oog boek Flashcards
uit welke drie compartimenten bestaat de belbus olci
voorsteoogkamer, achterste oogkamer en de glasvochtholte
waar bestaat het voorsegment van de bulbus oculi uit
voorste en achterste oogkamer gevuld met oogkamerwater
waar bestaat het achtersegment van de bulbus oculi uit
glasvochtruimte gevuld met glasvocht
uit welke vijf lagen bestaat de cornea
epitheel
membraan van bowman
stroma
membraan van descemet
endotheel
waar gaat het sclera van de oogbol in over
het cornea (hoornvlies)
uit welke drie hoofdlagen bestaat de oogbol
cornea
uvea
retina
uit welke drie lagen bestaat de uvea
choroidea
corpus ciliaire
iris
functie choroidea
uvea voorzien van bloedvaatjes
functie m. ciliaris
accomidatie van de lens
functie m. sphincter pupillae en m. dilator pupillae
regelen pupilgrootte
anisocorie
ongelijke grootte van de pupillen
functie staafjes
zien bij lage lichtintensiteit
functie kegeltjes
scherp zien en kleuren zien
waar bevinden de kegeltjes zich met name
focea centralis
waar bevind de blinde vlek zich
n.opticus eruit komt
welke beweging volgt het kamerwater
corpus ciliare
achterste oogkamer
pupil
voorste oogkamer
sinus venosus sclerae
presbyopie
het verliezen van het accomadatievermogen van de lens, ouderdoms probleem meestal
m. orbicularis oculi
sluiten van de oog
m. levator papebrae superioris
optrekken bovenste ooglid
wat is de tarsus van het oog
de binnenrand van het ooglid
voornaamste bloedvoorzienign van het oog
a. opthalmica, van de carotis interna af
waar wijst monoculair dubbelzien vaak op
cataract of refractieafwijking
waar wijst binoculair dubbelzien vaak op
afwijking in aansturing door bijv. n. abducens of n. oculomotorius
welke correctie heb je nodig als je myoop bent
myoop is bijziend
- correctie nodig
welke correctie heb je nodig als je hypermetroop bent
= verziend
+ correctie nodig
hyphaema
bloeding in de voorste oogkamer
iridodialyse
afscheuring van de iris
ametropie
afwijkingen van de optimae afbeelding op de retina (dus bijziendheid of verziendheid)
myopie
bijziendheid
brandpunt voor de retina, hierbij zie je een object niet scherp in het oneindige
hypermetropie
verziendheid
brandpunt achter retina, verder scherp ziend van het oneindige
je ziet verweg scherp
waar moet je aan denken als een visusprobleem niet verbeterd bij het kijken door een pinhole
niet optische oorzaak zoals bv een maculaprobleem
amblyopie
lui oog, te verbeteren voor het zevende levensjaar
strabismus
scheelzien
esotropie/esoforie
scheelzien naar binnen
exotropie/exoforie
scheelzien naar buiten
hypertropie/hyperforie
scheelzien naar boven
hypotropie/hypoforie
scheelzien naar beneden
ROP
prematureretinopathie, afwijking van de vaten in de onvolgroeide retina van een prematuur geboren kind
leukocorie
pupil heeft een witte of grijze weerschijn
retinoblastoom
kwaadaartige tumor, uitgaande van de retina, welk meestal voor het 2e levensjaar maar altijd voor het 5e levensjaar ontdekt wordt
welke vorm van retinoblastoom is altijd erfelijk
dubbelzijdige vorm (40%), door RB1 mutatie op chromosoom 13q14
chlamydia conjunctivitus
ontwikkelt zich zo 2-3 wkn na de geboorte, vaak bilaterale ontsteking met matige afscheiding en roodheid.
blefaritis
ontsteking van de ooglidranden uitgaande van de kliertjes van meibom
o is vaak stafylokok
behandeling blefaritis
wimperrij reinigen, eventueel AB
hordeolum
acute ontsteking van kliertje van Zeiss of Meibom, spontane opkomst en genezing.
chalazion
ontsteking granuloom uitgaande van verstopt afvoerkliertje van meibom
ptsosis
bovenste ooglid hangt lager waardoor de pupil deels of geheel wordt bedekt
entropion
onderste ooglid is naar binnen verschoven soort van.
ectropion
wimpers en wimperrand staan naar buiten gericht
trichiasis
ooghaartjes staan naar de cornea gedraaid waardoor erosies kunnen ontstaan.
dermatochalasis
huid van ooglid ligt op of over de wimperrij
proptosis (exoftalmie)
het uitpuilen van het oog
enoftalmie
oog ligt dieper in de orbita
cellulitis orbitae (orbitaflegmone)
diffuse ontsteking in het orbitale vet en bindweefsel. Geeft zwelling en roodheid van het ooglid
conjunctivitis
ontsteking van de conjunctiva, het bindvllies van het oog.
symptomen conjunctivitis
branderig gevoel, roodheid, afscheiding, jeuk, tranenvloed maar geen pijn!
keratitis
hoornvliesontsteking
klachten keratitis
pijn, daling van gezichtsscherpte, conjunctivale vaatinjectie, lichtschuw, halos en tranen.
complicatie van keratitis
litteken op hoornvlies en blijvend verslechterd zicht
keratoconjunctivitis sicca
droge ogen
pterygium
de conjunctivaplooi groeit vanuit nasaal in de richting van het centrum van de cornea
arcus senilis
ringvormige corneatroebeling, komt vooral bij ouderen voor
cataract
troebeling van de lens die leidt tot visusdaling, lichtverstrooiing en uiteindelijk blindheid
seniel cataract
ouderdomsstaar, is vaak bilateraal aanwezig.
droge leeftijdsgebonden maculadegeneratie
drusen die ontstaan in de maculastreek. 80% van LMD, kan overgaan in de natte vorm.
klachten: geleidelijke centrale visusdaling, langdurige nabeelden bij kijken in felle lichtbron
natte leeftijdsgebonden maculadegeneratie
door lokale ischemische processen welk zorgen voor neovascularisaties.
Snelle visusdaling, metamorfopsie (d met ruitjespatroon van amsler)
diagnose natte LMD
fluorescentieangiogram
oogspiegel: bloedingen, harde exsudaten, oedeem, neovasculair membraan
diagnose droge LMD
oogspiegel toont drusen in de macula
behandeling droge LMD
geen casuale behandeling
behandelign nate LMD
angiogeneseremmers
arteriele vaatafsluiting
meestal door embolie waarbij er acute eenzijdige visusdaling is.
betreft een a. centralis retinae of zijtak afsluiting. Indien zijtak aangedaan kan het zo zijn dat een deel van het gezichtsveld is aangedaan
amaurosis fugax
kortdurende tijdelijke visusdaling met volledig herstel binnen 30 min.
retinitis pigmentosa (tapetoretinale dystrofie)
progressieve degeneratie van staafjes en pigmentepitheel vd retina. Later ook verlies kegeltjes.
uit zich met nachtblindheid, beperking gezichtsveld (kokerzicht) en visusdaling.
ablatio retinae
retina raakt los van de onderlaag (netvliesloslating)
klachten van netvliesloslating
lichtflitsen, donkere vlek beginnend in de periferie
welke klinische veranderingen zie je bij diabetische retinopathie
microaneurysma, puntbloedingen, grotere bloedingen, harde en zachte exsudaten, oedeem en neovascularisatie
uveitis
alle intraoculaire ontstekingen (dus alle ontstekingen in de oogbol)
klachten bij uveitis anterior
conjunctivale roodheid, diepe pijn in het oog, meer pijn bij fel licht soms verminderde visus
neuritisch optica
demyeliniserende aandoening van de oogzenuw. Gaat gepaard met visusdaling, diepe orbitale pijn, gezichtsvelduitval en RAPD met gestoord kleurenzien.
RAPD
relatief afferent pupildefect = om en om in beide ogen schijnen -> bij belichting van het gestoorde oog ontstaat bijderzijds minder pupilvernauwing dan bij belichting van het gezonde oog.
syndroom van horner
aandoening waarbij het ooglid van een oog wat
naar beneden hangt, de pupil van dat oog heel klein is en de huid rondom het
oog niet meer zweet en daardoor droog is
uitval van de n. oculomotorius
beperking adductie, heffing en daling van aangedane oog met hierbij volledige ptosis en mydriasis
uitval n. trochlearis
m. obliquus superior, iemand gaat zn hoofd scheef houden om te corrigeren.
uitval n. abducens
iemadn kan ook niet meer naar lateraal laten kijken
alarm signalen bij rood oog
pijn
fotofobie
verminderde visus
misselijkheid
braken
syndroom van adie
bestaat er een uitval van de parasympatische
innervatie van de pupil ter hoogte van het ganglion ciliare in de orbita. Wordt
gekenmerkt door een wijdere pupil met afwezig of sterk verminderde pupilreactie op
licht
Welke refractieafwijkingen krijgen keratoconus pten
ze worden meer myoop (–> meer - correctie nodig).
Behandeling keratoconus
bril, harde contact lenzen, crosslinking, cornea transplantatie
tot welke leeftijd is crosslinking bij keratoconus effectief
35 jaar ongeveer
wat moet een kind kunnen bij 6 weken
gerichte fixatie
wat moet een kind kunnen bij 2 maanden
vloeiende volgbeweging
wat moet een kind kunnen bij 3-4 maanden
accomoderen
wat moet een kind kunnen bij 5mnd tot 3 jaar
stereoscopisch zien (diepte)
behandeling van congenitaal cataract
binnen 6 weken bij unilateraal
binnen 3 maanden bij bilateraal
prognose cataract
unilateraal slechter dan bilateraal
congenitaal slechter dan verworven
behandeling maculagat
vitrectomie
belangrijkste klachten neuritis optica
acuut visusverlies, gestoord kleurenzien en pijn bij oogbewegingen
welke ziekte hebben pten met neuritis optica verhoogde kans op om te ontwikkelen
MS
Behandeling van neuritis optica
methylprednisolon
DD bij acute visusdaling
- ablatio retinae
- arteriele/veneuze oclusie
- arteriitis temporalis
- natte maculadegeneratie
- amaurosis fugax (maar gaat weer over binnen 30 min)
DD bij langzame visus daling
- cataract
- DRP
- glaucoom
- Droge macula degeneratie
- Refractieafwijkingen
Ziekte van Usher
retinitis pigmentosa in combinatie met doofheid
werking van betablokkers
verminderen vochtproductie
BW: astma, copd, bradycardie, erectiele dysfunctie
werking prostaglandine agonisten
verhogen aveosclerale outflow
BW: lange wimpels, verkleuringen oogleden en iris, orbita atrofie. 6 wkn voordat het werkt
werking carboanhydraseremmers
verminderen kwamerwaterproductie
BW: hypokalimie
werking alpha 2 adrenerge agonisten
verminderen kwamerwaterproductie en verhogen trabeculaire flow
BW: rode ogen, allergie
RF glaucoom
hypermetropie (verziendheid, +)
beeld droge LMD
drusen
beeld natte LMD
neovascularisaties, harde exsudaten, bloedingen
beeld DRP
microaneurysma, puntbloedingen, harde en zachte exsudaten, oedeem, neovascularisaties.
fenylefrine
sympaticomimetica –> pupilverwijding (mydriasis)
BW: bloeddrukstijging, ectopische prikkelvorming hart, slapeloosheid.
atropine
parasympathicolytica –> kleinere ogen (miosis)
Formule visus
V = d/D
d = afstand oog tot letterkaart\D is afstand waarop een oog zonder refractieafwijking de tekens op deze regel van de kaart kan onderscheiden.
doel schirmer test
meten traanklierfunctie
doel BUT
meten van werking van vette traanfilmlaag
doel test van Jones
aantonen open of gesloten traanweg mbv fluoresceine
doel test van Anel
aantonen open of gesloten traanweg mbv fysiologisch zout
doel dacryocystographie
vinden en localiseren van vernauwing of obstructie van de traanweg
wat is de meest voorkomende maligniteit van de huid van de oogleden
BCC
wat zijn karakteristieken van ooglid melanoom
recent ontstaan
verandering
irregulaire rand en asymmetrische vorm
diameter > 6 mm
kleurverandering of meerkleurig
wit, blank, rood, blauw, bruin, pikzwart
behandeling adenovirus keratoconjunctivitis
povidonjodium oogdruppels
welk aanvullend onderzoek kan je bij een DRP doen
FAG (fluorescentie angiogram) om ernst en uitgebreidheid van een glasvochtbloeding in kaart te brengen
behandeling proliferatieve DRP
panretinale laser
behandeling dacryocystitis
augmentin 3dd14dgn
behandeling chlamydia
azitromycine en erythromycin
behandeling neisseria gonorrhea
ceftriazone
behandeling herpes simplex
acyclovir
preseptale cellulitis
normale visus, goede motitileit en geen RAPD
postseptale cellulitis
verlaagde visus, verminderde motiliteit en RAPD
klachten ablatio retinae
lichtflitsen, visusdaling, gordijn gaat dicht (donkere vlek vast op 1 plek), hoge myopie
risicofactoren netvlieslosting
myopie (bijziend, -)
cataract operatie in verleden
netvlies problemen in familie of andere oog
oogtrauma
behandeling netvliesloslating
vitrectomie
behandeling glaucoom
timolol en diamox
uiteindelijk perifere iridectomie
klachten bij corticonucleair cataract
verminderde visus, glare klahten, myopisatie, oudere leeftijd
postoperatieve complicatie cataract behandeling
endophthalmitis, cystoid macula oedeem, ablatio retinae
waar bevindt het brandpunt zich bij myopie
voor de retina
waar bevindt het brandpunt zich bij hypermetropie
achter de retina
welke afwijking zie je vaak bij kinderen
hypermetropie
welke klep sluit voor de geboorte de traanbuis af
klep van Hasner
evisceratio bulbi
oog wordt verwijderd, implant in eigen sclera
enuclatio bulbi
bulbus wordt verwijderd, implant in donor sclera
exenteratio orbitae
verwijderen van oogkas inhoud
unilateraal traanoog, roodheid, fotofobie en irritatie. Na 1-2 dagen gaat andere oog meedoen
adenovirale conjunctivitis
stappen shared decision making
informeren dat beslissing genomen moet worden
uitleggen mogelijkheden
bespreken voorkeur
nemen beslissing
wanneer fundusfoto bij DRP
type 1: na 5 jaar elk jaar controle
type 2: binnen 3 maanden en dan jaarlijks
welk type glaucoom komt het meest voor
openkamerhoek glaucoom
iridolytisis
vorm van uveitis
waar hoort snowbanking bij
pars planitis (intermediaire uveitis)
waar horen descement stippen bij
uveitis
complicaties uveitis
cataract, secundair glaucoom.
vascularisatie choroidea
a. carotis interna –> a. opthalmica
vv. corticosae –> v. opthalmicae –> sinus cavernosus –> v. angularis
vascularisatie netvlies
lamina choridopapilaris –> a. centralis retinae
innervatie m. spincter pupillae
parasympatisch via n. oculomotorius
innervatie m. dillator pupillae
sympatisch (zorgt voor mydriasis, grotere ogen)
innervatie glandula lacrimallis
n. facialis
sensibiliteit oog
n. trigeminus (V1 opthalmicus –> lacrimalis)
weg van traanvocht
common canalicus –> lacrimal sac –> valve Rosenmuller –> nasolacrimal duct
functie m. rectus superior
elevatie
intorsie
adductie
functie m. obliquus superior
depressie
abductie
intorsie
functie m. rectus medialis
adductie
functie m. rectus inferior
depressie
adductie
extorsie
functie m. obliquus inferior
elevatie
abductie
extorsie
functie m. rectus lateralis
abductie
welke hersenzenuw is de n. abducens
n. VI (6)
welke hersenzenuw is de n. trochlearis
N. IV (4)
welke hersenzenuw is de n. oculomotorius
N. III (3)
welke zenuw doet de afferente reflex van de pupil
n. opticus (II)
welke zenuw doet de efferente reflex van de pupil
n. occulomotorius (III)
trias bij syndroom van horner
miosis
ptosis
anhydrasis
syndroom van addie
uitval parasympatische innervatie thv ganglion ciliaire in de orbita
welke hersenzenuwen gaan door het canalus opticus
II (opticus)
welke hersenzenuwen gaan door de fissura orbitalis superior
III, IV, V1, VI
occulomotorius, trochlearis, trigmeninus V1, abducens)
welke hersenzenuwen gaan door de fisura orbitalis infeiror
V2 (maxilaris)
welke hersenzenuwen gaan door de internal acoustic meatus
VII (facialis)
uit welke zeven botten bestaat de oogkas
os frontalis
lacrimal bone
os ethmoidalis
maxilla
os palatine
zygomatic bone
os spenoid