetailleerde werken.

20
Q

Wat is het verschil tussen een ‘doodverfstadium’ en een ‘glacislaag’ in de olieverftechniek?

A

In het doodverfstadium worden de belangrijkste kleurpartijen of licht- en schaduwpartijen vastgelegd. Een glacislaag is een transparante laag olieverf die over een opake verflaag of doodverf wordt aangebracht om de kleuren te verdiepen of te verzachten

21
Q

Wat is het basisprincipe van de hoogdruktechniek? (houtsnede) Geef een voorbeeld van een hoogdruktechniek.

A

Bij hoogdruk wordt alles wat niet mag worden afgedrukt weggesneden, zodat de inkt alleen op de overgebleven delen wordt aangebracht. Houtsnede is een voorbeeld van een hoogdruktechniek.

22
Q

Wat zijn de belangrijkste stappen bij het gieten van een bronzen beeld volgens de verloren-wasmethode?

A

Eerst wordt een model in was gemaakt. Om het model wordt een gietmantel van gips aangebracht. De was wordt uitgesmolten en de holte wordt gevuld met brons. Na afkoeling wordt de gietmantel verwijderd.

23
Q

Noem drie factoren die van invloed kunnen zijn op de keuze van houtsoort voor een schilderijpaneel.

A

Beschikbaarheid, handelsroutes en de reizen die de kunstenaar maakte.

24
Q

Noem drie problemen die zich kunnen voordoen bij het bewerken van hout en leg uit hoe deze problemen kunnen worden aangepakt.

A

○ Bewerking dwars op de nerf: Hout laat zich moeilijk dwars op de nerf bewerken. Beeldhouwers moeten de richting van de houtnerf in acht nemen bij het ontwerp.
○ Kromtrekken: Hout kan kromtrekken door een wisselend vochtgehalte. Radiaal gezaagd hout met parallelle jaarringen is minder gevoelig voor kromtrekken.
○ Barsten: Door een wisselend vochtgehalte kan hout ook barsten. Beelden kunnen uitgehold worden of uit meerdere stukken hout worden samengesteld om de werking van het hout te reduceren.

25
Q

Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten bij het bewaren en beheren van kunststoffen in een museale collectie?

A

○ Luchtkwaliteit: Zure bestanddelen in de lucht kunnen kunststof aantasten. Goede ventilatie is belangrijk.
○ Relatieve vochtigheid: Teveel vocht kan bepaalde kunststoffen afbreken. Andere kunststoffen drogen uit bij een lage vochtigheid. Een constante relatieve vochtigheid rond 50% is ideaal.

26
Q

Noem twee toepassingen van röntgenfoto’s in het technisch onderzoek van schilderijen.

A

○ Identificatie van onderliggende lagen: Röntgenstralen dringen door verflagen heen en tonen onderliggende lagen, zoals de ondertekening, veranderingen in compositie en eerdere restauraties.
○ Analyse van de drager: Röntgenfoto’s kunnen de structuur van het doek onthullen, inclusief de weefselstructuur, spanguirlandes en eventuele verkleiningen. Dit is nuttig bij het dateren en toeschrijven van schilderijen.

27
Q

Beschrijf de ethische overwegingen die een rol spelen bij het restaureren van een kunstwerk.

A

○ Oorspronkelijke functie: Moet de functie behouden blijven, zelfs als dit slijtage met zich meebrengt?
○ Geschiedenis: Moet de restauratie de geschiedenis van het object laten zien, of moet er gestreefd worden naar de oorspronkelijke vorm?
○ Noodzaak: Is de schade alleen esthetisch, of is er een risico op verder verval?

28
Q

Noem twee kenmerken waaraan je een drogenaald ets kunt herkennen.

A

Een drogenaald ets heeft een karakteristieke ‘fluwelige’ lijnenstructuur. Dit komt doordat de inkt niet alleen in de groef zit, maar ook achter de braam hangt. De lijnen zijn ook minder gedefinieerd dan bij een gewone ets, omdat de drogenaald meer vrijheid van beweging biedt.
Beeldhouwkunst

29
Q

Wat is het verschil tussen het maakproces van Francis Bacon, Simon Leach en Marlene Dumas?

A

Het maakproces van Francis Bacon kenmerkt zich door onmiddellijkheid, hij heeft geen voorbedacht plan. Terwijl Simon Leach zijn maakproces volledig heeft uitgedacht, en dat ook aan de kijker in zijn video’s uitvoerig verteld. Marlene Dumas zit er eigenlijk tussenin: zij heeft ongeveer een idee wat ze wil gaan doen in haar maakproces, maar tijdens het maken zelf veranderd er meestal toch nog wat.

30
Q

Wat is het maakproces?

A

Een interactie tussen kunstenaar, materiaal en gereedschap

31
Q
A