Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Spijsvertering & Stofwisseling > Overig > Flashcards

Overig Flashcards

1
Q

Behandeling voor reflux oesofagititis

A

Leefstijladviezen, antireflux chirurgie, PPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sarcopene obesitas

A

Verlies van spiermassa en spierkracht bij gelijkblijvend gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cholestase

A

Gaat in regelmaat gepaard met jeuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Portale hypertensie

A

Druk in venae portae is te hoog (dus niet in de vene van de lever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tekenen van livercirrose bij LO

A

Icterus, erythema palmara, caput Medusa en spider naevi, ascites, verwardheid, gonadale atrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hemochromatose

A

Ijzerstapelingsziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

MELD-Score

A

Bilirubine, INR, creatinine en natrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Child Pugh score

A

Bilirubine, ascites, encefalophatie, INR en albumine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de meest voorkomende indicatie in Nederland voor levertransplantatie

A

PBS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de meest voorkomende vorm van kanker waar levertransplantatie voor wordt verricht

A

HCC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Korte verzuurketens in de darm door bacteriën

A

Hebben geen ontstekings bevorderend effect op de afweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voornaamste oorzaak voor ontstaan anuscarcinoom

A

HPV dragerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HIPEC operatie

A

Chirurg verwijdert tumorweefsel uit buikholte en spoelt daarna met verwarmde chemotherapie bij uitzaaiing in buikvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

PSC verhoogde kans op krijgen

A

Colitis ulcerosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ligamentum falciforme

A

Ventraal mesenterium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ligamentum teres hepaticus

A

A. Umbilicalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ligamentum venosum

A

Ductus venosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Barrières ingebouwd in werkomgeving om suboptimale gebeurtenissen te voorkomen komen voort uit

A

System approach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Reizigersdiarree welke ab

A

Azitromycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

H.pylori behandeling

A

Esomeprazol, amoxicilline en claritromycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Behandeling maagklachten (na 2 weken her test)

A

Antacidum, h2 receptorantagonist, PPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Risico op HCC

A

Hepatitis c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Risico op HCC

A

Na doorgemaakte hepatitis b infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Onderhouds behandeling colitis ulcers

A

Mesalazine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Behandelplan IBD inductie fase

A

Mesalazine of predniosolon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Meest voorkomende oorzaak bij feces incontinentie bij post menopauzale vrouwen

A

Pudendus neuralgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Osmotische diarree words veroorzaant door galzuren malabsorpie?

A

Onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welk carcinoom heeft betere prognose colon of oesofagus?

A

Colon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Y in stadiering

A

Staat voor bepaald NA behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

PRISMA methode (3 componenten)

A

Incidentiebeschrijving, oorzakenclassificatie vertaalslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Prevalentie ondervoeding ouderen tijdens acute opname in ziekenhuis

A

> 40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Diagnostische test bij gardia lamblia

A

Cyste of trofoiziet in feces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Diagnostische test bij ascariasis

A

Ei of worm in feces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Strongyloidiase diagnostiek test

A

Larven in feces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Strongyloidiase overdraagbaar

A

Via bloten voeten. Huidcontact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Enterobiasis test

A

Plakband test

37
Q

Leverambeubiasis test

A

Antilichaam in serum

38
Q

Schistosomiasis overdraagbaar

39
Q

Ascariasasis overdraagbaar

A

Fecaal\oraal voedsel

40
Q

Cysticerose overdraagbaar

A

Via besmet voedsel, varken

41
Q

Tumormarker cholangiocarcinoom

42
Q

Tumormarker coloncarcinoom

43
Q

Tumormarker HCC

44
Q

Tumormarker ovariumcarcinoom

45
Q

Portocavale anastomose (3)

A

Distale oesofagus, para-umbilicaal (splanchnisch) en rectaal (soms ook retroperitoneaal)

46
Q

IBD geeft risico op coloncarcinoom controle:

A

8 jaar na start IBD klachten endoscopische controle

47
Q

Meckels divertikel

A

Uitstulping van dunne darm (donkerrood bloed ontlasting)

48
Q

Osmotische diarre treedt op bij

A

Lactase deficiëntie

49
Q

5 alarmsymptomen maag wanneer je endoscopie gaat doen

A

Haematemesis, meleana, passageklachten, gewichtsverlies, vroege verzadiging

50
Q

Regel van coourvoisier

A

Ictereus, pijnloze palpabele vergrote galblaas, komt het meeste voor bij pancreaskopcarcinoom

51
Q

Enamelstoornis

A

Coeiliakie

52
Q

Drie meest voorkomende oorzaken van pancreatitis

A

Alcoholabuses, galsteenlijden, medicamenteus

53
Q

Meta-analyses

A

Publicatie bias

54
Q

Survival analyse

A

Lead-time bias

55
Q

Sensitiviteit & specificiteit

A

Spectrum bias

56
Q

Opname ijzer

57
Q

Opname b12 aan intrinsicfactor

58
Q

Granulomen IBD welke

59
Q

Xerostomie

A

Extreem droge mond

60
Q

Vitamine b 12

A

Vlees producten

61
Q

Foliumzuur

A

Groente slikken bij zwangerschap

62
Q

Een jaar na een oesofagus resectie en buismaagconstructie

A

Hebben patiënten nog last van snelle verzadiging en reflux

63
Q

Welke hepatitis zijn goed te genezen

64
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van acuut leverfalen in Europa

A

Drug induced liver failure

65
Q

Behandeling acute fase slokdarm varices

A

Antibiotica en ocreotide

66
Q

Syndroom mirizzi

A

Galwegobstructie door extrinsieke compressie van de distale levergang door galsteen

67
Q

Ascites acute behandeling

A

Zoutbeperking, diuretics, ascites punctie

68
Q

Enterobiasis (enterobius vermicularis)

A

Komt het meeste voor

69
Q

4 mogelijke oorzaken van levercirrose

A

Alcohol abusing, hepatitis b, hemochromatosis, PSC

70
Q

Welke twee structuren bevinden zich in het Ligamentum hepatoduodenale

A

Arteria hepatica propria, ductus choledochus

71
Q

Drie factoren screening ondervoeding

A

Gewichtsverlies, lage spiermassa, lage BMI

72
Q

MELD SCORE twee dingen

A

Bepaalt ranking op de wachtlijst, voorspelt mortaliteit ten gevolge van lever falen

73
Q

H. Pyloric verhoogd kans op

A

Maagcarcinoom

74
Q

Billroth 1

A

Gastroduodenostomie (alleen als duodenum mogelijk is)

75
Q

Billroth 2

A

Gastrojejunostomie (dumping syndroom)

76
Q

Roux - y - Y

A

Oesofagojejunostomie (dumping en vitamine b12 deficiëntie)

78
Q

Gedecompenseerde levercirrose

A

Icterus, verminderd bewustzijn, ascites

79
Q

Meest voorkomende oorzaak verlies levertransplantaat binnen een week na transplantatie

A

Arteria hepatica trombose

80
Q

Acute fase van collitses ulcerosa 6-10 per dag ontlasting of meer

A

Prednisolon

81
Q

Vrij lucht na operatie

A

Is normaal tot 5-7 dagen na operatie

82
Q

Appendicitis komt vaker voor bij

83
Q

MMF bijwerking

A

Mycofenolaat mofetil (MMF) is een immunosuppressivum dat vaak wordt voorgeschreven aan patiënten die een niertransplantatie hebben ondergaan om afstoting van de transplantaat te voorkomen. Een belangrijke bijwerking is dat het de dunne darmvlokken kan aantasten, wat kan leiden tot vlokatrofie, vergelijkbaar met wat er gezien wordt bij coeliakie.

84
Q

Stap 1 bij incontinentie voor ontlasting

A

Vezels en bekkenbodemfysiotherapie

85
Q

Stap 2 bij incontinentie voor ontlasting

A

rectaal spoelen en verwijzing naar gespecialiseerde bekkenbodemkliniek zijn beide juist

86
Q

Wanneer ab bij diverticulitis

A

Als abces groter is als 2-3 cm

87
Q

Clostridium/clostridiodes difficile infectie behandeling

A

Metronidazol

88
Q

Acute pancreatitis beeld

A

Geen koorts, niet geel, lipase omhoog en acute bovenbuikpijn

Spijsvertering & Stofwisseling (2 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions