Office supplies (Dutch-English) Flashcards
1
Q
Duplex
A
Dubbelzijdig
2
Q
Dubbelzijdig
A
Duplex
3
Q
Collate
A
Kopieën verzamelen en organiseren
4
Q
Kopieën verzamelen en organiseren
A
Collate
5
Q
Paper jam
A
Papier zit vast in de printer
6
Q
Papier zit vast in de printer
A
Paper jam
7
Q
Reduce facility
A
Kopieën kleiner maken
8
Q
Kopieën kleiner maken
A
Reduce facility
9
Q
The copy ratio
A
De grootte van de kopieën
10
Q
De grootte van de kopieën
A
The copy ratio
11
Q
Automatic copier
A
Automatische kopieermachine
12
Q
Automatische kopieermachine
A
Automatic copier
13
Q
Bureaulade
A
Desk drawer
14
Q
Desk drawer
A
Bureaulade
15
Q
Perforator
A
Hole puncher
16
Q
Hole puncher
A
Perforator
17
Q
Briefbakjes
A
Letter trays
18
Q
Letter trays
A
Briefbakjes
19
Q
Revolving chair
A
Draaistoel
20
Q
Draaistoel
A
Revolving chair
21
Q
Brandblusapparaat
A
Fire extinguisher
22
Q
Fire extinguisher
A
Brandblusapparaat
23
Q
Duimspijker
A
Thumbtack
24
Q
Nietjes
A
Staples
25
Staples
Nietjes
26
Hangmap
Suspension file
27
Suspension file
Hangmap
28
Archiefdoos
Box file
29
Box file
Archiefdoos
30
Ringmap
Ring binder
31
Ring binder
Ringmap
32
Thumbtack
Nietjes
33
Opbergdoos
Storage box
34
Storage box
OPbergdoos
35
Lectern
Lessenaar
36
Lessenaar
Lectern
37
Bordstift
Boardmarker
38
Boardmarker
Bordstift
39
Nietjesmachine
Stapler
40
Stapler
nietjesmachine
41
papierklem
paper clip
42
paper clip
papierklem
43
versnipperaar
shredder
44
shredder
versnipperaar
45
cutting machine
snijmachine
46
snijmachine
cutting machine
47
papiermand
paper basket
48
paper basked
papiermand
49
prikbord
bulletin board
50
bulletin board
prikbord
51
dossierkast
filing cabinet
52
filing cabinet
dossierkast
53
hefboomringmap
lever-arch file
54
lever-arch file
hefboomringmap
55
flip-over
flipchart
56
flipchart
flip-over
57
luidsprekers
loudspeakers
58
loudspeakers
luidsprekers
59
overhead projector
projector
60
projector
overhead projector
