Ontwikkeling extremiteiten en gewrichtsleer Flashcards
Cytodifferentiatie
Pluripotente cellen komen tot expressie
Morfogenesis (organogenesis)
Cellen migreren collectief. Condenseren en veranderen van vorm om op die manier weefsels organen en lichaamsplan te realiseren
Waardoor wordt zwangerschapsduur bepaald?
Door de laatste dag van menstruatie
Waardoor wordt de embryonale periode bepaald?
Door de datum van bevruchting
Wanneer is de datum van bevruchting?
Twee weken na de datum van de laatste menstruatie
Wanneer vind differentiatie van bovenste extremiteitsknop plaats?
4e-8e week
Wanneer vind differentiatie van onderste extremiteitsknop plaats?
2 dagen later dan onderste, 4,2e-8e week
Wanneer is bovenste extremiteit zichtbaar?
In stadium 12
Wanneer is onderste extremiteit zichtbaar?
In stadium 13
Wanneer en hoe bewegen de extremiteiten?
Ze roteren 90 graden in de 7e week. De bovenste en onderste draaien in tegenovergestelde richting
Somiet
Primitieve deel waaruit ruggenwervels, ribben, rugspieren, kraakbeen, pezen en een deel van de huid ontstaan
Hoe migreren cellen tijdens de vorming van somieten?
Ventrolateraal gelegen cellen migreren naar de laterale mesenchymale plaat
Myotoom
Krijgt innervatie van spinale zenuwen die van hetzelfde segment afkomstig zijn
Waaruit vormen spieren van het axiale skelet zich?
Paraxiale mesoderm
Endodermale cellen
Zijn aan elkaar verbonden in buisjes of vellen
Mesenchymale cellen
Hebben fibroblastisch uiterlijk en liggen verspreid in het extracellulaire matrices
Apicale ectodermale richel (AER)
Ectoderm aan de distale rand van de ledemaat wordt dikker.
Oefent inductieve invloed uit op het aangrenzende mesenchym wat leid tot ongedifferentieerde zone
Ongedifferentieerde zone
Populatie ongedifferentieerde, snel profilerende cellen
Inductie
Cellen zetten andere cellen aan tot differentiatie
Inductor
Cel dat signaal produceert
Responder
Cel die signaal ontvangt en reageert
Competentie
Vermogen om te reageren op signaal van inductor. Dit vereist activering van het reagerende weefsel door competentiefactor
In welke 3 componenten vind ontwikkeling van elk ledemaat proximodistaal plaats?
Stylopod (humerus en femur)
Zeugopod (radius, ulna en tibia, fibula)
Autopod (carpalia, metacarpalia, digiti en tarsalia, metatarsalia, digiti)
Langs welke 3 hoofdassen groeien ledematen?
Proximodistale (PD)
Pre-axiale begrenzing
Caudaal post-axiale begrenzing
Dermatomen
Huidgebied dat bij metameer behoord, zijn gekoppeld aan spinale zenuwen die gekoppeld zijn aan de somieten
Enchondrale beenvorming
Vorming van beenweefsel via kraakbeen
(ook wel indirecte / secundaire beenvorming)
Desmale verbening
Vind plaats bij de ontwikkeling en groei van o.a. platte beenderen (ook wel directe / primaire beenvorming genoemd)
Scapula
Schouderblad
Junctura ossea
Beenweefsel (syndesmose)
Junctura fibrosa
Bindweefseel (enkelgewricht)
Junctura cartilaginea
Vezelig kraakbeen
Junctura synovialis
Hyalien kraakbeen, bewegelijkste junctura (discus intervertebralis)
Syndesmose
Ligament tussen distale tibia en fibula
Enkelgewricht
Hyalien kraakbeen als bedekking van uiteinden van tibia en talus
Acetabulum
Heup kom
Discus intervertebralis
Tussenwervelschijf
Kenmerken synoviale gewrichten
- Beweegbare verbinding tussen twee beenstukken
- Uiteinden bedekt met hyalien kraakbeen
Cavum articularis
Gewrichtsspleet
Zit tussen de gewrichtsvlakken
Capsula articularis
Gewrichtskapsel
Capsula articularis bestaat uit
- Binnenste membrana synovialis: met daarin elastische vezels, bloedvaten en zenuwen, met plicae articularis en villi articualirs
- Buitenste membrana fibrosa: met daarin minder elastische maar veel collagene vezels
Synovia
Gewrichtsvloeistof
Bevat voedingstoffen voor hyalien en zorgt voor verminderde wrijving tussen articulerende gewrichtsdelen