Overig Flashcards
Economisch kapitaal
Financieel bezit en inkomen.
Sociaal kapitaal
De connecties, netwerken en de graad van eer en respect die een groep geniet.
Cultureel kapitaal
Culturele competenties, waaronder kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor hoge sociale posities.
Primaire socialisatie
Directe persoonlijke relaties, informeel en vanzelfsprekend - gezin en peergroup (sociale huid)
Secundaire socialisatie
Leren hoe men zich moet gedragen in formele(re) omstandigheden en omgevingen. Gedragingen kiezen en wisselen afhankelijk van omgeving. Collectieve rituelen. - school, verenigingen en werk (sociale kleren)
Tertiaire socialisatie
Waarden, normen en gedragspatronen worden impliciet overgedragen door anonieme socialisatoren. - Media, literatuur en rolmodellen (sociale accessoires)
Sociale identiteit
Een deel van iemand zelfbeeld dat is afgeleid van zijn kennis over de groep(en) waar hij deel van uitmaakt.
Externe collectieve identiteit
De aanduiding voor wat mensen ten aanzien van een groep als kenmerkend en blijvend beschouwen.
Functies van Socialisatie
- Continuering van de cultuur en de samenleving
- De verandering van de cultuur van de samenleving en van groepen daarbinnen
- Identificatie met de eigen groep en cultuur
- Identiteitsontwikkeling
- Het reguleren van gedrag - voorspelbaarheid + overzichtelijkheid
De 5 Dimensies van Hofstede
- Grote vs Kleine machtsafstand - (In hoeverre accepteren en verwachten minder machtigen dat de macht ongelijk verdeeld is)
- Individualistisch vs Collectivistisch - Prevaleert het groepsbelang of het individu)
- Masculien vs Feminien - (Masculien = genderrollen duidelijk gescheiden, Feminien = Genderrollen overlappen)
- Mate van Onzekerheidsvermijding - (De mate waarin leden van een cultuur zich bedreigd voelen door een onzekere situatie. Hoog = het leven wordt beheerst door regels en wetten, Laag = zo min mogelijk regels)
- Lange - of kortetermijngerichtheid - (Lang = streven naar beloning in de toekomst en dus spaarzaamheid, Kort = hechten aan traditie, respect, het nu)
Politieke Dimensies
- Macht, geld, gelijkheid
- Links vs Rechts
- Links = Meer invloed op economisch gebied, grotere rol staat
- Rechts = Minder invloed op economisch gebied, kleinere rol staat - Progressief vs Conservatief
- Nationalisme vs Internationalisme - Relaties tot andere landen en het behoudt van Nederland
- Materialisme vs Postmaterialisme - gericht op produceren en distribueren
- Materialisme = Gericht op tastbare zaken
- Postmaterialisme = Gericht op abstracte zaken