Opfriscollege Flashcards
De doelstellingen van de WMO
1) Bevorderen van sociale samenhang
2) Ondersteunen van zelfredzaamheid en participatie
3) Bieden van beschermd wonen en opvang
De 3 manieren die geprobeerd zijn om de grote-stad-problemen op te lossen
1) Stadsvernieuwing > leefomgeving, nieuwbouw
2) Probleem-cumulatie > Sociale programma’s
3) Sociale vernieuwing > Empowerment
De 4 domeinen die de onderlinge beïnvloeding weergeven
1) Sociaal
2) Cultureel
3) Economisch
4) Fysiek
Netwerksturing
Horizontaal
Partijen zijn gelijkwaardig
Hiërarchisch sturingsconcept
Top-Down
Co-productie / Co-creatie
Samen de analyse én de oplossingen bedenken
Beleidsinstrumenten
1) Juridisch
2) Economisch
3) Communicatie
4) Fysiek
1) Overheid of uitbesteedt
2) Iedereen of enkeling
3) beperkend of verruimend
4) Per instrument
Bestuursstijlen
Verticaal
1) Gesloten autoritair
2) Open autoritair
3) Consultatief
Horizontaal
4) Participatief
5) Delegerend
6) Samenwerkend
7) Faciliterend
De beleidscyclus
Agendavorming Beleidsvoorbereiding Beleidsbepaling Beleidsuitvoering naleving/handhaving Beleidsevaluatie
Wat is politiek bedrijven
Zorgen dat de dingen die ik belangrijk vind, een ander ook belangrijk vind.
Barrière 1 : Erkennen van problemen
Barrière 2: Afwegen
Barrière 3: Besluitvorming
Barrière 4: Uitvoering.
Hoe kan een burger invloed uitoefenen?
1) Krijg het op de politieke agenda
2) De gemeenteraad vraagt om nieuw beleid
3) Men vraagt advies aan deskundigen en betrokkenen
4) De suggesties worden verzameld
5) Besluitvorming
6) Implementatie van het beleidsbesluit
Krachtenveld analyse
Welke macht hebben de verschillende actoren op elkaar en op de beslisser? Wie moet je zelf beïnvloeden?
De motivatie voor interactief beleid
Waarom is interactief beleid (horizontaal) beter?
Intrinsieke motivatie: Beter proces
1) Burgers voelen zich betrokken
2) Ontwikkelen ‘actief burgerschap’
3) Kleinere kloof burger-politiek
Instrumentele motivatie: Beter besluit
1) Deskundigheid gebruiken
2) Capiciteitproblee
3) Draagvlak
De motivatie voor interactief beleid
Waarom is interactief beleid (horizontaal) beter?
Intrinsieke motivatie: Beter proces
1) Burgers voelen zich betrokken
2) Ontwikkelen ‘actief burgerschap’
3) Kleinere kloof burger-politiek
Instrumentele motivatie: Beter besluit
1) Deskundigheid gebruiken
2) Capiciteitproblee
3) Draagvlak
Gestructureerde problemen
1) We zijn het eens over de maatstaven
2) Er is onomstreden kennis
Bij gebrek van één van deze vereiste is het een matig gestructureerd probleem. Bij gebrek van beide is het ongestructureerd
Argument
Een uitspraak waarmee het standpunt wordt onderbouwd
Argumentatie
Een samenstel van standpunt en argumenteren
4 soorten redeneringen
Analogie redenering
Als het eerder zo was, dan is het nu ook zo
Generalisering
Als het in dit geval zo is, dan is het altijd zo
Causaliteitsredenering
Uit de situatie leidt je de oorzaak af
Autoriteitsredenering
Als de baas A zegt is A juist.
Drogredenen
Logos: Nadruk op argumenten die kloppend kijken, maar dat niet zijn
Ethos: Inspelen op de reputatie van de ander
Pathos: Op irrelevante wijze inspelen op de gevoelens van het publiek
Beleid
Beleid is het streven naar het bereiken van bepaalde oplossingen met bepaalde middelen in een bepaalde tijdsvolgorde