P3 H4 Flashcards
1
Q
Hoe verschilt een sub cultuur van een dominante cultuur?
A
De waarden en normen kunnen afwijken, bijvoorbeeld groen of paars haar hebben.
2
Q
Manier 1 van cultuursamenleving
A
Segregatie, de scheiding tussen groepen mensen die in buurten wonen en naar andere scholen gaan
3
Q
Manier 2 van cultuursamenleving
A
Assimilatie, aanpassen aan de cultuur van het land waar je in gaat wonen
4
Q
Manier 3 van cultuursamenleving
A
Integratie, het opnemen van een groep in de samenleving door wederzijdse aanpassing
5
Q
Masculine cultuur
A
Rollen van kan en vrouw strikt gescheiden.
Man= werken
Vrouw= zorgen voor kids en huis
6
Q
Feminiene cultuur
A
Rolverdeling man en vrouw loopt in elkaar over