p2 Flashcards
1
Q
normaalkracht
A
Kracht die loodrecht op, of vanuit, een voorwerp werkt.
2
Q
recht evenredig
A
Twee variabelen zijn recht evenredig als ze samen in dezelfde verhouding toenemen of afnemen.
2
Q
nulstand
A
De lengte van een veer als die niet wordt uitgerekt.
2
Q
resultante
A
De optelsom van alle krachten die op een voorwerp werken.
3
Q
veerconstante
A
een eigenschap van een veer die aangeeft hoe ver de veer uitrekt bij het aanbrengen van een kracht.
3
Q
uitrekking
A
De afstand waarmee de lengte van een veer toeneemt als er een kracht op wordt uitgeoefend.