opbouw van de atmosfeer Flashcards

1
Q

benoem de verschilende lagen van de atmosfeer

A

troposfeer
stratosfeer
mesosfeer
thermosfeer
exosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef een kenmerk van de exosfeer

A

laag vormt de grens tussen de ruimte en de atmosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geef een kenmerk van de thermosfeer

A

erg ijl
weinig gasdeeltjes
poollicht
kan erg warm worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef een kenmerk van de mesosfeer

A

temperatuur bereikt zijn laagste punt
gasdeeltjes zitten erg op elkaar
meteoren die hier terechtkomen verbranden door de wrijven met de luchtdeeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef een kenmerk van de stratosfeer

A

grootte hoeveelheid ozon
ozonlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef een kenmerk van de troposfeer

A

luchtdruk het hoogst
vliegtuigen
wolken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

isothermen

A

lijnen die plaatsen met gelijke temperatuur verbinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

naar wat moet je kijken als je wilt bepalen waarom een bepaald gebied warmen is dan het ander

A

1) hoek waaronder de zonnen stralen invallen
2) de hoogteligging
3) invloed van zee en de zeestroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

maritiem

A

dicht bij de zee gelegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

continentaal

A

niet dicht bij de zee gelegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe meer luchtdeeltjes er zijn hoe….

A

hoger de luchtdruk (kouder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe minder luchtdeeltjes er zijn hoe…

A

lager de luchtdruk (warmer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gemiddelde luchtdruk zeeniveau

A

1013hPa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

isobaren

A

lijnen die plaatsen aanduiden met de zelfde luchtdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

op het noordelijk halfrond is de lucht afkomstig uit ….

A

het zuiden van TROPISCHE oorsprong. deze luchtsoort zorgt voor een temperatuurstijging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

….. lucht is afkomstig van de poolgebieden.

A

arctische deze lucht zorgt voor een temperatuur daling

17
Q

als de lucht komt uit het oosten of westen dan is het …

A

polaire lucht
deze lucht zorgt voor seizoen wisseling