Onregelmatige Ww 2 Flashcards
1
Q
Houden hield gehouden
A
Keep kept kept
2
Q
Leggen legde gelegd
A
Lay laid laid
3
Q
Leren leerde geleerd
A
Learn learnt learnt
4
Q
Verlaten verliet verlaten
A
Leave left left
5
Q
Uitlenen leende uit uitgeleend
A
Lend lent lent
6
Q
Laten liet gelaten
A
Let let let
7
Q
Liggen lag gelegen
A
Lie lay lain
8
Q
Maken maakte gemaakt
A
Make Made Made
9
Q
Betekenen betekende betekend
A
Mean meant meant
10
Q
Ontmoeten ontmoette ontmoet
A
Meet met met
11
Q
Betalen betaalde betaald
A
Pay paid paid
12
Q
Doen deed gedaan
A
Put put put
13
Q
Ophouden hield op opgehouden
A
quit quit quit
14
Q
Lezen las gelezen
A
Read read read
15
Q
Rijden reed gereden
A
ride rode ridden
16
Q
Rennen rende gerend
A
Run ran run
17
Q
Zeggen zei gezegd
A
say said said