OVT VTT 2 Flashcards
Beginnen
Begon, begonnen
Zijn begonnen
Begrijpen
Begreep, begrepen
Begrepen
Bekijken
Bekeek, bekeken
Bekeken
Besluiten
Besloot, besloten
Besloten
Bevallen
Beviel, bevielen
Zijn bevallen
To give birth
Bewegen
Bewoog, bewogen
Bewogen
To move
Bezoeken
Bezocht, bezochten
Bezocht
Bijten
Beet, beten
Gebeten
Blijven
Bleef, bleven
Zijn gebleven
Drinken
Dronk, dronken
Gedronken
Genieten
Genoot, genoten
Genoten
To enjoy
Gieten
Goot, goten
Gegoten
To cast
Helpen
Hielp, hielpen
Geholpen
Houden
Hield, hielden
Gehouden
To hold/love
Kiezen
Koos, kozen
Gekozen
Kijken
Keek, keken
Gekeken
Krijgen
Kreeg, kregen
Gekregen
Kunnen
Kon, konden
Gekund
Laten
Liet, lieten
Gelaten
To let
Liegen
Loog, logen
Gelogen
To lie
Lopen
Liep, liepen
Hebben/zijn gelopen
Onderzoeken
Onderzocht, onderzochten
Onderzocht