Oktoberrevolutie Flashcards

1
Q

Wat was er in het najaar van 1917?

A

In het najaar van 1917 was de chaos in Rusland zo groot dat Lenin kans zag om een staatsgreep te plegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een staatsgreep?

A

(Poging tot) illegale afzetting van een regering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lukte het Lenin om de regering aan de kant te zetten?

A

Ja, zonder veel moeite schroof hij de voorlopige regering aan de kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werd deze staatsgreep later genoemd?

A

Later werd deze staatsgreep de oktoberrevolutie genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waren alle communisten en socialisten het eens met de staatsgreep?

A

Nee, niet alle communisten en socialisten waren het eens met de staatsgreep (oktoberrevolutie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In de Sofjet van Petrogat waren veel tegenstanders. Wat vonden de meeste van hen?

En trok Lenin zich hier iets van aan?

A

De meeste van hun vonden dat een communistische revolutie vanuit het volk moest ontstaan en dat was niet gebeurd: Lenin had er immers toe besloten

Nee, Lenin trok zich niets aan van de kritiek!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie hadden de meerderheid in de Sofjet?

Wat voor een regering kozen zij?

A

De Bolsjewieken hadden de meerderheid in de Sofjet

Een regering die geheel uit bolsjewieken bestond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat deed Lenin om duidelijk te maken dat zijn versie van communisme de juiste was?

En wat zij hij daarmee?

A

Om duidelijk te maken dat zijn versie van het communisme de juiste was, liet Lenin zijn bolsjewieken zich voortaan ook communisten noemen

Daarmee zij hij: mensen die het niet eens zijn met ons, zijn geen echt communisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly