onderwijzen Flashcards

1
Q

wat betekent onderwijzen

A

rechtstreeks overbrengen van vaardigheden, kennis en inzicht door de één op de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat betekent vaardigheid

A

bedrevenheid bij uitvoering van de handeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat betekent kennis

A

ergens verstand van hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat betekent inzicht

A

kennis beheersen en deze kunnen gebruiken in diverse situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat betekent didactiek

A
op welke wijze je 
inzicht
vaardigheid
en kennis 
overbrengt op de ander
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat moet je weten om de juiste didactiek toe te passen

A
hoe mensen leren
hoe het brein werkt
mogelijke manier van aanbieden lesstof
weke leerstijlen er zijn
hoe je onderwijs passend maakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat betekent didactische werkvorm

A

de activiteit die wordt aangeboden om de client iets te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem de drie stappen binnen de didactiek

A

plannen
uitvoeren
evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar hou je rekening mee bij de bepaling van een didactische werkvorm

A
grootte van de groep
de verschillen
beginsituatie
indeling van de groep
activiteit
leerstijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe leer je vaardigheden aan

A
voordoen
eigen maken (oefenen)
toepassen

zonder voordoen weet client niet wat te verwachten, zonder oefenen geen ervaring en zonder toepassen weet client niet hoe de vaardigheid te oefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe geef je praktische didactische werkvormen aan

A
voorzeggen
instrueren
ondersteunen
reflecteren
doceren (informatie overbrengen)
demonstreren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer ben je didactisch vaardig

A

als je :
werkt volgens het drie stappen plan
de werkvorm kiest die aansluit bij het leerdoel
de werkvorm kiest die aansluit bij de mogelijkheden van client
de leerstijl kiest die aansluit bij client

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef voorbeelden van didactische sleutelvragen

A
hoe biedt ik onderwijs/activiteit aan
waar moet ik beginnen (beginsituatie)
wat wil ik bereiken
hoe ga ik de leeractiviteit geven (uitvoering)
heb ik mijn doel bereikt (evaluatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat houdt pedagogisch vaardig in

A

weten hoe je clienten al naar gelang de behoefte of maatschappelijke verwachting kunt ondersteunen bij de ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is van invloed op het pedagogisch klimaat

A
respect geven
uitdaging
orde en funcionaliteit
duidelijke omgangsregels
zelfstandigheid en verantwoordelijkheid stimuleren
zelfvertrouwen ondersteunen
structuur bieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

noem pedagogische vaardigheden

A
maken van duidelijke regels en afspraken
bewaken van regels en afspraken
voorspelbaar in gedrag
creert rust en zekerheid
benoemt gewenst gedrag
geeft goede voorbeeld
positieve feedback
compliment bij gewenst gedrag
helpt bij fouten
zorgvuldig in oordeel
leert client taak die moeilijker is dan vorige
leert client omgaan met (on) mogelijkheden
betrokken
ondernemend
enthousiast
positief
stimulerend
17
Q

wat bereik je met pedagogische vaardigheden

A
men voelt zich op gemak
vertrouwen
waardering
gestimuleerd
durft initiatief te nemen
wordt zelfstandig(er)
neemt meer verantwoordelijkheid
gaat met respect om met elkaar
volgt jou als voorbeeld
18
Q

wat is een traditionele visie op leren

A

leren van de lesstof
doen wat gevraagd/gezegd wordt
grote klassen
leerling is passief

19
Q

wat houdt rudolf steiner vrije school in

A

geest en ziel staan centraal
leerstof en kunstzinnige vorming
ontwikkeling van gevoel

20
Q

welke werkvorm wordt gehandteerd bij Rudolf Steiner Vrije school

A

natuurlijke materialen
dag, week, jaar ritme
samenwerk opdrachten

21
Q

wat houdt Maria Montessori School in

A

gaat uit van natuurlijke onderzoeksdrang
ordenen
elk kind heeft een gevoelige periode voor bepaalde lesstof
hetrogene groepen

22
Q

welke werkvorm wordt gehandteerd bij Montessori school

A

montessori materiaal
aanbieden materiaal en stof waar kind op dat moment gevoelig voor is
veel materiaal in diverse moeilijkheidsgraden

23
Q

wat houdt Peter Petersen Jenaplan school in

A

hetrogene groepen
groep blijft 3 jaar bij elkaar
themagericht werken

24
Q

welke werkvorm wordt gehandteerd bij Jenaplan school

A

gericht op werk
gericht op spel
gericht op gesprek
gericht op viering

25
Q

wat houdt Helen Parkhurst Dalton onderwijs in

A

vrijheid
zelfwerkzaamheid
samenwerken

26
Q

welke werkvorm wordt gehandteerd bij Dalton onderwijs

A

keuzevrijheid van werk
leerling bedenkt oplossing
pedagogisch samenwerken
didactisch samenwerken

27
Q

wat houdt Célestin Freinet Freinet onderwijs in

A

aldoende leren en hierover communiceren
veel vrije expressie
themaboeken
leerlingen mede verantwoordelijk voor sociaal leven in de groep

28
Q

welke werkvorm wordt gehandteerd bij Célestin Freinet onderwijs

A

lesmateriaal is door leerlingen geschreven en gedrukt

29
Q

wat houdt EGO onderwijs in en wat is de werkvorm

A

ervaringsgericht onderwijs, welbevinden en betrokkenheid

werkvorm: kring, forum, contractvrije activiteit

30
Q

wat houdt adaptief onderwijs in en wat is de werkvorm

A

vraagt om actieve leerhouding van leerlingen

werkvorm: onderwijs aanpassen aan kind

31
Q

wat houdt O.G.O. onderwijs in en wat is de werkvorm

A

ontwikkelingsgericht onderwijs, respecteert de verschillen, breed ontwikkelen, zone van naaste ontwikkeling,
werkvorm: hoeken werk, projecten

32
Q

wat houdt P.G.P. onderwijs in en wat is de werkvorm

A

Prestatiegericht onderwijs, gericht op resultaten, competitie als motivator, leerstof in programma’s
werkvorm is klassikaal

33
Q

wat houdt V.V.E. in en wat is de werkvorm

A

Voorschoolse en vroegschoolse educatie.
verkleinen van verschil tussen 0-4 jarigen onderling, geen leerprogramma.
werkvorm is spelend leren

34
Q

wat houdt inclusief onderwijs in

A

dit is een alternatief voor speciaal onderwijs. gaat verder dan passend onderwijs. de speciale ondersteuner komt naar het kind toe binnen reguliere school omgeving. school past zich bij het kind aan

35
Q

wat houdt de brede school in

A
samenvoeging van diverse instanties in één gebouw;
school
peuterspeelzaal
bibliotheek
jeugdzorg
maatschappelijk werk
buurthuizen
sportclubs
politie