OPDRACHT 6 Flashcards
1
Q
Bestempelen
A
Typeren
2
Q
Superioriteit
A
Verhevenheid
3
Q
Achterhaald
A
Niet meer kloppend
4
Q
Veronderstellen
A
Denken
5
Q
Abstracties
A
Niet concrete zaken
6
Q
Fundamenteel
A
Aan de basis
7
Q
Diepgeworteld
A
Sterk verankerd
8
Q
Capaciteiten
A
Vaardigheden
9
Q
Onvermijdelijk
A
Onontkoombaar
10
Q
Exceptioneel
A
Uitzonderlijk
11
Q
Evenwel
A
Maar
12
Q
Pakweg
A
Ongeveer
13
Q
Redeneren
A
Via het verstand tot oplossingen komen
14
Q
Domesticeren
A
Als huisdieren gaan houden
15
Q
Monotheistische
A
In 1 God geloven
16
Q
Empathie
A
Inlevingsvermogen
17
Q
Ontdoen van
A
Vrijkomen van
18
Q
Voorbehouden aan
A
Geldig voor
19
Q
Uiten
A
Laten blijken
20
Q
Blootleggen
A
Laten zien
21
Q
Verschaffen
A
Geven
22
Q
Exclusief
A
Heel speciaal
23
Q
Kardinale
A
Belangrijkste
24
Q
Karakteristieke
A
Kenmerkende
25
In essentie
In de basis
26
Cooperatie
Samenwerken
27
Steevast
Altijd
28
Arbitrair
Willekeurig
29
Genocide
Volkenmoord
30
Selectief
Welbewust uitkiezen