oog Flashcards
uitwendige oogspier
spier die zorgt voor vasthechting en beweging van de oogbol
hard oogvlies
buitenste wit hard vlies, zorgt voor bescherming en stevigheid van de oogbol
hoorvlies
doorzichtig vlies, deel van het harde oogvlies aan de voorkant van het oog dat het licht binnen laat
Iris
gekleurd gespierd vlies dat de hoeveelheid van het licht regelt
glasactig lichaam
heldere geleiachtige massa, die de vorm van het oog bepaalt. het geeft oogbol oog stevigheid
de vooorste oog
bevat oogvocht
lens
doorzichtige en elastische massa: zorgt voor de juiste projectie van het beeld op het netvlies
lensband
het aanpassen van de dikte van de lens. accomodatie
verbonden met straalichaam en lens
vaatvlies
middelste vlies vol bloedvaatjes die voedingstoffen en zuurstof aan brengen
netvlies
binnenste vlies dat de zintuigcellen of fotoreceptoren bevat.
oogzenuw
stuurt de impulsen van de fotoreceptoren naar de hersennen
traanklier
produczeren van traanvocht
afvoerbuis
verspreiden
de traankanaaltjes
wegvloeien van vuile traanvocht
de traanpunt
verzaamelen traanvocht