Overzicht boeken Flashcards

1
Q

Amos - datum en inhoud

A

Amos was de eerste van de schrijvende profeten en profeteerde onder koning Uzzia van Judea (792-740 B.C) en koning Jerobeam van Israël (793-753 B.C). Een periode van politieke uitbreiding en economische welvaart. Dit is vlak voor tiglat-pilleser. Zet zich af tegen grote sociale tegenstellingen.

Amos kwam uit Tekoa op ongeveer 16 km afstand van Jeruzalem. Eerder dacht men dat Amos een simpele herder was, maar door een taalkundige ontdekking wordt nu gedacht dat het ging om een veehouder van de tempel of de koning. Amos was dus waarschijnlijk een welgestelde veebezitter, voordat God hem riep om te profeteren.

Amos komt op voor de armen en richt zich tegen de schendingen van het verbond die de hogere klassen plegen tegen de armen. De armen werden onderdrukt en kregen zware belastingen over zich heen en zelfs de rechtbank werd omgekocht. Israël kon geen recht meer voeren dus Amos spoorde hen aan om zich te bekeren want anders zou Gods oordeel komen.

Amos zijn verlangen naar gerechtigheid laat Gods relatie tot de wereld zien. Hij is soeverein en houdt de wereld verantwoordelijk voor hun zonden.
Amos introduceerde de ‘doctrine of remnant.’ Het is gebaseerd op Gods belofte om het volk van Israël te behouden.

Er was lange tijd het idee dat de profeten de religie ‘uitvonden’ en dat wettelijke voorschriften pas tegen het eind van het OT tijdperk ontstonden. Amos laat het tegendeel blijken. In het hele boek wordt er namelijk vanuit gegaan dat de mensen tot wie hij spreekt weten wat er in de wet staat. Hij laat hen zien welke wetten zij allemaal overtreden met hun onderdrukking van de armen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Daniël - datum en inhoud

A

Neo-babylonian from 605 to 530 BC. Jezus zegt dat Daniël het geschreven heeft. first person –> hoofdpersoon geschreven.

koningen in daniel:
Nebuchadnezzar’s
Belshazzar’
Darius

The central question in the book is the following: ‘How will Israel be delivered and restored to their covenant role as a kingdom of priests and a holy nation?

The four major eschatological views of the book come to the fore:
deny a literal millennium or the past tense
amillennialism
postmillennialism
more literal future interpretation
historical premillennialism
dispensational premillennialism

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ester

A

Xerxes 486-465 - Esther

Niet gevonden bij Qumraan. Wordt wel door Josephus genoemd als samengesteld tijdens koningschap artaxerxes (464-424).
Helemaal buiten palestina. Oorsprong Purim. Waarschijnlijk oorspronkelijk eenheid.

Historiciteit: PPT

470 BC - veel perzische leenworden weinig Griekse, qua Hebreeuws dicht tegen Ezechiel en Ezra-Nehemia

Goddelijke soevereiniteit en interventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ezechiël

A

598 - ballingschap. In 593 geroepen als profeet in Tel-abib in babylon. begon op zijn 30e (priester leeftijd). 22-23 geprofeteerd tijdens val jeruzalem en de ballingschap. Antilegomena, betwist boek. Veel discussie omdat ie tegen wet van mozes in lijkt te gaan.

Veel profetische handelingen (graven van een gat in de muur, of de dood van ezechiels vrouw)

Val van jeruzalem 586 33:21. Hierna gaat het over hoop en beloftes.

Interpretatie van Ezechiël 40-48
Er zijn drie uitleggen voor deze hoofdstukken:
1. Deze profetieën zullen vervuld worden bij de wederkomst, in het millenium (populair, maar doet geen recht aan de symbolische en spirituele dimensies van de visioenen).
2. Deze profetieën zijn op een niet-verwachte manier vervuld na de ballingschap. De tekst is apocalyptisch en moet daarom figuurlijk opgevat worden.
3. De profetieën zijn letterlijk vervuld in de komst van Christus en de tijd van de kerk. Ze zijn hier slechts symbolisch beschreven in taal van de tempel. Deze visie bouwt voort op Jezus’ beschrijving van zijn opstanding in de termen van de tempel en de beschrijvingen van het nieuw Jeruzalem, maar doet geen recht aan de historische dimensie van de profetie.

Twee delen 1-24 over aankondigingen van oordeel over jeruzalem.
24-32 oordeel over de naties.
vanaf 33-48 hoop voor Israel.

Het boek behandelt zes kenmerkende handelingen van God:
1. God zal zijn verspreide volk terugbrengen;
2. God zal zijn volk terugbrengen naar zijn land en het zuiveren van verontreinigingen.
3. De HEER zal zijn volk een nieuw hart en een nieuwe geest geven zodat ze op zijn wegen kunnen wandelen.
4. De HEER zal de Davidische dynastie herstellen.
5. De HEER zal Israël zegenen met ongeëvenaarde welvaart en veiligheid in haar land.
6. De HEER zal zijn permanent verblijf in hun midden vestigen.
De voor Ezechiël kenmerkende zinsnede “jullie zullen weten dat Ik de HEER ben” is gefundeerd op de verhalen van de exodus en inname. Naast de traditionele connotatie van Gods betrouwbaarheid worden de woorden hier ook gebruikt om Gods toorn te rechtvaardigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Habakuk

A

Het boek Habakuk heeft geen formele superscriptie met relevante info over de leefperiode en familie van Habakuk.
joodse traditie: Hab. is een shunammite gered door Elisha.
Bel en de draak: Hab. is van Levi’s stam, daarom is hij bekend met musikale annotatie’s.
20ste eeuw form critici: Hab. is een “temple cult prophet” -> geen bewijs voor dit. psalm in 2:9-20 lastig, maar toch van Habakuk

invasie van Sennacherib op Judah in 701 BC
de Grote Verovering van Alexander de Grote in 4de eeuw BC
literair: de gebeurtenissen van het boeken lijken geen weet te hebben van een Babylonische invasie, daarom voor 605 BC (tijdens Jehoiakim).

vragen en antwoorden
Hab. klaagt over het geweld en onrechten van het land (1:2-4), gelijkaardig aan Jes. Micah en Amos. Israël is de overtreder van de wet. God gaat akkoord met Hab. en kondigt de aanval van de chaldenzen aan. Hab. ziet een dilemma: hoe kan God een nog meer goddeloos volk gebruiken om Israël (verbondbrekers) aan te vallen? (12-17) Hab. beredeneert met God door te focussen op zijn natuur (eeuwig, soeverein, en te puur om het kwaad te zien). God gaat weer akkoord met Hab. over de goddeloosheid van de chaldenzen. De gerechtvaardigden moet God begrijpen en antwoorden met integriteit en trouw.
De vijf ellendes
Gods antwoord op het dilemma is dat slechtheid gestraft gaat worden. Babylon zal vallen door afgoderij. De zichtbare, dode idolen contrasteren de onzichtbare, levende God.
Habakuk’s gebed
Hab. uit vertrouwen dat God de rechtvaardige Judeeërs zal verlossen. hij vraagt ook voor genade in Gods toorn. Vers 3 is een theofanie. Het gaat hier om God die komt oordelen en verlossen. 7-15 verbeeld Gods overwinning in kosmische termen.Hab. uit in 16-19 zijn vertrouwen in God. hij gaat van vrezend ontzag naar klam vertrouwen. De invasie was het uitvoeren van de verbondsvloeken, maar Hab. verheugt in de Heer.

Gods gerechtigheid en Zijn haat voor het kwaad. Het boek is een voorafschaduwing van wat er met de wereld zal gebeuren. Focus ligt op de gewelddadigheid en slechtheid van het instrument (Babyloniërs). Hab. moet God vertrouwen ondanks de slechte situatie.
Babylonische talmoed: Hab. 2:4 is geïdentificeerd als samenvatting van de 613 geboden. Habakuk 3 werd gelezen op de 2de dag van het wekenfeest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Haggai

A

Haggai was a historical figure, attested in the book of Ezra, which is historical accurate. Haggai means ‘born of the feast day’.
The setting of the book is Jerusalem in the second year of Darius Hystapes of Persia (522-486 BC). The latest date in the book is the year 520 BC, so no late than that

The Contents of the Book
Haggai’s burden was the indolence and the indifference of the people who, having begun the process of rebuilding their own lives and institutions, had left the temple of the Lord and other matters unattended. Their houses were luxury, while the temple was still in ruins. To solve the economic and agricultural crises, Haggai says to the countrymen to restore the temple of the Lord first. The people answer to his call and start to rebuild (1:12-15). The second temple, Haggai said, will be better than the temple of Solomon, because the shalom of the Lord is more valuable than gold, or silver. Zerubbabel, the governor of the postexilic state, is the symbol for the revival of the Davidic line,

The Purpose and Theology of the Book
Haggai is the most singleminded of all the prophets. The rebuilding of the Temple, states that God’s promises still stand. The linkage between the temple and the Davidic line is of great importancy for the promise of the messianic figure that is to come and would rule not only Israel but the whole world forever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hooglied

A

De titel Hooglied komt uit de eerste zin van het boek
Alles wijst erop dat Salomon dit boek heeft geschreven zijn naam komt 7x voor, de wijsheid over alle planten en dieren (specifiek de egyptische paarden). Tegenwoordig wordt er een beetje aan getwijfeld door sommigen. Hij heeft namelijk zo extreem veel vrouwen gehad dat hij te sletterig is om zo’n romantisch verhaal te schrijven voor maar 1 vrouw. Fair point. Echter Salomon had een ware liefde. De Sulamitische vrouw.

Allegorisch - De liefde tussen man en vrouw is eigenlijk de liefde van God voor Israel volgens de Joden. Volgens christenen is het tussen Christus en zijn kerk (amen!). Sommige zien het als onmogelijk om allegorisch op te vatten door de sexuele tint en verder is er geen directe hint uit het boek dat het allegorisch opgevat moet worden.
Cultische interpretatie - het boek is dan een hieros gamos (‘a sacred marriage’) waarin 2 goden sexueel een worden verbonden door een priesters paar. Als het boek hiervoor geschreven was is het pas later (toen het deze interpretatie niet meer had) geaccepteerd binnen het jodendom.
lyrische/dramatische interpretatie - Hiermee wordt de interpretatie zo letterlijk mogelijk. het lied beschrijft de liefdesrelatie tussen Salomon en de Shulamitische vrouw of tussen deze twee en nog een karakter, een Shulamitsche herder. Bij deze laatste interpretatie is de herder haar ware liefde en Salomon de slechterik. De formele spraak is van Salomo en liefdestaal van de herder. Dit is echter lastig te onderscheiden en verder is er geen ander boek op deze manier geschreven binnen de ANE. Daarom wordt het boek ook wel gezien als een verzameling van liefdesgedichten tussen man en vrouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hosea

A

8ste eeuw b.c. - Hosea

Tienstammenrijk (samaria i.p.v. Jeruzalem, Uzziah, Jotham, Ahaz and Hezekiah)
Assyrië bedreigt Israel - Israel probeert door bondgenootschappen en vazalschappen uit assyrische handen te blijven. (burgeroorlogen, regicide –> Tiglath Pilleser intervened, nam groot deel israel in.
Syncretisme! Van wie verwacht je hulp?

Vrouw - prostitutie 1-3, JHWH bedrogen 2, 4-14 profetieën.

Theologie:
1. Exclusieve liefde
2. Loyaliteit en erkenning
3. Israëls overspel
4. Israëls val
5. New love
6. Volk van God herenigd
7. Gods wegen zijn recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Jeremia

A

527 (roeping?) tot 586/7 (en later) = 40 jaar

Tijd van Jeremia: Turbulent
* Josia 641-609: gedood bij Megiddo. Farao op weg
naar slag bij Haran.
* Jehoahaz: 609 / afgezet door Egyptenaren.
* Jojakim: 609-598: overlijdt tijdens beleg Jeruzalem
* Jojachin 598-597: weggevoerd naar Babel
* Zedekia 597-586: wegvoering Babel

Het recente onderzoek naar Jeremia is buitengewoon
sceptisch met betrekking tot de historiciteit van de
biografische details.
* De persoon Jeremia is vooral een literaire figuur,
ingevuld vanuit Deuteronomistisch gedachtegoed
(McKane. Carroll). Het boek is pas na de dood van Jeremia geconcipieerd, en weerspiegelt het ‘ik’ van de
schrijver de postexilische spanning.
* Het boek heeft diverse ‘lagen’. -> veel doubletten en
aanhalingen uit andere teksten van de Bijbel.
* BEZWAAR: We kunnen de historische Jeremia niet laten
wegvallen achter een literaire Jeremia. Daarvoor zijn de
historische verwijzingen te concreet.

Jer. 30-33 Boek van troost

1 Het Woord van God
Soevereiniteit van God
Het oordeel van God
De wraak van God
De klacht van God
De toekomst die God belooft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Jesaja - datum en inhoud

A

Profeteerde 40 jaar van 739-700 BC tijdens Uzziah, Jotam, Ahaz en Hizkia. Belangrijke gebeurtenissen 1. val van koninkrijk Israël (722) 2. Syro-efraïmitische oorlog (734) 3. belegering Jerusalem door Sanherib (701)
In tweeën gezaagd door Manasse?

Tot verlichting geen onderscheid, daarna proto-Jesaja 1-39, deutero-Jesaja 40-66 (150 jaar later) Later werd deutro geplitst in deutro (40-55) en trito (56-66)

Jesaja 7:14
Het tweede probleem is het NT gebruik, om precies te zijn de identiteit van de moeder en zoon. Er zijn drie posities:
- Deze tekst gaat enkel over Jezus en Maria. Bewijs hiervoor is dat in vers 13-15 niet enkel Achaz, maar het huis van David wordt aangesproken.
- Deze passage gaat over Abi en haar kind Hizkia, de troonopvolger. Dit levert chronologische problemen op, aangezien Hizkia toen al 6 was.
- Het gaat over Jesaja’s vrouw en hun kind Maher-shalal-hash-baz. De profetie zou dus in hoofdstuk 8 al vervuld zijn. De parallellen tussen 7 en 8 lijken hierop te wijzen en aangezien de ene volgt op de ander pleit dit ook voor een link tussen de twee. Bij deze visie is de profetie niet zelf messiaans, maar wel een schaduw van de messias.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Job - datum en inhoud

A

Vroeg- bij abraham

The two most significant proposals for the genre of the book are a lawsuit or a dramatized lament. The genre is probably of its own category created by the author of Job.

Prologue (Chap 1-2)

Job’s prosperity
Satan’s accusation (the Lord gives permission)
Job’s experience of horrific loss
Satan wants to afflict Job more personally (the Lord gives permission)
Job struck by excruciating boils over his entire body

Dialogues (Chap 3-27):

First cycle of speech: Neither the three friends of Job and Job himself know the reason for these misfortunes Job had experienced. Each of them makes a suggestion.
Second cycle of speech: Job is tired of hearing his friends’ accusations and sees in chapter 21 the major flaw in the theology of his friends: No one of them can explain why the wicked, who have gathered wealth for themselves through corrupt practices, can unjustly continue to do so.
Third cycle: Job is so tired of hearing his friends’ accusations that he directs his speeches to and about God. He is fully convinced of God’s power and even wishes that God would bring divine condemnation against his ‘friends’ and treat them as wicked men. He refuses to give up his claim of innocence.

Monologues (chaps 29:1-42:6)

The Book of Job teaches us to trust God. It shows the big contrast between the sovereign God and the finite man.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Joel

A

Het is niet duidelijk waar Joël vandaan kwam of hoe hij profeet is geworden, alleen dat zijn naam ‘YHWH’ is God’ betekent. Joël verschuift steeds van tegenwoordige naar toekomstige tijd en daarmee ook tussen proza en poëzie.
Door het gebrek aan chronologie in het boek is het lastig vast te stellen wanneer het is geschreven. Uit de aanwezigheid van een tempel blijkt dat het geschreven moet zijn voor 586 of na 515 B.C. Verder lijkt 3:1-2 te wijzen op de ballingschap van het volk alsof het al gebeurt is. Daarnaast wordt er niet aan een koning gerefereerd, maar wel aan een Griekse slavenhandel in 3:6. Om deze redenen kan er gedacht worden in de richting van een post-exilisch werk, maar het is niet zeker wanneer Joël is geschreven.
Er zijn nauwelijks tekstvarianten van het boek. Een oude kopie van de kleine profeten uit een grot, ondersteund de masoretische tekst bijna helemaal. In onze vertalingen heeft het boek drie hoofdstukken, maar de Hebreeuwse tekst heeft er vier.

inhoud; 1:2-2:27 gaat over een sprinkhanenplaag die God tegen Zijn volk heeft gestuurd en 2:28-3:21 geeft een eschatologische belofte van zegen en oordeel.

Het centrale thema in Joël is de dag van de Heer
Een ander belangrijk thema is Gods soevereiniteit en almacht
Gods verlangen om Zijn volk te herstellen en een voorbeeld te laten zijn voor de andere volken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jona

A

onder de regering van koning Jerobeam II (793-753 BC).

Eissfeldt stelt dat het voor de tweede eeuw BC geschreven moet zijn, omdat het bekend was met de schrijvers van Sirach en Tobit. Hij ziet geen redenen om te zeggen dat het boek vanuit meerder bronnen komt.

Allegorie: ieder onderdeel van het verhaal wijst op een werkelijke gebeurtenis. Jona representeert Israël, zijn vlucht de ongehoorzaamheid voor de ballingschap, zijn tijd in de vis staat voor de ballingschap en zijn lichaam uitgespuwd op het land staat voor de terugkeer. Echter zijn er geen aanwijzingen vanuit het boek die op deze interpretatie duiden.
Gelijkenis: gelijkenissen worden vaak gevolgd met een uitleg van het verhaal, dat is niet zo bij Jona. Daarnaast is het verhaal dusdanig lang, dat het niet waarschijnlijk is. Stel, het wordt gezien als een gelijkenis, dan is dat een reden om andere narratieven die ook geen aanwijzingen hiervoor hebben, ook op deze manier te interpreteren.
Historisch narratief: de traditionele interpretatie onder zowel Joden als christenen is dat het verhaal een historisch accuraat verslag is over de profeet Jona uit de 8e eeuw BC. Wat voornamelijk wordt betwist is Jona in de vis en de massabekering van Nineve.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Klaagliederen

A

De Hebreeuwse titel van het boek klaagliederen is ‘eka (betekenis: hoe of helaas) en komt van het eerste woord uit het boek. Het is een klaaglied over de val van Jeruzalem en de tempel in 586 BC. door Babylon en wordt vergeleken met Sumerische liederen van 1.000 jaar eerder over de val van Ur en Accad. Over de eenheid wordt niet getwijfeld en het moet geschreven zijn voor 562 BC.
De auteur is vrijwel zeker Jeremia

Alle 5 gedichten beschrijven de val van Jeruzalem, de pijn en de rede. Namelijk, God zijn straf voor de zonden van Israël.

Ook is er het gebruik van personificatie - de natie als verlaten vrouw en vervolgde man. Jeruzalem als een ziek lichaam.

Theologie: De Israëlieten bevestigen dat God in zijn recht staat omdat de vloek van het verbond op hen komt. God vernietigd hen en niet de Babyloniërs. Er is hoop want de Heer luistert naar wie zich naar Hem keren en ze waren nog steeds het verbondsvolk. Dit geldt nog steeds.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Maleachi

A

Het boek zegt dat het geschreven is door Maleachi. Dit figuur wordt nergens anders genoemd of beschreven. Hij leefde na de ballingschap en is zowel chronologisch gezien als in de canon de laatste profeet. De enige historische indicatie is de verwachtte verwoesting van Edom. Sommigen zeggen dat dit een profetie is nadat het al gebeurt is en dat het gaat over de verwoesting van Edom door Babylonië Dit zou Maleachi 50 jaar voor Haggai en zacheria plaatsen. Waarschijnlijker is dat Maleachi hier profeteerde over de nog komende verwoesting in 312 v.c. Andere indicaties voor de datering van Maleachi zijn:
- Het gebruik van Peha voor Joodse ambtenaren. Dit komt pas voor het
eerst voor na de ballingschap
- Aanbidding lijkt weer normaal en geroutineerd te zijn. Dit
verondersteld een herbouwde tempel en een voortzetting van alle
priesterlijke gebruiken.
- Priesterlijke corruptie en andere zonden staan centraal in Maleachi.
Hier is nog geen spoor van te vinden in Ezra-Nehemia en de twee
andere post-ballingschap profeten
Deze drie punten lijken te wijzen op een tijd na Ezra-Nehemia, dus rond 475.

De inhoud van het boek
Maleachi wijst erop dat Israël Gods gekozen volk is. Toch gedragen de mensen zich niet zo. Zeker de priesters niet, die de eredienst hebben gecorrumpeerd. Een blijk van ontrouw was dat ze met vrouwen uit andere volken waren getrouwd. Daarom zou God ze zwaar straffen als ze van hun goddeloosheid weken. Ondanks dit alles gaf God Israël niet op. Hij gaat een bode sturen die de weg voor God gereed gaat maken en Israël gaat oproepen tot bekering. Degene die zich bekeren zullen behouden worden.

Doel en theologie van het boek
Het boek gaat heen en weer tussen Israëls zondige staat en Gods trouw en genade. Moreel verval aan Israëls kant kan niet Gods trouw aan het verbond weerhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Micha - datum en inhoud

A

Micha profeteerde net voor en na de val van Israël in 722, tijdens de regeringen van:
- Jotham (750-732)
- Achaz (735-715)
- Hezekiah (729-686)
Zijn profetieën hebben betrekking op (o.a.) de val van Iraël en Sanheribs beleg van Jeruzalem (701).
Hij was een tijdgenoot van Jesaja, in een tijd van economische welvaart, maar poltieke en sociale onrust.

732 israel assyrische provincie, 722 samaria valt.

  • Micha 3:8: de profeet roept het volk ter verantwoording voor hun misdaden tegen God.
  • Micha veroordeelt de onrechtvaardigheid tegen de minderbedeelden vooral. Zijn eigen nederige komaf als profeet uit een klein dorp (1:1) heeft hier misschien invloed gehad.
  • Andere zondes: oneerlijke handel, hebzuchtige priesters en wanorde in de gemeenschap.
  • Valse profeten spraken Micha tegen, bewerend dat God Zion en Zijn volk nooit zou oordelen of verlaten.
  • Boodschap van hoop: God zal een overblijfsel bewaren, en de Davidische koning zou over hen heersen.

Micha’s tekst is buitengewoon slecht bewaard.

17
Q

Nahum

A

Nahum kwam uit Elkosh, waarvan we niet weten waar het is. Er zijn suggesties, maar die zijn niet overtuigend.
Nahums profetie is gericht tegen Ninevé, de hoofdstad van Assyrië. Sanherib (bekend van het beleg van Jeruzalem) had de stad groot gemaakt. De stad stond bekend om haar sterke stadswal, hoge cultuur (Enuma elish en Gilgamesh zijn hier gevonden) en de wreedheid van de Assyrische legers. De stad is in 612 verwoest.

Nahum profeteert tussen de val van Thebes (663) en de val van Ninevé (612). Een preciezere datering is niet mogelijk. Hij profeteert ongeveer honderdvijftig jaar na Jona.

De enige boodschap van het boek is de vernietiging. Dit is een dubbelzijdige boodschap - het omvat zowel oordeel voor de Assyriërs als troost voor Juda.

I. Ninevé’s rechter (1:2-15)
Nahum begint met een theofanie die de rest van het boek, voornamelijk de macht van Ninevé, in perspectief zet.
De beschrijving van de val van Ninevé gaat gepaard met de beschrijving van de vreugde van Juda.
II. De HEERs oordeel van Ninevé (2)
De kracht van de HEER zoals beschreven in hoofdstuk 1 wordt nu toegepast op Ninevé, waardoor de toon verandert.
De beschrijving van de Assyriërs als leeuwen (eind hs. 2) was bekend ten tijde van Nahum.
III. Ninevé’s totale vernietiging (3)
De misère van Ninevé wordt weergegeven in tegenstellingen - het eindeloze goud is vervangen door de eindeloze lijken.
De val van Thebes wordt gebruikt als vergelijking voor de vernietiging van Ninevé.
De profetie eindigt met een rouwklacht over Ninevé met een oproep tot voorbereiding voor het beleg.

18
Q

Obadja

A

Edom en Israël
Obadja heeft het kortste opschrift van alle profetische boeken: “Het visioen van Obadja.” Dit heeft geleid tot vele discussies over het auteurschap van het boek. De Talmud verwijst naar een ‘Obadja’ uit 1 Kon. 18:1-16, maar dat is niet waarschijnlijk. Elf andere Obadjas zijn bekend in de TeNaCH, maar geen enkele lijkt te passen.

De boodschap en theologie van het boek
- Een sterke veroordeling van Edom voor haar slechte behandeling van Juda op een moment van nood.
- Edom zal vernietigd worden, terwijl Israël hersteld zal worden.
- Een boodschap van troost voor de ballingen.
- Het oordeel van Edom springt naar het oordeel van alle volken. De vestiging van Israël wordt gekoppeld aan het herstel van Israël.
- Gods gerechtigheid staat centraal. Gods heiligheid maakt dat Hij Edom zal straffen (15) op een wijze gelijkwaardig aan de misdaad (lex talonis, oog om oog, zie ook de Wet en de Wijsheidsliteratuur).
- De Dag van de HEER. Gods gerechtigheid over de hele wereld, vaak verbonden met de komst van de Messias.
- God is de Heerser van alle volken en vereist exclusieve aanbidding en eredienst.
- De straf van de volken en restauratie van Israël is verbonden met het verbond met Abraham
- Herodus de Grote is een afstammeling van Edom. Mattheüs 2 is dus een Nieuwtestamentische strijd tussen Edom en Israël.

19
Q

Prediker

A

Deze auteur is waarschijnlijk Salomon (“zoon van David, koning in Jeruzalem”) door het oude Hebreeuws en stijl. Echter lijkt het boek te wijzen op ellendige tijden en geen monarchie.
Thema van het boek is dat de mens God en zijn werken niet kan begrijpen. Hebel (ijdelheid) lijkt te wijzen op het feit dat wat de mens meemaakt buiten zijn controle is. Motief is 1. Erkennen van vergankelijkheid, 2. Het leven moet genoten worden want het is een gift van God en 3. Eerbied voor God hebben.
Er is geen consensus over de structuur. Wel een duidelijk begin en einde waarbij het motto centraal staat.

Theologie: Qoheleth vreugde is een bevestiging in zijn geloof voor de schepping ondanks zijn scepticisme. Hij bevestigd het leven zoals God het gemaakt heeft. Wijsheid kan het mysterie van het leven niet bevatten maar ondanks dat kan het leven genoten worden. Hij is zich bewust van de orde in de wereld (Gen. 1-3) en de zonde van de mens. De dood is onontkoombaar en God lijkt vaak afwezig in het leven van de mens.
Prediker laat de nutteloosheid van het leven buiten God zien en dat de kleine dingen in het leven gevierd moeten worden. Ondanks dat de schepping onder de vloek leeft (zoals Paulus ook beaamt in Rom. 8:19-21).

20
Q

Profetische boeken

A

Vroege profeten, 9: Jozua tot koningen en latere profeten: rest.

4 termen voor profetie: profeet, man van God, Ziener (roeh en hozeh) Navi (profeet) spreekt namens God. Ontvangen woorden van God door openbaringen zoals visioenen.

Profetiën in ANE, veel parallelen: Mari profetieën 18e eeuw BC. Verschil: Bijbel profetie vaak tegen volk als geheel ipv alleen koning.

Wellhausen: profeten als theologische denkers veranwoordelijk voor ethisch monotheïsme. Adviseurs van de koning.

Profeten vaak geen schrijvers, 1. oraal - 2. collectie gezegden 3- kleine collecties boeken.
commentaar: geen bewijs van volgers behalve jesaja. 2. het idee dat het voor generaties oraal werden overgegeven is twijfelachtig.
Wél hoog literaire gehalte ANE.

21
Q

Spreuken - vooral datering

A

Criteria voor late datering: 1. De vooronderstelling dat lange redevoeringen pas latere ontwikkelingen waren in Israëlische wijsheidsliteratuur. 2. Ander vooronderstelling voor het algemene late karakter, is de personificatie van wijsheid, wat op een latere Griekse invloed wijst. Hoofdstuk 1-9 zou dan later zijn bijgevoegd.
De Eerste vooronderstelling lijkt niet te kloppen door onderzoek van ANE bronnen, waarbij lange redevoeringen al lang een bestaand genre was. Ook de personificatie van wijsheid werd teruggevonden in ANE bronnen, waardoor het niet meer onder invloed valt van de Grieken.
Dmv vergelijkend onderzoek is nu de collectie van hoofdstuk 1-24 gedateerd aan het begin van het eerste millennium BC, toch in Salomo’s regeringstijd

In 700 BC werden andere spreuken (25-29) gecollecteerd die werden toegeschreven aan Salomo. Later werd Salomo als auteur van de spreuken 1-29 gezien. Andere wijsheden van bijv. Agur en Lemur werden later toegevoegd wat de uiteindelijke vorm geeft.

Volgens William McKane ging Spreuken door historische veranderingen met 3 stages; Zo hadden ze eerst het doel om als onderwijs te dienen, werd het later gebruikt in grotere gemeenschappen en is het daarna religieus gebruikt. Weakness: geen bewijs dat Israël een religieuze evolutie ondervond. Bestaan is gebaseerd op het verbond en dat laat zien dat het volk al religieus was vanaf het begin.

Wijsheid van Amenemope’ (1070 tot 945 BC

doel:
Staat in 1:2-7 en is afgebakend door het gebruik van vijf (inf.) werkwoorden: weten, onderscheiden, ontvangen, geven en begrijpen.

22
Q

Zacharia

A

Het boek bestaat uit drie hoofdonderdelen: 1) visioenen in de nacht (1-6); 2) Orakels betreft vasten (7-8); 3) Eschatologische orakels betreft Gods soevereiniteit en regering over Zijn bekeerde en herstelde volk (9-14).

Net als Haggai richt Zacharia zich op een specifieke situatie onder de regering van koning Darius. Er is een groep ballingen net teruggekeerd uit het Babylonische rijk. Het volk doet langzaam over het herstel aangezien men hun eigen belangen boven God stelt. Anders dan Haggai, richt Zacharia zich dan op de eschatologische toekomst. Op een dag zal het volk de vervulling zien van de beloften van God

In de tijd na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap kwamen er vragen op over de levensvatbaarheid van de snel-gevormde staat. Daarnaast waren er vragen over of God zich nog wel zou houden aan de verbonden die ooit gesloten waren. De drie profeten van de ballingschap, Haggai, Zacharia en Maleachi beantwoorden op hun eigen manier deze vragen.
- Haggai benadrukt het belang van de bouw van de tempel als centrale plek van aanbidding en plek waar God onder zijn volk is.
- Zacharia benadrukt meer de toekomst en hoe de slechte huidige situatie baan moet maken voor Gods rijk waarin Israël weer een centrale rol zal spelen.
- Maleachi overbrugt het verleden en het heden en wijst corruptie van de cultus af terwijl hij focust op de toekomst met nadruk op de bijzondere relatie die Israël heeft ten opzichte van God.

23
Q

Zefania

A

Zephaniah is waarschijnlijk geboren tijdens heerschappij van Mannaseh en begon zijn bediening Josiah’s hervormingen. De superscriptie is uniek:
Normaal wordt enkel de naam van de vader opgeschreven, hier worden de laatste 4 generaties opgeschreven.
Koning Hezekiah is in de genealogie terug te vinden.

Jeruzalem wordt beschuldigd van apathie en afgoderij. De boodschap is dat er hoop van verlossing is voor zij die een vrome nederigheid en onwankelbare gerechtigheid tonen. 2 aspecten van de dag des Heere:
de visitatie van de zonde van Juda
de verlossing van de natie
Zefania was dus belangrijk voor de hervormingen van Josiah.

Profetie tegen Juda
1:1-3 Dezelfde taal als in Gen. 6-7 (zondvloed). Het boek opent met de dramatische aankondiging van universeel oordeel. Leven op aarde zal vernietigd worden - Mens, vogels, vissen (allusie naar zondvloed, en omgekeerde volgorde van de schepping) - een anti-creatie.
4-6 Juda en Jeruzalem zullen gestraft worden voor hun heidense gebruiken.
Rest. aankondiging van de dag des Heere. De “dag” wordt 6 keer gebruikt, die het belang van het komende oordeel benadrukt.
2:1-3 aansporing om God te zoeken en Zijn geboden te gehoorzamen.
Profetie tegen de vreemde naties
Samen met Amos de enigste die profeteert tegen de vreemde naties.
Filistea: steden vergeleken met vrouwen als verlaten, oude vrijster, gescheiden en onvruchtbaar.
Moab en Ammon: zelfde oordeel als Sodom en Gomorrah.
Juda: hetzelfde patroon als Amos 1-2 (eerst vreemde naties, dan Judah).
Profetie van verlossing
Begint met aansporing om te wachten op de Heer. De nederigen moeten volharden. Het herstel zal een pure spraak geven aan de mensen (contrast met Babel). Jeruzalem wordt positief aangesproken (contrast met de rest van het boek). Judah zal genade krijgen. De vreemde zullen zich bekeren tot de Heer en een eerbetoon brengen. Vreugde bij het herstel van Juda.

Focus is de dag des Heere. Hieruit vertrekt de profetie van oordeel en herstel.

24
Q

Amos - ontstaanstheorieën

A

In eerste instantie werd ervan uitgegaan dat het hele boek geschreven afkomstig was van Amos, maar Wellhausen zij dat delen niet van Amos waren. Hans Wolff ziet zes stadia in ontstaan. Shalom Paul nadruk op eenheid. Later werd er een focus gelegd op een holistische visie op de het Oude Testament waardoor men er nu vanuit gaat dat Amos door een persoon is geschreven. De doxologieën zijn zo verweven met de tekst dat ze niet weggehaald kunnen worden als latere toevoeging. Hetzelfde geldt voor de epiloog die een post-exilische toevoeging zou zijn.

25
Q

Daniël - datering

A

Neo-babylonian from 605 to 530 BC

Argumenten tegen late datering:
1. The book shares the same outlook as the apocryphal and pseudepigraphical literature of the postbiblical period, especially in the use of apocalyptic genres. But other books, like Joel, Zechariah and Isaiah have it too, so it is not a strong argument
2. The place of Daniel in the canon, in the Kerhubim, suggests that the book is written late, but in fact Jewish tradition regarded Daniel not as a prophet but as a statesman with prophetic gifts.
3. Ben Sirach fails to mention Daniel as a historical figure, but also omits reference to other important historical persons (Ezra, judges, Mordecai,…)
4. Daniel 1:1 and Jer. 46:2 differ in the date of Nebuchadnezzar’s invasion of Judah, suggesting that Daniel was far removed from the events. In fact both Jeremiah and Daniel adopted a different kind of chronology.
5. The use of the term kasidim (Chaldeans) suggests a late date. But the term can also be used for the priests of Bel in Babylon as early as fifth century.
6. Reference to Darius the Mede (Dan 5:30-6:1) suggests either a fictitious figure or a confusion by the author with some other ruler. But there is no precise identification that constitute evidence that Darius the Mede was not a historical figure
7. Aramaic words in Daniel, which used to be considered as to be late Palestinian, is now considered in line with the Imperial dialect of Ezra and the Elephantine papyri. Even the Qumran Daniel texts show evidence of the early composition
8. There are 15 Persian loanwords adduced in favor of a late date of Daniel. But there is no claim of the book to be written before the Persian time. The few Greek words suggest an early date rather than a late date, otherwise many more Greek words would be used.

26
Q

Ezechiël - compostitie

A

Compositie: tot 20e eeuw - een schrijver. Daarna aanval op traditionele visie.

Noem enige kenmerken van Ezechiël die suggereren dat Ezechiël als boek een eenheid is.
- Het Hebreeuws past bij de periode van de ballingschap.
- Het boek kent een grote homogeniteit (thematisch, theologisch, stilistisch) en literaire coherentie.
- Het boek bevat 14 chronologische dateringen van visioenen.
- Door het hele boek door vinden visioenen plaats (en niet alleen in een specifiek gedeelte)
- Het hele boek kent vele overal aanwezige stijlfiguren (zie “de stijl van het boek”

27
Q

Jesaja - compositie

A

Consensus: meerdere auteurs.
1. Intern bewijs. 40-55 aan joden in ballingschap en Jeruzalem verwoeste stad in 56-66 wonen ze weer in Israël en is jeruzalem weer opgebouwd.
2. Stijl. Ander woordgebruik 1-39 en 40-66. Minder beknopt 40-66 en retoriek is (warmth and passion)
3. Theologische concepten: 40-66 opmerkingen over God uitgebreider dan in 1-39 de twee delen benadrukken ook andere aspecten 1-39 majesteit 40-66 oneindeigheid. ontwikkeling niet gebruikelijk voor 7e BC. 1-39 remnant theology, niet in 40-66.

Kritiek:
1. bij intern bewijs wordt bovennatuurlijke aard profetie ontkent.
2. Bij stijl vergeten dat stijl kan veranderen.
3. Theologische ontwikkeling past wél in 7e eeuw, kijk maar bij Micha.

Argumenten voor eenheid van het boek en vroege datering van h40-66
- Geen enkel bewijs uit manuscripten of traditie dat het boek meerdere werken bevat
- NT zegt dat 40-66 door Jesaja geprofeteerd is
- Als Jesaja 40-66 geschreven zou zijn door de meest welbespraakte profeet, was hij niet verloren gegaan in anonimiteit
- De schrijver van 40-66 lijkt niet bekend te zijn met het dagelijks leven en de situatie in Babylonië, dit zou je wel verwachten van iemand die in ballingschap schrijft
- Er wordt verwezen naar de natuur en het leven in Israël in 40-66
40-66 heeft het veel over de afgoderij in Israël. Deze zonde is na de ballingschap niet of nauwelijks meer aanwezig in Israël.
- Taalgebruik van 40-66 lijkt meer op pre-ballingschap hebreeuws dan op hebreeuws uit de ballingschap of uit de tijden erna
- Veel taalgebruik van 1-39 lijkt sterk op dat van 40-66
- Structuur van het boek pleit voor één geheel. (opening en slot lijken bijvoorbeeld op elkaar)

28
Q

Job - datering

A

Date of composition is ambiguous, because it has very old and very new words in Hebrew. Because it is wisdom literature, Bullock suggests that the first composition of the book already happened somewhere in the second millenium BC. No postexilic date because there is no concept of afterlife, addressed in both Mesopothamian and Egyptian literature. More evidence needed!

Argumenten voor vroege datering
a. Hoge leeftijd van Job (42:16): hij leefde nog 140 jaar ná zijn
lijden. Bij elkaar minstens 200 jaar. Vgl. Terah (205 jaar),
Abraham (175 jaar).
b. Job is als familiehoofd priester (1:5). Alleen brandoffers, ook
ingeval van zonde (1:5; 42:8). Ook de vrienden van Job
offeren zelf (42:8). Ook Noach en Abraham brachten alleen
brandoffers (Gen. 8:20; 22:2-13).
c. Job en zijn vrienden zijn monotheïsten, terwijl ze tot
verschillende volken behoren. Vgl. Godskennis bij
Melchizedek (Gen. 14), Abimelech (Gen. 20) en Jethro (Ex.
18). Later steeds meer polytheïsme.
d. In Job een zeer oude vorm van afgoderij, de verering van
zon en maan (31:26-27).
e. Enige overeenkomsten met de Pentateuch:
- engelen als ‘zonen van God’ in Job 1 en 2 én in Gen. 6
- karakter van satan in het boek Job en de slang in Gen. 3.
- taalgebruik en woordenschat, o.a. qesita ‘geldstuk’, in Job
42:11 en Gen. 33:19 (en Joz. 24:32).
f. In het boek Job geen verwijzing naar het volk Israël,
uittocht uit Egypte of de wet van Sinai. Wanneer het land
Us/Uz in het gebied van Edom lag, is het aannemelijk dat
Job eerder leefde [later veel rivaliteit met Edom].
g. Levensomstandigheden en dieren die wijzen op een
vroege ontstaanstijd.
h. In Qumran is een handschrift is gevonden in paleoHebreeuws, evenals bij Tora. Mozes als auteur?

29
Q

Joel - sprinkhanenplaag

A

In hoofdstuk 1 en 2 wordt er gesproken over een sprinkhanenplaag, de meesten zijn het erover eens dat het in h. 1 gaat over sprinkhanen. In h.2 gaat het volgens sommigen nog steeds over sprinkhanen en volgens anderen over een leger/legers, argumenten hiervoor zijn als volgt. In 2:4-7 (vergelijking met het leger) wordt er gesproken met ‘als’ wat meestal een vergelijking met iets in de realiteit betekent, maar het kan ook gebruikt worden om het ideaal te vertellen, in deze verzen staat dus eigenlijk waar de analogie over gaat. Verder wordt er in h. 3 over heidenen gesproken op zo’n manier dat het lijkt alsof zij iets verschrikkelijks hebben gedaan, bijvoorbeeld Jeruzalem veroveren. 2:1-11 lijkt dan een beschrijving van een inval van goed getrainde soldaten. Verder komt de ‘plaag’ uit het noorden terwijl dat niet is waar sprinkhanenplagen normaal gesproken vandaan komen, maar wel de richting waar invallen van heidenvolken vandaan kwamen. Argumenten dat het wel gaat om een letterlijke sprinkhanenplaag zijn als volgt. In 2:25 worden de sprinkhanen duidelijk geïdentificeerd met Gods leger. Daarnaast kan het gebruik van ‘als’ in 2:4-7 wel het ideaal van de analogie uitleggen, maar het is veel gebruikelijker dat het wordt gebruikt op een vergelijkende manier. De auteur vergeleek de sprinkhaneninvasie met een herkenbaar beeld, namelijk dat van een groot leger. Verder wordt er gezegd in 2:4-10 dat ze het land kapot maken, lijken op paarden, goed kunnen springen, veel geluid maken en dat ze zo veel zijn dat het donker wordt; dit past beter bij sprinkhanen dan een echt leger. De literaire parallellen tussen h1 en 2 wijzen erop dat het in beiden hoofdstukken over letterlijke sprinkhanen gaat.

30
Q

Micha - compositie

A
  • De klassieke visie: Alleen Micha 1-3 zijn Micha’s woorden, de woorden van hoop daarna botsen te hard met de doemprofetie om van dezelfde schrijver te zijn. Stijlverschillen tussen 1-5 en 6-7 en verwijzingen naar latere gebeurtenissen wijzen ook op later auteurschap.
  • De modernere visie: het boek is een door de eeuwen heen gevormde literaire eenheid. Er zijn dus toevoegingen, maar niemand is het er over eens wat (niet) toegevoegd is.
  • De visie van het boek: Eenheid van het hele boek. Er is geen reden om het niet zo te zien - de sprong van oordeel naar hoop komt vaak voor in 8e-eeuwse profetie. Andere thema’s, zoals het overblijfsel van Israël, komen in het hele boek voor.
31
Q

Nahum - kritiek compositie

A

Het acrostichon in hs. 1 zou los bestaan hebben voordat Nahum het gebruikt zou hebben, of een andere auteur het toegevoegd zou hebben aan Nahums woorden.
- De ‘Sitz im leben’ (aanleiding voor schrijven) van Nahum zou gebaseerd zijn op verscheidene liturgieën uit tijden na het Oude Testament of ANE-narratieven uit Assyrië. Deze theorieën zijn in hedendaagse discussies grotendeels vervallen, aangezien Israëls betrokkenheid met deze spiritualiteit niet bewezen kan worden.
- Omdat het hele boek duidelijk over de val van Ninevé gaat en evenementen beschrijft die nog moeten gebeuren, is er volgens het boek geen reden om te twijfelen aan de authenticiteit van het boek uit de zevende eeuw.

32
Q

Obadja - compositie

A
  1. Edoms opstand tegen koning Jehoram van Juda, begin 9e eeuw
    - Jeremia 49 lijkt Obadja te gebruiken, dus moet Obadja eerder geschreven zijn. (Maar: misschien citeert Obadja wel Jeremia, misschien citeren ze allebei wel een derde bron… Onduidelijk)
    - Obadja komt vroeg voor in de volgorde van de kleine profeten, dus is het ook vroeg geschreven in vergelijking met hen.
    (Maar: vóór Haggaï zijn de kleine profeten sowieso niet chronologisch geordend. Net als Amos en Joël focust Obadja op de Dag van de HEER, vandaar de plaatsing.)
    - Argument tegen de datering: er zijn geen indicaties dat Juda door de grote pijn beschreven in Obadja ging tijdens de opstand van de Edomieten tegen Jehoram.
  2. Edoms rol in de val van Jeruzalem (586)
    - Het is de enige gebeurtenis in Israëls geschiedenis met Edom die zo veel leed voor de Israëlieten teweegbracht.
    - De hierboven genoemde teksten indiceren expliciet naar Edomitische deelname aan de vernietiging van Jeruzalem.
  • v. 17-21 zou later geschreven zijn (Eichhorn)
  • v. 15-16 zou ook later geschreven zijn (Welhausen) - de profetie springt hier van alleen gericht op Edom naar alle volken.
  • Verschillende auteurs hebben het boek nog verder opgeknipt.
  • Maar andere, meer hedendaagse scholieren pleiten voor de eenheid van het boek.
33
Q

Zacharia - datering en auteur

A

Datering en auteurschap van het boek
Er worden verschillende data vermeldt in het boek zelf:
1:1 ‘de achtste maand, in het tweede jaar van Darius’: oktober/november 520 BC.
1:7 ‘Op de vierentwintigste dag van de elfde maand – dat is de maand Sjebat – in het tweede jaar van Darius’: 15 februari 519 BC
7:1 ‘Het gebeurde in het vierde jaar van koning Darius, op de vierde van de negende maand, in de maand Chisleu’: 5 december 518 BC

De vroegst mogelijke datum van het boek is dus 518 BC, want de datum gegeven in 7:1 is de laatst gegeven datum in het boek zelf. Het boek is waarschijnlijk in een periode na dit jaar geschreven.
Soms wordt het boek ook veel later gedateerd, wat ook invloed heeft op de discussie over het auteurschap. Vooral hoofdstuk 9-14 worden later gedateerd en Zacharia wordt dan dus uitgesloten als auteur. Dit om de volgende redenen: 1) referentie naar Griekenland (9:8); 2) de waarschijnlijke verwijzing naar Alexander de Grote en de Diadochen (Macedonische generaals in het leger van Alexander) (9:1-10); 3) vermeende referenties naar tweede eeuwse Joodse priesters Simon, Menelaus en Lysimachus (11:4-17).

Het boek stelt dat de linken zodanig vaag zijn dat ze niet serieus genomen moeten worden en de verwijzing naar de Grieken te verklaren valt, omdat in de 6e eeuw Griekenland ook al een grotere macht was.

34
Q

Zefania - compositie

A

OT critical scholars of the 19th and 20th century: de huidige vorm is de combinatie van late pre-exilische geschriften van Zefania en latere post exilische materiaal. Zefania 3 is een toevoeging omdat de eschatologische beschrijving enkel past in het denken van post-exilisch Israël.
Otto Eissfeldt: 1:2-2:3 is geschreven door Zefania
Sellin en Fohrer: 1:2-2:3 is een kern van Zefania’s materiaal verwoven met post exilische materiaal. (bv. vers 4-5 zijn van Zefania, maar 1:2-3 is een toevoeging.
Tegenreactie: het idee hierboven is subjectief. Men vertrekt vanuit een vooroordeel over het verstaan van Hebreeuwse profetie.
Er is geen enkele reden waarom Zefania hoofdstuk 3 niet zou hebben geprofeteerd. De thema’s komen ook voor bij andere profeten (Amos en Jesaja).