OS Hoofdstuk 1

Question 1

Noem de 4 componenten van een computer system:

Answer 1

1: hardware
2: operating system
3: applications
4: users

Question 2

Wat is een OS vanuit het perspectief van een gebruiker?

Answer 2

user programs uitvoeren en makkelijk gebruik van systeem

Question 3

Wat is een OS vanuit het perspectief van een application?

Answer 3

programma's laden en uitvoeren
resource management
efficient en fair resource use
error prevention
improper use of computer voorkomen

Question 4

Wat krijgt de controle bij een interrupt?

Answer 4

de interrupt service routine

Question 5

waarin staan alle addressen van de ISR’s?

Answer 5

in de interrupt vector

Question 6

Wat gebeurt er als een device controller klaar is?

Answer 6

interrupt

Question 7

Wat zijn traps?

Answer 7

Software interrupts die getriggered worden door een instruction

Question 8

noem 3 manieren om parameters met een system call mee te geven

Answer 8

registers, block in memory, stack

Question 9

Wat is dual-mode operation?

Answer 9

unrestricted mode = kernel mode
restricted mode = user mode
in kernel mode toegang tot alle geheugen en alle instructies beschikbaar

Question 10

Hoe weet je of iets user of kernel code is?

Answer 10

met de mode bit.

Question 11

welke mode is er tijdens boot time of na een interrupt?

Answer 11

kernel mode

Question 12

Wat gebeurt er met de mode bij een system call?

Answer 12

mode wordt kernel, bij het returnen van de call wordt de mode weer user

Question 13

Verschil tussen protection en security?

Answer 13

protection: mechanismes om toegang to processes of resources te beperken
security: defensie tegen interne of externe aanvallen