Overige begrippen Flashcards

1
Q

Annexatie

A

Inlijving, verovering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Appeasement

A

Verzoening, politiek van concessies aan een agressor om oorlog te vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Asmogendheden

A

Alliantie van Duitsland, Italië en Japan tijdens de 2e wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Blokkade

A

Afsluiting van de buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Censuur

A

Toezicht op boeken, artikelen, film, radio-uitzendingen en andere publicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Centralen

A

Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en hun bondgenoten in de 1e wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Collaboratie

A

Samenwerken met de vijand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Collectivisatie

A

Het in gemeenschappelijk bezit van land, vee en werktuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eenpartijstaat

A

Staat waarin 1 politieke partij is toegestaan die alle macht in handen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Endlösung

A

Naziterm voor de massamoord op joden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Front

A

Voorste gebied waar gevochten word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geallieerden

A

Bondgenoten, in de 2 wereldoorlogen de landen die tegen Duitsland vochten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gelijkschakelen

A

Het aanpassen van maatschappelijke organisaties aan de ideologie van de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Getto

A

Stadswijk waar joden moeten wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Grote depressie

A

De langdurige economische crisis van de jaren 1930

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Interbellum

A

Periode tussen 2 de wereldoorlogen (1918-1939)

17
Q

Loopgraaf

A

Uitgegraven gang voor soldaten ter bescherming tegen de vijand

18
Q

Militarisme

A

Verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft

19
Q

Nazisme

A

Nationaalsocialisme

20
Q

Non-coöperatie

A

Weigering om met de koloniale overheid samen te werken

21
Q

Pogrom

A

Gewelddadige uitbarsting van jodenhaat

22
Q

Tijd van de wereldoorlogen

A

9e tijdvak (1900-1950)

23
Q

Recessie

A

De achteruitgang van de economie

24
Q

Wapenstilstand

A

Afspraak tussen oorlogvoerende landen om niet meer te vechten

25
Q

Wapenwedloop

A

Race om de beste en meeste wapens te krijgen