Ondervoeding Flashcards

1
Q

6 belangrijke voedingsstoffen uit voedsel?

A
  • Eiwitten
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Vitaminen
  • Water
  • Mineralen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel van de mensen ouder dan 81jr is ondervoed?

A

1 op 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 soorten voedingsstoffen?

A
  • Essentiële voedingsstoffen

- Niet- essentiële voedingsstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn essentiële voedingsstoffen?

A

Voedingsstoffen die het lichaam zelf niet kan maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn niet-essentiële voedingsstoffen?

A

Voedingsstoffen die het lichaam in voldoende hoeveelheid kan maken, je kunt ze echter ook vinden in sommige voedingsmiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn voedingsvezels?

A

Ballaststof, gn voedingsstof, speelt een rol bij bevordering stoelgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarin zitten voedingsvezels?(3)

A
  • Brood
  • Rauwkost
  • Fruit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie eiwitten?(3)

A
  • Opbouw celen in stoffen in bloed
  • Tussencelstof in bindweefsel, kraakbeenweefsels, botweefsel
  • Brandstof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarin zitten eiwitten?(5)

A
  • Eieren
  • Vlees-
  • Zuivelproducten
  • Tofu
  • Peulvruchten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit zijn eiwitten opgebouwd?

A

Aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarin zitten koolhydraten?(4)

A
  • Brood
  • Pasta
  • Rijst
  • Aardappelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor worden koolhydraten gebruikt?

A

Opslag energie, extra energiebron bij zware arbeid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurd er met koolhydraten?(4)

A

_Grootste gedeelte afgebroken in spijsvertering en opgenomen in bloed

  • Opgeslagen in het lichaam
  • Omgezet en opgeslagen in lever en spieren
  • Gros wordt opgeslagen in onderhuids bindweefsel, weefsel rondom organen en beenmerg.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functie vetten?(4)

A
  • Behoud gezond huid en haar
  • Energiebron
  • Isoleren lichaamsorganen tegen schokken
  • Bevorderen gezonde cel functie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

2 soorten vetten?

A
  • Onverzadigde vetzuren

- Verzadigde vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn onverzadigde vetzuren?

A

Vetten uit plantaardige voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn verzadigde vetzuren?

A

Vetten uit dierlijke voedingsmiddelen. Bevorderen ophoping cholesterol in bloedvaten. Leidt tot obstipatie en hart- vaatziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

2 typen vitaminen?

A
  • In vet oplosbare vitaminen

- In water oplosbare vitaminen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn in vet oplosbare vitaminen?

A

Vit. A, D, E, K. Hebben vet nodig om in het lichaam opgenomen te worden.

20
Q

Wat zijn in water oplosbare vitaminen?

A

Alle soorten vit. B, C. Kunnen met behulp van alleen water opgenomen worden in het lichaam.

21
Q

Functies vitaminen?(3)

A
  • Hormoonachtige functies
  • Antioxidanten
  • Voorlopers van co-factoren voor enzymen. (stoffen die enzymen helpen in hun werk bij stofwisseling)
22
Q

Uit hoeveel water bestaat het lichaam? (%)

A

60%

23
Q

Rol water bij lichaamsfuncties?(9)

A
  • Onderhouden gezondheid cel in lichaam
  • Vervoerssysteem van lichaam.
  • Uitscheiden bijproduct van stofwisseling zoals teveel aan natrium/kalium/ureum
  • Reguleren lichaamstemperatuur
  • Vochtig houden slijmvliezen
  • Smeren gewrichten
  • Bevorderen spijsvertering en obstipatie voorkomen
  • Bevochtigen van huid
  • Fungeren als schokdemper in ogen, ruggenmerg, vruchtzak rond foetus.
24
Q

Hoeveelheid urine per dag?

A

1.5- 2 liter

25
Q

Wat is onmerkbaar vochtverlies?

A

Vochtverlies met uitzondering van zweten en urine.

26
Q

Onmerkbaar vochtverlies + hoeveelheid?(3)

A
  • Verdamping huid 300-400ml
  • Uitademing van kleine waterdruppeltjes 300-400 ml
  • Vochtverlies via ontlasting 100 ml
27
Q

Belangrijkste voedingsmineralen + functie?(6)

A
  • Magnesium, opbouw botten
  • Calcium, opbouw botten
  • Fosfor, opbouw botten
  • Kalium, opbouw bloed en weefselvocht
  • Natrium, opbouw bloed en weefselvocht
  • ijzer, opbouw bloed
28
Q

Wat zijn sporenelementen + 3 voorbeelden?

A

Mineralen waarvan het lichaam heel weinig nodig heeft.

  • Fluor
  • Zink
  • Jodium
29
Q

Kenmerken ondervoeding?(2)

A
  • Gewichtsverlies

- Lage BMI

30
Q

Wanner is sprake van ondervoeding?(2)

A

> 10% gewichtsverlies in laatste 6 maanden

>5% Gewichtsverlies in laatste maand

31
Q

Wanneer ondervoeding bij mensen <65 jr?

A

BMI kleiner dan 18,5

32
Q

Wanneer ondervoeding bij ouderen >65jaar?

A

BMI kleiner dan 20

33
Q

Wanneer ondervoeding bij mensen met COPD?

A

BMI kleiner dan 21

34
Q

Lichamelijke oorzaken ondervoeding?(7)

A
  • Veranderde smaak
  • Droge mond
  • Buikklachten
  • Pijn
  • Vermoeidheid
  • Slik en/of kauwproblemen
  • Chronische of invaliderende ziekte
35
Q

Psychische oorzaak ondervoeding?

A

Ziekten zoals depressie en eetstoornissen. Emoties zoals verdriet.

36
Q

Sociale oorzaken ondervoeding?(3)

A
  • Geld problemen.
  • Verminderde beweeglijkheid
  • Verminderde zelfstandigheid
37
Q

Risicogroepen ondervoeding?(5)

A
  • Ouderen met verschillende beperkingen en/of ziekten
  • Zorgvragers met chronische ziekten
  • Zorgvragers met kanker
  • Zorgvragers die een grote operatie hebbe gehad
  • Zorgvragers die problemen hebben met slikken
38
Q

Gevolgen ondervoeding?(9)

A
  • Verminderde afweer
  • Vertraagde genezing wonden
  • Sneller ontstaan decubitus
  • Afbraak spierweefsel om enrgie vrij te maken
  • Vertraagd herstel na operatie of ziekte
  • Hogere kans op sterfte
  • Grotere kans op vallen
  • Verminderde kwaliteit van leven door vermoeidheid, futloos, lusteloos
  • Grotere kans op eenzaamheid
39
Q

Hoe vaak worden zorgvragers met ondervoeding gewogen?

A

1 keer per week

40
Q

Hoe vaak worden zorgvragers uit de risicogroep gewogen?

A

1 keer per maand

41
Q

Hoe vaak worden zorgvragers met gezond gewicht gewogen?

A

1 keer per maand

42
Q

wat zijn meetinstrumenten bij ondervoeding?(4)

A
  • SNAQ
  • MEET en WEET wat je patiënt eet
  • Voedingstoestand meter
  • MUST
43
Q

Wat is SNAQ?

A

Meest gebruikte vragenlijst.

44
Q

Wat is MEET en WEET wat je patiënt eet?

A

D.m.v. plaatjes wordt bekeken hoeveel de zorgvrager gegeten heeft.

45
Q

Wat is de voedingstoestand meter?

A

Vergelijkt het gewicht van 6 maanden gelden, van 1 maand geleden en huidige gewicht met elkaar. Bij onbedoeld gewichtsverlies arts inschakelen

46
Q

Wat is MUST?

A

3 onderwerpen. er wordt gekeken naar BMI, gewichtsveranderingen in laatste 3-6 maanden en invloed van acute ziekte op voedselinname.

47
Q

Hoe heet afbraak van de spieren in het lichaam?

A

Spieratrofie