Osteo- en Myologie enkel en voet Flashcards

1
Q

Welke spieren behoren tot de ventrale spiergroep?

A

m. tibialis anterior
m. extensor digitorum longus
m. extensor hallucis longus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke spieren behoren tot de diep dorsale groep?

A

m. flexor digitorum longus
m. flexor hallucis longus
m. tibialis posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Innervatie

m. flexor hallucis longus

A

n. tibialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk botstuk is dit?

A

Caput tali met facies articularis navicularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Innervatie

m. tibialis posterior

A

n. tibialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Innervatie

m. extensor hallucis longus

A

n. fibularis profundus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem E,F & G

A

Ossa Cuneiformia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Innervatie

m. Soleus

A

n. tibialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Origo & Insertie

m. tibialis posterior

A

Origo = tibia en fibula

Insertie = os naviculare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verbindingen Tibia & Fibula

Hoe heet het gewricht aan de onderkant?

A

art. tibiofibularis distalis

Dit zjin allemaal synoviale gewrichten, dus met synovia ertussen en een kapsel eromheen maar er is geen beweging mogelijk. Dit komt doordat er een strak ligament omheen zit zowel aan de bovenkant als onderkant. (Syndemosis tibofibularis.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke spieren behoren tot de oppervlakkige dorsale groep?

A

m. triceps surae
m. plantaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functie

m. extensor digitorum longus

A

BSG = dorsaalflexie

OSG = eversie (pronatie)

dorsaalflexie basis, midden- en eindgewrichten II - V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Origo & Insertie

m. peroneus longus & brevis

A

Origo = condylus lateralis tibia

Insertie = basis os MetaTarsale 1

Bij brevis =

Origo = fibula

Insertie = 5e middenvoetsbeentje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk botstuk is dit?

A

facies articularis inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het bovenste spronggewricht?

A

art. talocruralis

Kop = talus

Kom = Tibia en Fibula

Plantairflexie & Dorsaalflexie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verbindingen Tibia & Fibula

Hoe heet het membraan in het midden?

A

membrana interossea crusis (syndemosis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Functies

m. tibialis posterior

A

BSG = plantairflexie

OSG = inversie (supinatie)

ondersteuning van het lengte- en dwarsgewelf van de voet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Functies

m. flexor hallucis longus

A

BSG = plantairflexie

OSG = inversie (supinatie)

plantairflexie basis- en eindgewrichten MTP 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Functie

m. extensor hallucis longus

A

BSG = dorsaalflexie

OSG = ondersteunt zowel in- en eversie.

dorsaalflexie grote teen basis- en eindgewricht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Benoem A

A

Calcaneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Innervatie

m. flexor digitorum longus

A

n. tibialis

22
Q

Functies

m. soleus

(triceps surae samen met m.gastrocnemicus)

A

BSG = plantairflexie

OSG = inversie (supinatie)

23
Q

Hoe worden de 3 delen van lig collaterale laterale genoemd?

A

Lig. talofibulareanterior

Lig. talofibulareposterior

Lig. calcaneofibulare

24
Q

Welke botstukken zijn dit?

A

Facies malleolaris medialis en lateralis

25
Q

Verbindingen Tibia Fibula

Hoe heet het gewricht aan de bovenkant?

A

art. tibiofibularis

Kop = tibia

Kom = fibula

Dit zjin allemaal synoviale gewrichten, dus met synovia ertussen en een kapsel eromheen maar er is geen beweging mogelijk. Dit komt doordat er een strak ligament omheen zit zowel aan de bovenkant als onderkant. (Syndemosis tibofibularis.)

26
Q

Origo & Insertie

m. flexor digitorum longus

A

Origo = facies posterior van de tibia

Insertie = basis distale phalanxen

27
Q

Benoem B

A

Talus

28
Q

Origo & Insertie

m. tibialis anterior

A

Origo = membrana interossei cruris

Insertie = Os metatarsi I

29
Q

Innervatie

m. peroneus longus en brevis

A

n. fibularis

30
Q

Welke botstukken zijn dit?

A

Antetarsus = phalanges proximale/mediale/distale (I t/m V)

Metatarsus = ossa metatarsalia (1t/m V)

1 = grote teen

31
Q

Inversie

A

Triceps Surae

Tibialis Posterior

Flexor digitorum longus

flexor hallucis longus

32
Q

Benoem D

A

Os naviculare

33
Q

Welke spieren behoren tot de laterale spiergroep?

A

m. peroneus longus & brevis

34
Q

Origo & Insertie

m. flexor hallucis longus

A

Origo = fibula

Insertie = eindphalanx MTP 1

35
Q

Origo & Insertie

m. soleus

(triceps surae samen met m.gastrocnemicus)

A

Origo = tibia & fibula

Insertie = tuber calcenei

36
Q

Welk botstuk is dit?

A

Trochlea tali

37
Q

Welke botstukken zijn dit?

A

Facies articularis malleoli medialis en lateralis

38
Q

Functie

m. tibialis anterior

A

BSG = dorsaalflexie

OSG = inversie (supinatie)

39
Q

Welk botstuk is dit?

A

Malleolus medialis en lateralis

40
Q

Origo & Insertie

m. extensor hallucis longus

A

Origo = membrana interossei cruris

Insertie = basis eindfalanx I

41
Q

Functie

m. peroneus longus (brevis niet)

A

plantairflexie & eversie

42
Q

Innervatie

m. Plantaris

A

n. tibialis

43
Q

Innervatie

m. extensor digitorum longus

A

n. fibularis profundus

44
Q

Origo & Insertie

m. Plantaris

A

Origo = Femur (Caput laterale)

Insertie = tuber calcanei

45
Q

Hoe worden de 4 delen van ligament deltoideum genoemd?

Ook wel lig. collaterale mediale genoemd

A

Lig.Tibiocalcaneare

Lig.Tibionaviculare

Lig.tibiotalare ant. + post.

46
Q

Origo & Insertie

m. extensor digitorum longus

A

Origo = membrana interossei cruris

Insertie = DIP basis 2-V

47
Q

Functie

m. Plantaris

A

verhindert bij knieflexie compressie van de vasa tibialia posteroria)

48
Q

Innervatie

m. tibialis anterior

A

n. fibularis profundus

49
Q

Benoem Tom, Dick & Harry

A

Tibialis posterior

Flexor Digitorum Longus

Flexor hallucis longus

50
Q

Functies

m. flexor digitorum longus

A

BSG = plantairflexie

OSG = inversie

plantairflexie basis midden- en eindgewrichten digiti pedis II-V

51
Q

Wat is het onderste spronggewricht?

A

Art. Talocalcaneonavicularis

Doen mee met de volgende bewegingen:

dorsaalflexie pronatie en abductie (eversie)

plantairflexie supinatie en adductie (inversie)

Bewegingen in het OSG en BSG treden altijd samen op want

je kunt de talus niet fixeren.

52
Q

Benoem C

A

os cuboideum