Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Linde infectie & inflammatie > Oude tentamens > Flashcards

Oude tentamens Flashcards

1
Q

Wat is het werkingsmechanisme van bètalactamantibiotica?

A

Remming celwandsynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Welk intraveneus toegediend antibioticum zou je op basis van farmacokinetische en farmacodynamische eigenschappen ook effectief kunnen
toedienen als continue infusie?

A

Flucloxacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een patiënt wordt op de SEH gezien vanwege een pneumonie. De arts wil ceftriaxon intraveneus voorschrijven. De patiënt blijkt echter in het
verleden een allergische huidreactie te hebben gehad na feneticilline.
Wat is de kans dat de patiënt een allergische reactie ontwikkelt op ceftriaxon?

A

1-2%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ook zijn antinucleaire antistoffen (ANA) aanwezig.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

A

SLE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij een 58-jarige vrouw wordt de diagnose reumatoïde artritis gesteld.
Wat is de meest gebruikelijke eerste keus medicamenteuze behandeling?

A

Methotrexaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar moet de initiële behandeling van polymyalgia reumatica uit bestaan?

A

Prednison 15 mg/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een 16-jarige patiënte komt bij je op het spreekuur van je huisartsenpraktijk met sinds 3 jaar huidafwijkingen in het gelaat. Zij is verder goed
gezond en heeft zelf getracht de huidafwijkingen te behandelen door de huid met water en zeep te wassen en de puistjes aan te stippen met
alcohol 70%.
Welke behandeling is bij deze patiënte aangewezen?

A

Benzolyperoxide gel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Na het gebruik van sommige whirlpools kunnen sommige mensen een huidaandoening oplopen. Deze zogenaamde whirlpool-dermatitis wordt
gekenmerkt door jeukende, rode maculae, papulae en/of pustulae, die na 7-10 dagen spontaan verdwijnen.
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak?

A

Pseudomonas in het water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een 3-jarige die niet gevaccineerd is volgens het Rijksvaccinatie programma (RVP) komt bij de huisarts met hoesten, conjunctivitis en fotofobie. Hij
heeft een snotneus en koorts. Er begint zich een rash te ontwikkelen.
Welke virusinfectie is het meest waarschijnlijk de oorzaak van de klachten?

A

Mazelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vier maanden na een niertransplantatie wordt een 45-jarige vrouw dyspnoïsch en ontwikkelt zij hoge koorts en een droge hoest. Op de HR-CT van
de longen worden dubbelzijdige interstitiële afwijkingen gezien. In de broncho-alveolaire lavage(BAL)vloeistof vindt men zilverkleuring cysten. Er
wordt ook een PCR verricht.
Wat is het meest waarschijnlijke micro-organisme dat deze opportunistische infectie veroorzaakt?

A

Pneumocystis jiroveci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een 36-jarige man komt bij de huisarts in verband met sinds circa 2 weken gierende hoestaanvallen, die nu al 2 keer zijn geëindigd met een collaps.
Wat is hier de meest waarschijnlijk werkdiagnose?

A

Kinkhoest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een 75-jarige vrouw is sinds zes weken terug van een lange rondreis door West-Afrika, waar ze met een cruise-schip heen en terug is gevaren. Het
is winter en zij krijgt hoge koorts, hoesten, hoofdpijn, spierpijn en diarree.
Wat is de meest waarschijnlijke verwekker van haar infectieziekte?

A

Influenzavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een 24-jarige studente komt op de SEH met sinds enkele dagen hoofdpijn, lichtovergevoeligheid en koorts. Zij maakt een niet acuut zieke indruk,
haar temperatuur is 39 ̊C en er lijkt nekstijfheid. De neuroloog verricht liquoronderzoek: leukocyten 340 x 109/ l (normaal: < 12), vooral
mononucleair, erytrocyten 10 x 109/ l (= normaal), glucose 3,7 mmol/l (= normaal), eiwit 550 mg/l (normaal < 500 mg/l). De HIV test is negatief.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

A

Virale meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een Amerikaan is op doorreis van India naar Boston. Op Schiphol, tijdens het overstappen, blijkt hij te ziek om verder te reizen. Hij heeft hoge
koorts en een vurig rood been bij een cellulitis. Na 4 dagen flucloxacilline i.v. en compressietherapie is hij niet opgeknapt en heeft hij nog steeds
hoge koorts. Echo toont geen abcedering of trombose.
Welk ander antibioticum moet er nu gegeven worden?

A

Vancomycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit een bloedkweek van een patiënt in een chirurgische intensive care unit met een centrale lijn komt Candida albicans.
Wat is de meest waarschijnlijke bron van dit micro-organisme?

A

Patiënt zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een jonge man valt hard met z’n fiets, waarbij hij een gecompliceerde cruris fractuur oploopt. Hij wordt opgenomen en geopereerd. Een aantal
dagen later krijgt hij koorts en een pijnlijk been. Er is sprake van acute osteomyelitis. De bloedkweek wordt positief met Grampositieve bacteriën.
Welk micro-organisme is meest waarschijnlijk de oorzaak?

A

S. Aureus

16
Q

Duur >10 dagen?
Acute diarree tijdens reizen?
Colitis na antibiotica-gebruik?
Voedselintoxicatie?

Enterotoxigene E. coli
Giardia lamblia
Clostridium bolulinum
Enterotoxigene E. coli
Clostridium difficile

A

Duur >10 dagen –> Giardia lamblia
Acute diarree tijdens reizen –> Enterotoxigene E. coli
Colitis na antibiotica-gebruik –> Clostridium difficile
Voedselintoxicatie –> Clostridium bolulinum

17
Q

In een laboratoriumexperiment worden Salmonella enteritidis steeds overgeënt op een voor deze bacteriën geschikt voedingsmedium. Deze
zogenoemde continue passage leidt er toe dat de stam die eerst fimbriae had, deze nu verliest.
Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor dit fenomeen?

A

Verlies van hechtvermogen

18
Q

Tuberculose
Invasieve pulmonale aspergillose
Campylobacteriose
Meningokokkensepsis

T-cel deficiëntie
Complementdeficiëntie
gA deficiëntie
Langdurige neutropenie

A

Tuberculose –> T-cel deficiëntie

Invasieve pulmonale aspergillose –>Langdurige neutropenie

Campylobacteriose –> IgA deficiëntie

Meningokokkensepsis –> Complementdeficiëntie

19
Q

Het basaal reproductiegetal (=R0) van een infectieziekte is het gemiddeld aantal secundaire besmettingen in een bevolking zonder immuniteit
tegen die ziekte; het is dus een maat voor besmettelijkheid.
Zet in de juiste volgorde (lage R0 naar hoge R0).

Mazelen
Seizoensgriep
COVID-19 (nieuw coronavirusinfectie)
Waterpokken

A

1 Seizoensgriep
2 COVID-19 (nieuw coronavirusinfectie)
3 Waterpokken
4 Mazelen

20
Q

Elk jaar zijn er wereldwijd 3-5 miljoen gevallen van ernstige influenzavirus-infecties tengevolge waarvan er 250.000 tot 500.000 doden per jaar
vallen. Elk jaar wordt er weer geprobeerd het griepvaccin tegen de op dat moment circulerende stammen van influenzavirus A en B zo effectief
mogelijk te laten zijn. Echter, in sommige jaren is het vaccin minder effectief in het neutraliseren van het virus ook al zijn de circulerende stammen
van hetzelfde type bv beide H1N1.
Welk mechanisme is hiervoor verantwoordelijk?

A

Antigene drift

21
Q

Een hiv-positieve patiënt die inmiddels aids heeft ontwikkeld is recent behandeld voor een cytomegalovirus pneumonie.
Voor welke andere CMV ziekte is deze patiënt nu ook at risk?

A

Retinitis

22
Q

Bij welk antibioticum zijn we het meest bedacht op nierfunctiestoornissen?

A

Gentamicine

23
Q

Wat is het werkingsmechanisme van quinolonen (antibiotica)?

A

Remming nucleïnezuursynthese

24
Q

Stanley is twee jaar oud. Zijn ouders zijn afkomstig uit Haïti. Hij wordt opgenomen vanwege koorts gedurende 14 dagen die niet reageert op
paracetamol en andere antipyretica. In tegenstelling tot zijn normale gedrag is hij erg prikkelbaar. Aan de huid is een polymorf exantheem te zien.
Zijn oogleden zijn ontstoken en zijn lippen zien rood en vertonen kloofjes. De lymfeklieren in de hals zijn gezwollen. Bij uitgebreid
laboratoriumonderzoek wordt alleen een verhoogd aantal trombocyten in het bloed en leukocyten in de urine gevonden. Kweken van keel en urine
zijn niet afwijkend. Ook verder worden geen aanknopingspunten gevonden voor de oorzaak van de koorts.
Op grond van deze bevindingen stelt de kinderarts een werkdiagnose en stelt een behandeling in. Hij vertelt de ouders dat bij deze diagnose soms
complicaties kunnen optreden.
Op welke complicatie is de kans bij Stanley het grootste gezien het bovenstaande verhaal?

A

Myocardinfarct

25
Q

Wat is de meest aangewezen behandeling van impetigo vulgaris op de wang?

A

Fusidinezuur creme

26
Q

Een 42-jarige patiënte komt op je spreekuur met huidafwijkingen. Je stelt de diagnose rosacea.
Van welke factoren is bekend dat zij een verergerend effect kunnen hebben op dit ziektebeeld?

A

Alcohol en hete spijzen

27
Q

Wat is de meest waarschijnlijke tijdsrelatie tussen de start van een nieuw middel en het ontstaan van een erythematopapuleuze reactie?

A

1-2 weken

28
Q

Bij een 70-jarige patiënt wordt een vasculitis vastgesteld. Vermoed wordt dat dit op basis van een reactie op een geneesmiddel is ontstaan.
Welk type reactiepatroon is dit in de indeling van Gell en Coombs?

A

Type 3

29
Q

Endocarditis bij IV drugsgebruikers door?

A

S. Aureus

30
Q

Welk celtype zal bij een patiënt met een toegenomen gevoeligheid voor schimmel-, protozoaire en virusinfecties waarschijnlijk deficiënt zijn?

A

T-lymfocyten

31
Q

T-cel deficiëntie
Neutrofiele dysfunctie
Barrièrefunctie
IgG1 deficiëntie

Kiezen uit:
AIDS
Catheter à Demeure (urinecatheter)
Hyperglycemie
CVID

A

T-cel deficiëntie –> AIDS
Neutrofiele dysfunctie –> Hyperglykemie
Barrièrefunctie –> Catheter à Demeure (urinecatheter)
IgG1 deficiëntie –> Common Variable Immune Deficiency (CVID)

32
Q

Welke antistoffen bij SLE?

A

Anti-ds-DNA of ANF

33
Q

Welke antistoffen bij Sjögren?

A

Anti-SSA

34
Q

Welke antistoffen bij reumatoïde artritis?

A

ACPA

35
Q

Welke antistoffen bij granulomatosis with polyangiitis?

A

ANCA

Linde infectie & inflammatie (1 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions