Oogheelkunde Flashcards

1
Q

Corneabeschadiging: Lasogen

A

Lasoog/fotokeratitis: Hoornvliesontsteking door UV straling. Symptomen: ogen opgezet en rood doorlopen, pijn en tranen. Door de hevige pijn kunnen de ogen nauwelijks opengedaan worden. Ook kan hoofdpijn optreden. De klachten ontstaan niet direct na blootstelling aan UV-straling. Ze treden enkele uren daarna op, vaak pas in de nacht. Cave: metaalsplinters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Corneabeschadiging: Lenzen

A

Irritatie: kan worden veroorzaakt door te strakke of losse passing, defect van de lens of eiwitneerslag.

Erosie: onjuiste manipulatie of te lang dragen of stofje onder lens.
Behandeling: 1-2 dagen zalfverband en daarna de inbrengduur weer geleidelijk opbouwen.

Vaatingroei in cornea: een teken van zuurstoftekort van de cornea als gevolg van afscherming van de buitenlucht. Behandeling: andere/kleinere lens

Allergische of virale conjunctivitis: zeer hinderlijk. Behandeling: andere lensvloeistof, lens tijdelijk uitlaten of oogarts raadplegen.

Virale conjunctivitis lenzen vervangen door nieuwe exemplaren.

Keratitis: gevaarlijke complicatie! Kan zich ontwik kelen tot cornea-ulcus en binnen een week blindheid veroorzaken (Pseudomonas-infectie). m.n. bij zachte lenzen die niet goed passen en slechte hygiëne. Directe verwijzing oogarts noodzakelijk.

Verlies lens: meestal uit het oog, maar zit soms in fornix conjunctivae onder het bovenooglid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cornea verbranding

A

Zeep, haarlak, chloorwater. direct uitspoelen met water of fysiologisch zout en doorsturen. Heftige verbranding met loog: vele complicaties mogelijk waaronder; blaarvorming, vertroebeling van lens, schrompeling van de oogbol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Keratitis klachten

A

Definitie: elke ontsteking van het hoornvlies, onafhankelijk van de oorzaak. Belangrijkste klachten: pijn, daling van gezichtsscherpte, lichtschuwheid, halo’s en tranen. Oog is meestal rood. Inspectie: pericorneale of dieper gelegen ciliaire roodheid. Pupil is niet verwijd. Behandeling: - ontstekingen van de cornea met begeleidende conjunctivitis: lokaal antibioticum of povidonjood 0.3% druppels - alle andere gevallen: verwijzing naar oogarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Keratitis met ulcus corneae

A

Ontsteking hoornvlies, pijn lichtschuw, halo. Bacterieel. Spoed indicatie. Kweek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Keratitis dendritica

A

Herpes Fluoresceïneproef: boomtakvormig epitheeldefect. Eenzijdig Gevoeligheid van het hoornvlies van het aangedane oog is meestal verlaagd. Behandeling: aciclovir-oogzalf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Keratitis sicca

A

Droog oog. Visus iets verlaagd, oog kan rood zijn. Fluoresceïnekleuring: fijne kleurende puntjes of filamenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Conjunctivitis

A

Definitie: ontstekeing van het bindvlies van het oog. Klachten: een rood oog, branderig gevoel, afscheiding, weinig of geen pijn, jeuk en tranenvloed. Irritatieve conjunctivitis: trauma, corpus alienum, veranderingen van oogleden (en- of ectropion). Infectieuze conjunctivitis: >50% streptokok, adenovirussen (Cave: virale keratoconjunctivitis) Overige: traanfunctiestoornissen en blefaritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pasgeborene met rood pussend oog

A

Chlamydia- of gonokokkeninfectie. (Gonokokken: binnen een week na geboorte, ernstige corneale ulceratie. Chlamydia: langer nodig om tot ontwikkeling te komen, vaak bilateraal en kan conjunctionele verlittekening veroorzaken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Allergische conjunctivitis

A

Allergische conjunctivitis Een IgE-gemedieerde allergische reactie op allergenen. Klachten variëren sterk, meestal dubbelzijdig (maar niet altijd symmetrisch) en gaan vaak gepaard met rinitis en jeuk. Zwelling van de conjunctiva of papillen onder het bovenooglid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pterygium

A

Driehoekige plooi van de conjunctiva, meestal gelokaliseerd aan de nasale zijde, groeit onder het epitheel van de cornea door, in de richting van het centrum van de cornea. Behandeling: uitleg en geruststelling. Bij afname visus: opereren (maar recidiefkans groot). Bij opereren: conjunctiva-transplantaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pinguecula

A

Een grijsgele verhevenheid van de conjunctiva in de oogspleet naast de limbus. Meestal eerst zichtbaar aan de nasale zijde, later pas aan de temporale zijde. Leidt niet tot complicaties, uitleg belangrijk. Bij ontstekingsreacties: corticoïdhoudende oogdruppels; bij recidieven excisie overwegen. Kunsttranen bij eerste klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oogbol, contusie (contusio bulbi)

A

Oogschudding of oogkneuzing. Ontstaat door trauma, waarbij geen perforatie van de oogbol optreedt.

Klachten: lichtschuwheid, tranen, blefarospasme en pijn. Visus kan gedaald zijn door corneaoedeem of door bloeding in voorste oogkamer.

Verwijzen is niet nodig bij een normale visus en goede pupilreacties. Wel bij onverklaarbare visusdaling, hyphaema of anamnese van ablatio retinae.

Contusie altijd onderscheiden van penetratie. (Bij penetratie zelden ronde, goed reagerende pupil en zelden normale oogdruk) Behandeling: rust van het oog d.m.v. myadraticum en evt. occlusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oogbol, perforatie (perforatio bulbi)

A

Penetratie: enkelvoudige doorboring van de oogwand

Perforatie: dubbele doorboring van de oogwand (voor en achter)

Ruptuur: open wond van de oogbol door stomp trauma

Laceratie: wond door scherp voorwerp

Lamellaire laceratie: een niet ‘door-en-door’-wond van cornea of sclera door een scherp voorwerp

Klachten: acute pijn na ongeval, slecht zien, aflopen van bloed of oogvocht en een corpus-alienumgevoel.

Corneaperforatie: meestal vervorming van pupil met gestoorde reactie en irisprolaps.

Scleraperforatie: vaak gemaskeerd door conjunctivale bloeding.
Sclerapenetraties: vaak gepaard met glasvochtbloeding (let op zwarte pupilreflex).

Patiënten met aangezichtsverwondingen door een verbrijzelde voorruit zijn klassieke kandidaten vooroogbolperforatie.

Behandeling: beschermend kapje plaatsen, direct naar de oogarts voor operatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Endophthalmitis

A

Een inwendige ontsteking van het gele oog.

Diagnose o.b.v. pijn, visusdaling, roodheid, hypopyon (pus in VOK)en glasvochttroebelingen bij terugvallend licht.

Maatregelen: diagnostische punctie, kweek van VOK en AOK, eventueel ruime vitrectomie van het abcesmateriaal en AB in het glasvocht, parabulbair en door intensief druppelen.

Functie blijft bij 30% ernstig beperkt door littekens van retinitis, papillitis of atrophia bulbi.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Buphthalmus

A

Congenitaal glaucoom. De ogen (vooral de cornea) zijn groter dan normaal of zijn asymmetrisch van grootte. Bij een zeer hoge of langer bestaande verhoogde druk kan de cornea er dof of grijs uitzien.

Klachten: meestal lichtgevoeligheid en tranende ogen.

Behandeling: operatief (goniotomie); klieven van persisterend embryonaal weefsel dat zich in dekamerhoek bevindt

17
Q

Hyphaema

A

Bloeding tussen hoornvlies en iris (in VOK). Doorverwijzen naar oogarts.

Kans op recidief wordt kleiner door beperking van lichaamsactiviteit (vnl bukken en tillen ongewenst).
Bij totaal hyphaema met hoge druk: risico op hematocornea, waarbij bloed in cornea wordt geperst.

Dan met spoed oogdrukverlaging!

18
Q

Hypopyon

A

Pus in VOK, acute bedreiging voor het oog m.n. bij uveitis.

19
Q

Hyposphagma

A

Uitwendige bloeding onder conjunctiva (slijmvlies), spontane genezing in 2 weken

20
Q

Iridocyclitis, iritis

A

Ookwel: uveïtis anterior.

Klachten: diepe pijn in het oog (vooral bij licht; fotofobie), roodheid, aanvankelijk alleen langs de limbus (buitenste rand iris), en een enigszins verminderde visus door fibrineophoping of celneerslagen in de voorste oogkamer.

Celnerslagen kunnen zichtbaar zijn als descemet-stippen of als een hypopyon. Door oedeem en inflitratie kan het aspect van de iris ‘viltig’ zijn t.o.v. het andere oog.

Miosis kan optreden door prikkeling van de m. sphincter pupillae. Let ook op synechieën en pupilreactie.

Complicaties: Slechtziendheid of blindheid door chronische prikkeling van de macula in de vorm van cysteus macula-oedeem. Secundair glaucoom door synechieën. Secundair cataract door langdurige uveïtis (maar ook langdurig prednison gebruik!).

Iris bombans
Wanneer de gehele pupilzoom met de lens verkleeft, wordt de iris naar voren gedrukt omdat het oogvocht van achteren tegen de iris drukt en de VOK ondieper wordt. De oogdruk zal dan pijnlijk oplopen.

21
Q

Glaucoom

A

Congenitaal
Omdat bij neonaat de sclera rekbaar is, ontstaat door de verhoogde IOD een abnormaal groot oog: buftalmie

Primair open kamerhoekglaucoom (POAG)

Uitval begint meestal in mid-periferie van gezichtsveld. Centrale gezichtsveld blijft het langst behouden (kokervisie).

Papilschade, cup-disk-ratio >0.5
Beschadiging is onomkeerbaar.
Behandeling: medicamenten, gevolgd door laserbehandeling (lasertrabeculoplastiek) en operatie.

Normaledrukglaucoom

IOD binnen de norm, papil wel aangetast.

Oculaire hypertensie

IOD bij herhaling verhoogd, maar papil en gezichtsveld normaal.

Glaucoom, acuut

IOD neemt plotseling toe, pijn in en om het oog. Door oedeem van het epitheel van de cornea is devisus zeer laag en worden gekleurde ringen (halo’s) rond lichtbronnen gezien. Gemengde roodheid en een middelwijde lichtstijve pupil. Door vegetatieve disregulering is de patiënt misselijk en braakt hij.

Patiënten zijn vaak hypermetroop. Oogdruk is verhoogd tot 50-80 mmHg: palpatoir knikkerhard oog. Ondiepe VOK.

Behandeling: direct druppel timolol en tablet Diamox. Daarna iridectomie (liefst via laser). Wanneer cornea-oedeem te uitgebreid is, kan niet direct een laseriridectomie wroden uitgevoerd.

22
Q

Cataract

A

Een troebeling van de lens die leidt tot visusdaling, lichtverstrooiing en uiteindelijk blindheid.

Risico op ontstaan is groter op hogere leeftijd, bij DM, galactosemie

Vormen:​

  • spakencataract
  • kerncataract
  • cataract van achterste schors

Klachten: geleidelijke visusdaling, kleuren worden flets.

Behandeling: cataract OK (faco-emulsificatie)

23
Q

Hypermetropie

A

Verziendheid: brandpunt van optische systeem valt achter het netvlies

24
Q

Myopie

A

Bijziendheid: brandpunt van het optische systeem valt voor het netvlies.

25
Q

Antimetropie

A

Groot brilsterkte verschil tussen 2 ogen

26
Q

Astigmatisme

A

Brekende kracht is niet in alle meridianen gelijk. Cornea is voornaamste oorzaak. Synoniem: cilinder.

27
Q

Presbyopie

A

Ouder wordende lensmassa wordt minder plastisch, bolvorming wordt steeds moeilijker. Punctum proximum komt steeds verder van mens af te liggen.

28
Q

Amblyopie

A

Visusdaling aan één oog, die niet met een bril te corrigeren is en waarvoor geen organische oorzaak kan worden aangewezen.

Synoniem: lui oog.

29
Q

Diplopie

A

Dubbelbeelden. Ontstaan wanneer door een ruimte-inn emend proces de oogbollen niet vrijelijk in de oogkas kunnen bewegen of wanneer het bindweefselapparaat, de oogspieren of de zenuwen beschadigd zijn.

  • Strabisme
  • Antimetropie
30
Q

Ablatio retinae

A

Netvliesloslating: glasvocht tussen neuro-epitheel en pigmentblad.
Oorzaak: tractie achterste glasvochtmembraan.

Klachten: lichtflitsen (glasvochtmembraan trekt aan retina). Mouches volantes.

Diagnose: oogspiegel, losliggend netvlies.
Behandeling: vitrectomie.

31
Q

Retina, vaatocclusie of bloeding

A

Arteriële/veneuze vaatafsluiting

Centraal of takafsluiting (CRAO of BRAO). Oorzaak meestal embolie.

Klachten: acute eenzijdige, zeer ernstige visusdaling of gezichtsvelduitval, soms voorafgegaan door een tijdelijke visusdaling van enkele minuten. Het oog is niet pijnlijk of rood.

Diagnose: vaak > 60 jaar met DM of hypertensie.

Intraretinale bloedingen
Tak is verwijd en kronkelig; bij een totale afsluiting zijn er zachte exsudaten aanwezig (retina-ischemie). Occlusie in de buurt van de macula veroorzaakt macula-oedeem.

Cave: arteritis temporalis bij vlamvormige bloeding papil

32
Q

Retinoblastoom

A

Kwaadaardige tumor, uitgaande van de retina. Meestal voor het 2e jaar ontdekt, vrijwel altijd voor het 5e levensjaar. Meest voorkomende primaire maligne intraoculaire tumor bij kinderen. Enkelzijdig: meestal niet-erfelijk. Dubbelzijdig: erfelijk.

Kinderen worden vaak verwezen met zogenoemd ‘katten-oog’: witte of verkleurde papil. Behandeling: chemotherapie, lasertherapie, cryotherapie en radiotherapie. Bij zeer grote tumor: enucleatie.

33
Q

Hordeolum/Chalazion

A

Hordeolum

Kliertje van Zeiss (hordeolum externum of strontje) of van Meibom (hordeolum internum)

Klachten: pijn

Behandeling: perforeert spontaan en geneest vanzelf

Warme kompressen en topicale antibiotica kunnen proces versnellen.

Chalazion

Kliertje van Meibom
Klachten: zwelling zichtbaar.

Behandeling: warme kompressen en topicale antibioti
ca kunnen proces doen versnellen, maar moet
meestal geëxcochleëerd worden.

34
Q

Entropion/Ectropion

A
35
Q

Coloboom

A

Een embryonaal sluitingsdefect in de iris, dat geïsoleerd kan bestaan of voorkomt als onderdeel van een syndroom

36
Q

Dacryocystitis/stenose

A

Ontsteking van de traanzak/ obstructie traanbuis

Symptomen: tranen, slijmproductie en recidiverende infecties. Wimpers zitten ’s ochtends aan elkaar geplakt. Bij druk op de traanzak loopt er pus uit de traankanaaltjes naar de binnenste ooghoek. Aangeboren traanwegobstructie verdwijnt vanzelf bij het merendeel van de kinderen in de eerste negen maanden.

37
Q

Strabismus

A

Strabismus convergens (esotropie)

Ogen staan naar nasaal

Strabismus divergens (exotropie)

Ogen staan naar temporaal

Paralytisch strabisme

Strabisme door oogspierverlamming

Latent strabisme (heterophorie)

Bij latent scheelzien zijn de ogen op hetzelfde punt gericht wanneer beide ogen open zijn. Wanneer één oog afgedekt wordt dan neemt het oog achter de hand de rustpositie in. Dit kan naar buiten zijn (exoforie), naar binnen (esoforie) of naar boven (hyperforie). De meeste mensen hebben een geringe mate van exoforie

38
Q

Hemianopsie

A

Bitemporale hemianopsie: de buitenste delen van het
gezichtsveld vallen weg bij beide ogen

Binasale hemianopsie: de binnenste delen van het ge
zichtsveld vallen weg bij beide ogen

Homonieme hemianopsie: dezelfde delen van het gezichtsveld vallen weg bij beide ogen

39
Q

Graves Orbithopathie

A

Ontsteking vetweefsel rondom het oog.
Klachten: ooglid rectractie, proptosis (uitpuilende ogen), visus klachten, bewegingsbeperking.
Behandeling: prednison, orbita decompressie operatief