oogheelkunde Flashcards

1
Q

Central Retinal Artery Occlussion (CRAO) of Retina Infarct

A

Afsluiting van de central retinal artery zorgt voor verbleking van de retina,
behalve bij de macula (cherry red spot).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

The short posterior ciliary arteries

A

The short posterior ciliary arteries feed the posterior choroidea and optic nerve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

The long posterior ciliary arteries

A

The long posterior ciliary arteries feed the anterior uvea (iris, corpus ciliare and the anterior choroidea).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Anterior Ischemic Optic Neoropathy (AION) of Papil Infarct

A

Afsluiting van de posterior ciliary arteries zorgt voor verbleking van papil.

Anamnese: Temporale hoofdpijn, kaakkramp bij kauwen, rheumasche klachten

  • Bloedonderzoek: BSE en CRP meestal sterk verhoogd
  • Arteriebiopt nemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Heteroniem

A

uitval van tegenoverkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HOMOniem

A

uitval van zelfde kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Centrocaecaal Scotoom

A

Toxisch > spiritus in plaats van alcohol / veel roken / etc

papil en macula smelten samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Boog Scotoom

A

Glaucoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(Para)centraal Scotoom

A

Neuritis, Infarct,

Compressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Altudinaal Scotoom

A

AION (Papil Infarct)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neuritis Retrobulbaris

A

ontsteking achter de papil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Toxische opticus neuropathie

A

ontsteking van het oogzenuw, door bvb drugs

vindt plaats achter de papil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Drusenpapil

A

Verkalkingen in de papil
 Vaak bilateraal, 3:100, Bijna altijd onschuldig
 Papilzwelling die erg lijkt op papiloedeem (stuwingpapil)
o Doorsturen bij twijfel!
 Diagnostiek. Wel of geen drusen?
oBscan echografie (twee-dimensionaal)
 Witte plekken zijn drusen (verkalking).
 Verkalkingen zullen de geluidsgolven
weerkaatsen.
CT Scan
 Wit puntje wijst op drusen (verkalking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tilted Disk

A

Scheve implant
 Ovale vorm, atrofie onder
 Fysiologisch, kan geen kwaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

atherosclerose

A

verstoping van bloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Confrontatief

A

Tegenover de paënt zi0en en kijken welke delen hij mist (GGB)

17
Q

Leber’s opcus neuropathie

A

Acute unilaterale visusdaling, enkele weken later het andere oog - Leidt tot opcusatroEe: Blijvend slechtziend

  • Erfelijk via maternaal mitochondrondriaal DNA
  • Degenerae van renale ganglioncellen
  • 85% man, leeijd tussen de 20 en 30 jaar
18
Q

hypoplasie

A

onvolledig ontwikkelde

19
Q

malig hypertensie

A

bloedingen door te hoge oogdruk

20
Q

arterie biopt

A

stukje van bloedvaat word gesneden voor onderzoek.

21
Q

hoge oogdruk

A

boven de 30

22
Q

indentatie, oog druk meten

A

je drukt tegen het oog en de weerstand die de oog heeft is de oogdruk.

palpatoir = met vingers voelen en vergelijken
Schiots = instrument, wordt niet meer gebruikt
23
Q

applanatie, oogdruk meten

A

afvlakken van de hornvlies
1 ocntact = goldmann
2 non contact = air puff

24
Q

Specifciteit

A

Geen vals-positief (Gezonden mensen verdenken: overdiagnosek)

25
Q

Sensiviteit:

A

Geen vals-negatieven(Zieke mensen missen: Vals gevoel van veiligheid)

26
Q

Case Finding

A

Alleen risicogroepen testen (Onderzoeken van risicogroepen zoals
familie, negroïde ras, myopie, boven de 45 jaar, diabetes, hart- en vaatziekten

27
Q

Phtisis bulbi

A

verkleining van het oog als de druk 0 is

28
Q

Enucleatie

A

het verwijderen van het oogbol

29
Q

plateau iris configuratie

A

gesloten kamerhoek die open lijkt

30
Q

POAG

NTG

A

primaire open hoek glaucoom

normale druk glaucoom

31
Q

PEX = pseudo exfoliatie syndroom

A

systeemziekte met eiwitaanslag
20% kans op glaucoom
Lijn van sampaolesi = pigment op trabekel systeem

32
Q

irisdiafanie
krukenberg spindel
zwaar gepigmenteerde trabekel

A

25 / 50 % kans

33
Q

laser perifere iridotomie

A

gaat slaan in iris, bij close angel glaucoom

34
Q

laser perifere iridotomie

A

gaat slaanin trabekelsysteem, op openkamer glaucoom

35
Q

perifere iridoplastiek

A

kamerhoek groter maken door lezeren

36
Q

trabeculectomie

A

kanaal maken in de trabecel > voor water uitvoer > bultjes onder de slijmvlies

37
Q

Baerveldt implantaat

A

filter plaatsen voor water afvoer

38
Q

centraal scotoom

A

neuritis (ontsteking van oogzenuw) , infarct, compressie