Organen Flashcards
Luchtpijp
Transporteert lucht van de keel naar de longen en vice versa.
Longen
Zorgt voor de gasuitwisseling; zuurstof opnemen uit de ingeademde lucht en koolstofdioxide afgeven aan de uitgeademde lucht.
Hart
Voert bloed naar spieren en organen
Milt
Het filteren van het bloed. De milt verwijdert onder andere bacteriën uit het bloed, en stimuleert het afweersysteem
Blaas
Slaat urine op totdat het uit het lichaam wordt afgevoerd.
Slokdarm
Transporteert voedsel van de keel naar de maag door middel van peristaltische bewegingen.
Middenrif
Een spier die de borstholte van de buikholte scheidt en helpt bij de ademhaling door het samentrekken en ontspannen.
Slagader
Vervoert zuurstofrijk bloed van het hart naar de rest van het lichaam. (arterie)
Ader
Vervoert zuurstofarm bloed terug naar het hart. (vene)
Skelet
Stevigheid geven, organen beschermen en maakt beweging mogelijk
Ademhalingsstelsel
Opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
Verteringsstelsel
Het kleiner maken van voedsel en de voedingsstoffen opnemen in het bloed
Hormoonstelsel
Regelt en stuurt allerlei processen in ons lichaam (o.a. bij voortplanting en groei)
Spierstelsel
Voortbewegen
Bloedvatenstelsel
Vervoert zuurstof en voedingsstoffen naar de organen
Lymfestelsel
Beschermt het lichaam tegen infecties en uitdroging
Voortplantingsstelsel
Regelt het maken van nakomelingen
Urinestelsel
Filtert sfvalstoffen uit het bloed
Zenuwstelsel
Opgevangen prikkels, deze omzetten in impulsen en die doorgeven
Hersenen
Besturen het lichaam
Maag
opslag voedsel
Twaalfvingerige darm
Afvoerbuis van lever
Galblaas
Gal vloeistof tijdelijk opslaan
Lever
Aanmaak eiwitten
Alvleesklier
Maakt stoffen aan die nodig zijn om eten te verteren
Dunne darm
Opnemen van voedingstoffen/verteringsproducten in blied
Dikke darm
Water opnemen uit voedsel
Schildklier
Maakt hormonen aan die helpt bij stofwisseling (metabolisme)
Wat zit er in gal
water, galzouten, cholesterol en bilirubine.