organische srofklassen Flashcards

1
Q

koolwaterstoffen

A

wanneer een koolstofverbinding enkel bestaat uit koolstofatomen en waterstofatomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verzadigde koolwaterstof

A

als een koolstofatoom gebonden is aan 4 andere atomen en gaat elk koolstofatoom dus 4 enkelvoudige bindingen aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer een koolstofverbinding enkel bestaat uit koolstofatomen en waterstofatomen

A

koolwaterstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

als een koolstofatoom gebonden is aan 4 andere atomen en elk koolstofatoom gaat dus 4 enkelvoudige bindingen aan

A

verzadigde koolwaterstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onverzadigde koolwaterstof

A

als het koolstofatoom gebonden is aan 3 of 2 andere atomen en komen dus dubbele of drievoudige bindingen voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

acyclische koolwaterstoffen

A

koolwaterstoffen die niet in een ringvorm staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

als het koolstofatoom gebonden is aan 3 of 2 andere atomen en komen dus dubbele of drievoudige bindingen voor

A

onverzadigde koolwaterstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

koolwaterstoffen die niet in een ringvorm staan

A

acyclische koolwaterstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cyclische koolwaterstoffen

A

koolwaterstoffen die in een ringvorm staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

alkanen

A

koolwaterstoffen, bevat enkelvoudige bindingen tussen de koolstofatomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

koolwaterstoffen die in een ringvorm staan

A

cyclische koolwaterstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

koolwaterstoffen, bevat enkelvoudige bindingen tussen de koolstofatomen

A

alkanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

alkenen

A

1 dubbele binding tussen twee C-atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

alkynen

A

1 drievoudige binding tussen twee C-atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

1 dubbele binding tussen twee C-atomen

A

alkenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1 drievoudige binding tussen twee C-atomen

A

alkynen

17
Q

cycloalkanen

A

bestaan uit minstens 3 koolstofatomen, met een ringstructuur

18
Q

cycloalkenen

A

bestaan uit minstens 3 koolstofatomen, met een ringstructuur en dubbele binding

19
Q

bestaan uit minstens 3 koolstofatomen, met een ringstructuur

A

cycloalkanen

20
Q

bestaan uit minstens 3 koolstofatomen, met een ringstructuur en dubbele binding

A

cycloalkenen

21
Q

cycloalkynen

A

bestaan uit minstens 8 c-atomen , de ringstructuur
en drievoudige binding

22
Q

bestaan uit minstens 8 c-atomen, de ringstructuur
en drievoudige binding

A

cycloalkynen