OR WEEK 1 begrippen Flashcards

1
Q

materieel recht

A

rechtsregels naar inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

formeel recht

A

rechtsregels voor handhaving materieel recht (procesrecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vermogensrecht

A

regels met betrekking tot vermogensbestanddelen (rechten en plichten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Procesrecht

A

regels met betrekking tot een procedure voor de rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

rechtsfeit

A

juridisch relevant feit (afhankelijk van omstandigheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rechtshandeling

A

handeling met beoogd rechtsgevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nietigheid

A

van rechtswege; in het openbaar belang. Een nietig besluit heeft daardoor geen rechtsgevolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vernietigbaarheid

A

zich op beroepen, ter bescherming van een persoon een vernietigbare rechtshandeling wel rechtsgevolgen in het leven. Pas als een vernietigbaar besluit in rechte wordt vernietigd, wordt dit geacht nooit te hebben bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dwingend recht

A

regels waarvan niet mag worden afgeweken,

ook niet in een overeenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aanvullend (=regelend) recht

A

vult de overeenkomst aan

geeft partijen de vrijheid een eigen regeling te treffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aansprakelijkheid

A

bij wie kan een schuldeiser aankloppen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Draagplicht

A

wie moet het voelen in zijn portemonnee?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

conservatoire fase

A

bewaarfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verificatiefase

A

vaststellingsfase, eindigend in verificatievergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly