P4 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Hcg wat functie

A

Een hormoon die na de bevruchting nog progesteron aanmaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zorgt voor de maak van progesteron na de bevruchting

A

Hcg en daarna de placenta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij klievingsdelen

A

De bevruchte eicel deelt zich, maar de cellen groeien niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met wat is het embryo omgeven en functie daarvan

A

Vruchtwater, embryo beschermen tegen uitdroging en schokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Na hoeveel weken noem je een embryo een foetus

A

8 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Celdifferntiatie

A

Cellen die steeds meer verschillen gaan tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stamcellen

A

Cellen die nog niet zijn gespecialiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stamcellen die kunnen uitgroeien tot allerlei verschillende soorten cellen

A

Embryonale stamcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Inlading

A

Het hoofdje van de foetus zakt tot in de bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ontsluiting

A

De baarmoederhals en mond worden wijder, hierbij breken vaak de vruchtvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly