Oligopolie Enz. Thema 7 Flashcards

1
Q

voorbeelden oligopolie

A

bioscopen, tankstations, gsm operatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

product differentiatie

A

Aanbieder gaat verschillen aanbrengen aan zijn product om het te onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken oligopolie

A
  • enkele aanbieders
  • veel consumenten
  • homogeen & heterogeen
  • ondoorzichtig
  • gesloten markt
  • prijs en hoeveelheid (beslissingsv.)
  • dalende geknikte vraagcurve
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er een oligopolie?

A

Wanneer de top 5 ondernemingen van een markt meer dan 60% van het marktaandeel hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Prijsstarheid

A

Prijs zal niet snel veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kartels

A

Illegale prijsafspraken tussen 2 aanbieders: verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is het niet slim om de prijs te veranderen bij een oligopolie?

A
  • p↑ : bdrf. verliest veel klanten
  • p↓ : bdrf. Wint niet veel xtra klanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Speltheorie

A
  • het gedrag van spelers is rationeel
  • spelers proberen hun uitkomst te maximaliseren
  • die keuzes noemen we strategieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dominante strategie

A

Keuze die de speler altijd maakt ➡︎ beste resultaat = Nash evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevangenen dillemma

A

wanneer het evenwicht niet het beste is voor beide partijen ≠ pareto efficiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Opbrengsten matrix

A

Hier zie je de # extra winst bij een strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Monopolistische concurrentie kenmerken

A
  • veel aanbieders
  • heterogeen door differentiatie
  • open markt
  • transparant
  • veel consumenten
  • dalende ( elastische) vraagcurve
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Prijszetting bij monopolistische concurrentie

A
  • hoe vlakker de vraagcurve hoe elastischer
  • hoe meer substituten, hoe elastischer
  • aanbieder kan klanten makkelijker verliezen door concurrentie
  • afzet is lager
  • vraag is prijs elastischer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly